Voor onderstaand artikel haalden de Grootouders de mosterd bij Climate Home News, een onafhankelijke Britse nieuwssite die gespecialiseerd is in betrouwbare ‘deep reporting’ over de politieke, economische en milieu-aspecten van de klimaatverandering. Auteur Dan Rutherford is directeur burgerluchtvaart bij de Internationale Raad voor Schoon Transport.
Wil u vooral weten hoe de vergroening van Brussels Airlines in zijn werk zou kunnen gaan, lees dan Korneel Delbeke, Kan de regering Brussels Airlines groener maken?, DS 11 mei 2020.
Vijf manieren voor een groene redding van de luchtvaartsector

Voor de luchtvaartsector zijn het nu rampzalige tijden.
De wereldwijde coronacrisis heeft ons veel geleerd over de kwetsbaarheid van de luchtvaart voor plotse ontwrichting. Nu zowat 70% van de geplande vluchten van vandaag op morgen is gecancelled, staan veel luchtvaartmaatschappijen plots op de rand van het faillissement. Regeringen mobiliseren alom om hen te redden. De VS had 50 miljard dollar over om hun maatschappijen overeind te houden tot september. Italië pompt 3 miljard euro in Al Italia. Frankrijk kondigde een reddingsplan voor AirFrance aan van 7 miljard euro, weliswaar onder voorwaarden. Zo moet de maatschappij tegen 2030 haar koolstofvoetafdruk met 10% verminderen. Ze moet de CO2-emissies van binnenlandse vluchten halveren en minstens 2% alternatieve brandstof gebruiken tegen 2025. Maatschappelijke organisaties mobiliseren intussen om dit soort reddingsoperaties met argusogen te volgen.
Anderzijds lobbyen de luchtvaartmaatschappijen bij de VN om de klimaatdoelen voor 2020 alvast te ‘milderen’. Eén ding heeft de Covid-19-crisis immers overduidelijk gemaakt: regeringen – op een paar uitzonderingen na – redden hun luchtvaartmaatschappijen.
Maar als dat zo is, moeten we die redding koppelen aan een duurzame reboot. Hoe kan zo’n ‘groene’ reddingsoperatie van de luchtvaart eruit zien? Daarvoor zijn er vijf strategieën:
- Versnel de uitdienstneming van overtollige koolstofintensieve kapitaalvoorraden
- Catalyseer nieuwe investeringen naar lage en zero koolstoftechnologieën
- Creëer duurzame financieringsmechanismen voor verdere investeringen
- Beperk de toename van toekomstige emissies via betekenisvolle targets
- Stel consumenten in staat om duurzame vliegopties te eisen
Bekijken we die strategieën een voor een.
De boom van de laatste tien jaar in de sector, gecombineerd met het plotse opdrogen van de vraag tijdens Covid-19, zadelt maatschappijen op met overtollige vliegtuigen die nog een tijdje aan de grond zullen blijven. Sommige daarvan worden nu al afgedankt, andere moeten een duwtje krijgen richting schroothoop. Nieuwe normen voor efficiënt brandstofgebruik voor alle operationele vliegtuigen of nieuwe schroothoop incentives kunnen maatschappijen over de streep trekken.
Om die vliegtuigen te vervangen zijn dringend nieuwe en grote investeringen nodig om lage- en zero-koolstof vliegtuigen en brandstoffen te ontwikkelen. Dat vraagt om een Apollo-achtig programma voor geavanceerde vliegtuigen en motoren, voor echt duurzame biobrandstoffen en voor synthetische vliegtuigbrandstoffen die met hernieuwbare elektriciteit worden gegenereerd. Bovendien moeten zulke ambitieuze programma’s alternatieven ontwikkelen of verfijnen voor het conventionele ‘vleugel en buis’ vliegtuigconcept, voor hybride, elektrische en waterstofaangedreven vliegtuigen, alsook voor onderzoek naar alternatieve brandstoffen uit afval, cellulose en hernieuwbare elektriciteit. Die brandstoffen zouden minstens 70% uitstootreductie over de hele levensduur van een toestel moeten opleveren.
Regeringen moeten deze strategie op de rails zetten maar ze kunnen niet zelf voor alle kosten instaan. We hebben nieuwe, duurzame en door de industrie gefinancierde investeringen nodig. Die kunnen komen van een brandstofheffing, van handel in emissierechten of van een koolstoftaks op vliegtuigen, waarvan de opbrengst rechtstreeks naar R&D (research and development), onderzoek en ontwikkeling gaat.
Een andere mogelijkheid is de frequent flyer levy (FFL) of veelvliegtaks zoals bepleit door A Free Ride campaign en Stay Grounded. Daarmee zouden veelvliegers bijdragen aan R&D en bovendien ook aan de openbare gezondheid omdat het juist de hogefrequentievluchten zijn die het risico op een pandemie vergroten.
We moeten eveneens naar ambitieuze maar haalbare emissienormen als stok achter de deur voor deze investeringen.
Vliegmaatschappijen hebben al toegezegd om vanaf 2020 de CO2-toename van internationale vluchten grotendeels te compenseren. Dat kan uitgebreid worden tot binnenlandse vluchten. Maar op termijn moeten we weg van de compensaties, die incompatibel zijn met de uiteindelijke reductie van CO2.
Omdat de lagekoolstofluchtvaarttechnologie de kinderschoenen nog moet ontgroeien, zal uitstootbeperking voorlopig neerkomen op het evenwicht vinden tussen een stijgend aantal vluchten en verbeteringen in brandstofefficiëntie. Om concreet te schetsen waarover het gaat: tussen 2013 en 2018 groeide de luchttraffiek in de VS drie keer sneller dan de brandstofefficiëntie steeg. Wereldwijd groeide het vliegverkeer zelfs zes keer sneller.
Geen zilveren kadertje maar wel een gouden kans
Tenslotte moeten we consumenten in staat stellen om duurzamere maatschappijen te belonen door het gebrek aan transparantie over vliegtuigemissies aan te pakken.
Consumenten moeten met hun beurs kunnen stemmen voor lage-emissie-maatschappijen. Veel mensen beseffen niet eens dat er 80% verschil kan zitten op de koolstofintensiteit van vluchten tussen twee dezelfde steden. Een verplichte emissierapportering per vlucht zou milieubewuste consumenten kunnen helpen om brandstof-efficiëntere vluchten te kiezen en zo de markt in de juiste richting te sturen.
Dit is nog geen garantie op succes, want een rush om dit soort standaarden te definiëren kan ook ongewenste gevolgen hebben. Zo organiseren een groot aantal maatschappijen in de VS “ghost flights” omdat de US Cares Act hen verplicht tot een minimum dienstverlening naar onderbediende luchthavens.
Er is ook veel tegenwind te verwachten tegen investeringen in nieuwe vliegtuigen net nu de brandstofprijzen met twee derde zijn gezakt sinds februari.
Maar graag of niet, Covid-19 forceert sowieso een reboot in de luchtvaart. Laten we ervoor zorgen dat die reboot ook een blijver is voor onze planeet.
In 2015 heeft het Britse bedrijf Hybrid Air Vehicles (HAV) de Airlander 10 voorgesteld als duurzaam alternatief voor de luchtvaart, maar daar werd toen totaal geen aandacht aan besteed en nu blijkbaar ook nog niet.
Het betreft een zeppelinachtig luchtschip met de gekende sigaarvorm, maar gevuld met Helium (een inert gas lichter de lucht, maar volledig brandveilig i.t.t. Watersof dat indertijd de Hindenburg fataal werd). Opstijgen en landen bij een vliegtuig vergt enorme stuwkracht (een Boeing 737 heeft 22.000 pk nodig om op te stijgen). Bij de Airlander is de stuwkracht om zowel op te stijgen, te landen als te vliegen zo klein dat dit kan met elektrische aandrijving op batterijen. Daarenboven is het luchtschip volledig bekleed met zonnecellen die de batterijen bijladen. De maximumsnelheid van 170 km/h is uiteraard een stuk lager, maar daar wordt nog aan gewerkt. Ook kunnen er in de gondel, die onderaan hangt, slechts 50 passagiers plaatsnemen, maar dat is slechts een kwestie van dimensionering. Europa heeft tot nog toe 2,5 miljoen euro subsidies gegeven aan HAV, hetgeen een peulschil is vergeleken met wat er nu in de pijplijn zit voor de luchtvaartmaatschappijen.
Dit vind ik alleszins een echt duurzame manier om te vliegen. De elektrische auto is ook 100 jaar geleden uitgevonden, samen met de zeppelin, en wordt nu volop geperfectioneerd. Laat de luchtvaart dat nu ook maar eens doen met de Airlander!
Interessante reactie van Marc Peetermans, vind ik.