Vervuiling UNEP[10374] AA

De ‘Big Five’ van de klimaatcrisis

Geologen delen de geschiedenis van de planeet in overzichtelijke brokken met speciale kenmerken in. Je kunt dat vergelijken met een boek waarin de geschiedenis van de aarde is verdeeld in delen, hoofdstukken, paragrafen, alinea’s en zinnen. De vier delen worden eons genoemd. De jongste ervan is het Fanerozoïcum. Eons worden gemeten in vele honderden miljoenen jaren. Deze worden weer opgedeeld in hoofdstukken die era’s worden genoemd. Die duren tientallen tot honderden miljoenen jaren. Er zijn er drie: het Paleozoïcum, Mesozoïcum en Cenozoïcum. Op hun beurt worden deze eenheden weer in kleinere paragrafen of periodes opgedeeld, zoals het Cambrium, Perm en Krijt, en alinea’s of tijdvakken zoals het Eoceen, Pleistoceen, met tientallen ijstijden en het Holoceen, waarin wij leven. En de mens? Die is slechts één woord of letter, die even snel werd toegevoegd aan het einde van een zin.

Vaak zijn er op de grenzen van al die verschillende eenheden duidelijk waarneembare verschillen in het gesteente te zien of in de samenstelling van de fauna en flora erin. Grote verschillen ontstaan bijvoorbeeld tussen de paragrafen als er een massa-extinctie plaats vindt. Dat is tot in de afgelopen 540 miljoen jaar vijf maal gebeurd. De laatste, 66 miljoen jaar geleden door een meteoriet met een diameter van ruim tien kilometer. In een flitsende flits verdween een groot deel van het leven van het aardse toneel. Dat was nog eens een apocalyps om U tegen te zeggen!

Dat wij daar zelf heel anders over denken blijkt uit het feit dat wij aan de laatste alinea, het Holoceen, van een reeks van vele korte interglacialen of tussenijstijden, een bijzondere waarde toekennen. En dat komt omdat toen de nog enig overblijvende mensensoort, Homo sapiens, tot ontwikkeling kwam en beschavingen vormde. De meest recente beschaving is wat we de Westerse beschaving of wereld kunnen noemen. Die tijd begon in het midden van de 18de eeuw, met de Britse industriële revolutie. Naast veel (technologische en maatschappelijke) vooruitgang is er een keerzijde van al dat menselijk kunnen: de sluipende vervuiling. Die vervuiling manifesteerde zich al snel in de industriesteden van toen. Maar leidde op den duur ook tot de huidige klimaatcrisis door een ongebreidelde vervuiling door broeikasgassen, zoals CO2.

Kernbom proeven op het Bikini-atol in de Stille Oceaan. Het kernwapen-testprogramma liet een spoor achter van radioactieve materialen die de natuurlijke omgeving vernietigden. Delen van het eiland onbewoonbaar maakten en visbestanden vergiftigde. © US Department of Defense

Na de Tweede Wereldoorlog begon de ontwikkeling van de klimaatcrisis pas echt snel te gaan. Zo snel dat het wetenschappers opviel. Ze bedachten er een nieuwe naam voor: het Antropoceen of wel het ‘Tijdperk van de Mens’. In mijn studietijd aan de Leidse universiteit aan het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw, merkte mijn hoogleraar Peter Westbroek al op dat het leven een geologische kracht is. Een idee dat in de Gaia-theorie van James Lovelock verder is uitgewerkt. Maar om te denken dat de huidige mens een geologisch kracht is, gaat me echt te ver. Het Antropoceen begon overigens, net als het Krijt met een flitsende flits: de twee atoombommen op Japan aan het einde van Wereldoorlog II. Beroerder kan het ethisch gezien, niet.

Het lijkt wel een verheerlijking van menselijk geweld tegen zichzelf en de natuur. In het Grieks bestaat daar het woord ‘hybris’ voor. ‘In de Griekse mythologie en tragedies wordt het woord gebruikt voor vermetele overmoed’, lees ik op een website. Vaak aangezet door Zeus, overschrijdt de mens door zijn eigenwaan, een grens of een norm. Daarmee daagt hij een door de goden vastgelegde wereldorde of lot, uit. Vervolgens is de ellende niet meer te overzien en eindigt de tragedie er gewoonlijk mee dat die persoon, in ons geval de mens, door goddelijk ingrijpen meedogenloos wordt gestraft voor zijn hoogmoed. Tja, die oude Grieken konden er wat van! Het is duidelijk dat de richting waarin wij de wereld nu al decennialang sturen geen goede is. Dat doen we door een overmoedige en onbezonnen omgang met de natuur, waarvan wij slechts een lastig onderdeel zijn. Dit komt tot uiting in crisissen zoals, de duurzaamheidscrisis, de klimaatcrisis en de biodiversiteitcrisis.

De Big Five

Aan het einde van de vorige eeuw stimuleerde de Nederlandse overheid het oceaanonderzoek. Dit leidde in het midden van de jaren 1980 tot de beroemde Snellius II Expeditie en in de eerste helft van de jaren 1990 tot de Indische Oceaan Expeditie, die ik heb georganiseerd. Beide expedities waren een onderdeel van een vijfjarig programma, waarin kennisoverdracht een belangrijk aspect was. Hiervoor had ik het concept van ‘Partners in Science’ ontwikkeld. Mijn Keniaanse collega nam me eens mee op safari. Ik moest de ‘Big Five’ maar eens zien: de olifant, de neushoorn, de buffel, de leeuw en het luipaard. Een oud begrip uit de jagerswereld, waar ik niets mee heb. Maar om deze prachtige dieren te zien en te fotograferen was wel heel bijzonder. Die herinnering bracht me op het idee van de ’Big Five’ in de huidige crisissen en daarmee ook in de klimaatcrisis die snel naar een reeks kantelpunten gaat.

1. Bevolkingsgroei

Rond 1950, toen ik nog een peuter was, leefden er 2,5 miljard mensen op de aarde. Nu zijn dat er 7,9 miljard. Ruim drie keer meer. In 1955 leefden er in België 8,8 miljoen mensen; nu zijn dat er 11,6 miljoen. Dat is bijna een derde meer. Als dan ook nog eens al die mensen de verspillende westerse levensstijl nastreven, ontstaat er een probleem. We zijn met te veel mensen die, met het rijke westen aan kop, te veel wensen hebben. Onze druk op het milieu neemt alleen maar toe. Dat komt onder andere tot uiting in onze ecologische voetafdruk, een metafoor voor de milieudruk die samenhangt met productie en consumptie. In België is die per hoofd van de bevolking 7,77, wat bij een biocapaciteit van 1,19 maar liefst 6,25 te veel is. In Nederland komen we op vijf keer en in Frankrijk op twee maal teveel. We leven dus ten kosten van anderen. Het zijn niet alleen de aantallen die snel toenemen, maar vooral de import van goederen voor ons luxeleventje, die de balans doen doorslaan.

2. Industriële revoluties

De eerste industriële revolutie kadert zich in 18de-eeuw. René Descartes legde met zijn uitspraak Cogito ergo sum (‘Ik denk, dus ik ben’) de grondtoon van de Verlichting. Alleen door het gebruik van de rede en het gezonde verstand komt men tot waarheid is de overheersende mening. Hierdoor ontstond een nieuw wereldbeeld, dat gebaseerd was en is, op een sterk vertrouwen in de rede en met een algehele vooruitgang op het gebied van wetenschap, onderwijs, sociale hervorming en politiek tot gevolg. In de wetenschap heeft dit er uiteindelijk toe geleid dat men nauwelijks gevoel heeft voor een andere, meer holistische of systeem benadering.

De eerste Industriële Revolutie begon in Groot-Brittannië rond 1750. Stoomkracht stond hierin centraal en de stoomtrein, nu een curiositeit, was het icoon ervan. Stoomkracht verlichtte het arbeidsproces, maakte de wereld kleiner en realiseerde groei en vooruitgang met kolen, ijzer, spoorwegen en textiel. De 2de industriële revolutie werd gekenmerkt door het gebruik van elektriciteit, aardolie en staal. In de derde werd kernenergie toegepast, was er een revolutie in de elektronica met transistors en microprocessors waardoor telecommunicatie en computers zich snel ontwikkelden. Dit leidde met name tot doorbraken in het ruimteonderzoek en de biotechnologie. Nu zitten we aan het begin van de 4de industriële revolutie, ook wel Industry 4.0 genoemd. Hierin gaan ‘slimme’ technologieën zoals 3D-printen, robots en kunstmatige intelligentie de hoofdrol spelen. Ook dit zal vergaande maatschappelijk gevolgen hebben. MAAR die vooruitgang had en heeft een sluipende keerzijde van vervuiling op ongekende schaal.

3. Chemische vervuiling

Synthetische chemische stoffen zijn overal. Ze zitten in ons voedsel, onze kleding, ons gereedschap, onze meubels, speelgoed, cosmetica en geneesmiddelen. Zonder deze stoffen zou onze samenleving niet dezelfde zijn. Ondanks het nut ervan weten we echter dat veel van deze stoffen negatieve effecten kunnen hebben op onze gezondheid en het milieu. In 2018 werd meer dan 300 miljoen ton chemische stoffen verbruikt in de EU. Ruim 2/3 ervan zijn volgens Eurostat schadelijk voor de gezondheid. Ze veroorzaken een ziektelast van zo’n 6% door chronische ziekten, zoals kanker, neurologische en ontwikkelingsstoornissen. Ook is 8% van de sterfgevallen zijn eraan toe te schrijven.

Het beroemde, in de toenmalige chemische industrie beruchte, boek Silent Spring of Dode Lente van Rachel Carson (1907-1964) stelde het schaamteloze gebruik van pesticiden aan de kaak. De titel is een verwijzing naar de lente van het apocalyptische jaar waarin de vogels niet meer zingen omdat ze zijn uitgeroeid door onze bestrijdingsmiddelen. Ook toen bediende de industrie zich al van de bekende strategie van desinformatie. Ondertussen zitten we wel in een biodiversiteitscrisis en verstomt het gezoem van de werklustige bijen.

4. Plastic

Plastic of kunststof werd ruim een eeuw geleden uitgevonden. Het zijn chemische verbindingen die door niet-natuurlijke scheikundige processen worden vervaardigd uit fossiele brandstoffen. Daardoor komen ze in de natuur niet voor, maar de grondstoffen ervoor komen dat wel. Sinds de Tweede Wereldoorlog nam de productie en de ontwikkeling van nieuwe plasticproducten sterk toe.

Sinds het begin van de jaren 1950 is er meer dan 8,3 miljard ton plastic geproduceerd, waarvan circa 60% op een stortplaats of in het milieu is terecht gekomen.

We zijn verslaafd geraakt aan plastic. Wereldwijd worden elke minuut één miljoen plastic drinkflessen gekocht. Ook worden jaarlijks wereldwijd 5 miljard plastic tasjes geproduceerd voor eenmalig gebruikt. Die noemen we dan ook nog eens, zonder blikken of blozen, wegwerpplastic. Interessant is dat plastic, naast de al genoemde atoombommen, een geologische indicator voor het begin van het Antropoceen kan zijn. Hiermee heb je het w l over twee aspecten van de menselijke activiteiten die hoogst onaantrekkelijk zijn: oorlog en vervuiling. Sinds 1 juli zijn in de EU een tiental wegwerpproducten, zoals plastic rietjes en tasjes, verboden. Dat is een goed begin, maar als we zo doorgaan als we nu doen, bevat de oceaan in 2050 meer plastic dan vis. Hoe verzin je het?

5. Biodiversiteitcsrisis

In het geschiedenisboek van de aarde is er regelmatig sprake van een biodiversiteitscrisis op zowel het mondiale als op de lagere regionale niveaus. Die zijn ingebed in de evolutionaire ontwikkeling van het leven en worden door geologische processen bepaald. Die polsslag van de aarde is een heel andere dan die van ons of onze dolgedraaide razendsnel tikkende economie. Regelmatig veroorzaakten meteorietinslagen verandering. Maar wat er 66 miljoen jaar geleden gebeurde, aan het begin van de eerste dag van het Cenozoïcum, was wel een heel bijzonder en een erg intensief brokje natuurgeweld. Een inslag van zo’n grote, dood en verderf zaaiende, meteoriet, amai! Het leidde tot een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de planeet. Een hoofdstuk waarin we van een ‘hothouse’ naar een ‘coldhouse’ aarde gingen, waarin ijstijden elkaar afwisselden en waarin uiteindelijk wij als enige mensensoort overbleven.

Het in mei 2019 gepubliceerde rapport van de Intergovernmental Panel on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES) van de VN, waarschuwt voor het massale uitsterven van plant- en diersoorten als gevolg van menselijk activiteiten. Maar liefst één miljoen planten- en diersoorten worden met uitsterven bedreigd. Maar dat is nog niet alles. Ook de internationaal omarmde 17 doelen en 169 doelstellingen voor duurzame ontwikkeling, komen hierdoor in gevaar. Uit het Sustainable Development Goals Report 2021 blijkt dat de coronapandemie ook nog eens roet in eten heeft gegooid ,wat de SDG’s betreft. Er is geen vooruitgang meer geboekt door dit korte termijn probleem. Het laat wel zien hoe broos die internationale afspraken vaak zijn.

Werk aan de winkel

Dit is het tweede verhaal in een reeksje van drie of vier in de tijd waarin we onderweg zijn naar de COP 26 in Glasgow. De Big Five gaan verder dan alleen de klimaatverandering. Ze gaan eigenlijk over de niet duurzame relatie tussen de mens en zijn omgeving. Een houding die om verschillende redenen diepgeworteld is in onze cultuur. Dat ligt bij inheemse volkeren wel anders. Eén boodschap is duidelijk: we moeten onszelf eindelijk weer als een onderdeel van de natuur gaan beschouwen en minder aan de knoppen van de natuur, die we onvoldoende begrijpen, We moeten juist een hoge urgentie geven aan de grote crisissen en daarmee uitdagingen, van deze tijd. Dan hebben we het over de duurzaamheidscrisis, de klimaatcrisis, de biodiversiteitscrisis, de plasticcrisis, enz. De tijd dringt, maar het kan nog. En de verandering begint wel degelijk bij ons zelf. En dat zullen we onze bestuurders en politici in de aanloop naar Glasgow, laten weten!

Reactie toevoegen

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met * .