Grijze, blauwe en groene waterstof
“Het Olympisch vuur zal branden als nooit tevoren bij de Spelen in Tokio. Japan wil de Olympische vlam immers niet ontsteken op aardgas, maar op waterstof,“ zo legde in februari 2020 hoogleraar ‘toekomstige energiesystemen’ Ad van Wijk van TU Delft uit. “Alle transportmiddelen zullen draaien op waterstof, net als het hele Olympisch dorp”. Van Wijk gaat prat op het W-woord. In het Nederlandse Klimaatakkoord krijgt waterstof een glansrol omdat het olie, aardgas en steenkool zou kunnen vervangen. De industrie blaast de loftrompet omdat waterstofgas, anders dan zonne- en windenergie, kan worden opgeslagen.
Veel poeha alvast. Toch zijn er een paar ‘maren’ verbonden aan deze waterstofhype. Om te beginnen moet de productie van waterstof gebeuren in speciale fabrieken[i], waar gedemineraliseerd water via elektrolyse wordt gesplitst in waterstofgas en zuurstof. Dat proces is zeer energie-intensief en vraagt al gauw een derde of meer van de elektriciteit die je erin stopt. Niet echt efficiënt dus.
Een ander probleem is dat waterstof, geproduceerd met elektriciteit, zeker niet per definitie groen, d.w.z. van duurzame oorsprong is. Zo wil Japan de waterstof voor de Olympische Spelen per schip importeren uit Australië. De bron van die waterstof is steenkool, dat een zeer hoge CO2-uitstoot heeft. Dit soort ‘vuile’ waterstof heet in het jargon ‘bruine waterstof’. Naast bruine is er ook ‘grijze waterstof‘, afkomstig van methaan of aardgas. Bij de productie komen grote hoeveelheden CO2 vrij. Als bedrijven erin zouden slagen om dat CO2 bij de productie af te vangen en op te slaan, spreken we van ‘blauwe’ waterstof’. Of die er ooit komt is nog maar de vraag. Tot nu toe is geen enkel afvangproject succesvol gebleken. Concreet uitzicht op ‘duurzaam waterstof’ uit fossiele bronnen is er dus niet. De vraag is zelfs of ‘blauwe waterstof’ geen loze belofte is, een ‘waterstofdroom’ en dus eerder een ‘transitieremmer’, die de fossiele energielobby het excuus geeft voor nog decennia ‘business as usual’.
En ‘groene’ waterstof dan? Waterstof echt ‘groen’ produceren vereist tot nader order (zie voetnoot 1) dat je vertrekt van de elektriciteit van windturbines en zonneparken. Er zijn al verscheidene plannen voor proefprojecten op zee, o.a. van de Groep Colruyt die op grote schaal groene waterstof wil produceren om er zijn vrachtwagens mee aan te drijven. Voor transport en industrie biedt deze piste perspectief ondanks het prijskaartje. Waterstof kan mogelijk ook worden ingezet als vector voor de ‘interseizoensgebonden opslag’ van wind- en zonne-energieproductie. De elektrolyse gebeurt wanneer die energie overvloedig aanwezig is – veel wind in de winter en zon in de zomer – en geeft elektriciteit terug aan het net wanneer wind en zon ontbreken. Over de distributie van waterstof – al dan niet gemengd met aardgas – via het bestaande gasnet, tenslotte, zijn de perspectieven onzeker. De gaslobby bij de EU wil het bestaande net gaan gebruiken en zelfs uitbreiden en wuift pertinente bezwaren weg dat dit volstrekt niet veilig is.
Grijs, blauw of groen, de fossiele industrie heeft intussen flink greep op het waterstofdossier in de EU, zo bleek uit onderzoek, en stuurt het in de door haar gewenste richting.
Hoe de Europese Commissie de gasindustrie het script laat schrijven voor de toekomst van waterstof in de EU
Naar de opvallend succesvolle activiteiten van de gaslobby bij de Europese Commissie deden onderzoeksjournalisten in de loop van 2020 een diepgaand onderzoek. Het behoorlijk alarmerende verslag daarvan publiceerden ze op 7 december 2020. Het volledige verslag kan u hier raadplegen.
Wat zijn de belangrijkste bevindingen van dit rapport?
- De waterstoflobby, met fossiele gasbedrijven als belangrijkste spelers, declareert jaarlijks 58,6 miljoen euro voor lobbywerk om de Brusselse beleidsvorming te beïnvloeden. In werkelijkheid gaat het vermoedelijk om veel hogere bedragen.
- Tussen december 2019 en september 2020 hadden gasbedrijven 163 vergaderingen met de EU commissarissen Timmermans, Simson, Breton, hun kabinetten en hoge ambtenaren tegenover 37 voor ngo’s.
- De draaideur is in volle gang: invloedrijke EU-topambtenaren voor energie gingen aan de slag bij het Waterstofteam van advocatenkantoor Baker McKenzie (met hoofdzetel in Chicago, VS).
- PR-bedrijf FTI Consulting – dat in de VS nep pro-fossiele ‘burgergroepen’ organiseert namens Big Oil en Big Gas (schaliegas!) – speelde een sleutelrol bij het creëren van de waterstoflobby. Zij sturen de lobbygroepen Hydrogen Europe en Hydrogen Council aan.
- De Europese waterstofstrategie van de Commissie (juli 2020) lijkt verontrustend veel op de eisen van Hydrogen Europe, inclusief doelstellingen en investeringen (€430 miljard tegen 2030) die de industrie nodig acht voor waterstof binnen en buiten de EU.
- De EU heeft de gasindustrie aan het roer gezet van verscheidene nieuwe instanties, o.m. de “Clean Hydrogen Alliance”, die een lijst moet opstellen van de waterstofprojecten die in aanmerking komen voor overheidsgeld. Van een belangenconflict gesproken!
- De waterstofindustrie kreeg tussen 2014 en 2020 meer dan 1 miljard euro belastinggeld voor researchprojecten van ‘Brandstofcellen en Waterstof’, het partnerschap van de EU Commissie en Hydrogen Europe. Hydrogen Europe staat in het centrum van de waterstofhype en kan de komende jaren rekenen op nog veel meer publieke middelen.
- Waterstofprojecten kregen volop regelgevende en financiële steun van de EU, zoals blijkt uit de Europese waterstofstrategie en de industriële strategie van de Europese Commissie. In de nieuwe verordening inzake de trans-Europese netwerken voor energie (TEN-E) en in de richtlijn inzake hernieuwbare energie staan ze eveneens centraal. Waterstofprojecten kunnen bovendien terecht bij nieuwe en bestaande EU-financieringsstromen zoals het duurzame investeringsplan, het herstel- en veerkrachtfonds, het financieringsfonds voor Europese verbindingen. Zelfs staatssteun voor “belangrijke projecten van Europees belang”is mogelijk.
- De mislukte technologie voor ‘koolstofafvang, -opslag en -gebruik’ (CCS/U) wordt nieuw leven ingeblazen. Ze krijgt politieke, financiële en regelgevende steun, zodat de EU kan rechtvaardigen dat waterstof op basis van fossiele brandstoffen wordt opgenomen in haar klimaatplannen voor 2050.
- Het overgedimensioneerde fossiele gasnetwerk van de EU is omgedoopt tot ‘Hydrogen Backbone‘, waarbij na een fase met ‘gemengd’ gas de bestaande gaspijpleidingen gewoon worden hergebruikt voor waterstof. De Europese Commissie geeft dus groen licht aan bedrijven die hun infrastructuur voor fossiel gas gewoon verder willen exploiteren.
- De ‘Hydrogen Backbone’ wordt door de industrie en door lidstaten zelfs gebruikt om controversiële megaprojecten als de Frans-Spaans-Portugese Midcate gaspijpleiding, die om klimaatredenen werd geweigerd, alsnog door te drukken.
- Ook Europese lidstaten pikken in op de waterstofhype, met ‘nationale’ strategieën en aanzienlijke financiering. Duitsland heeft 9 miljard euro uitgetrokken, waarvan 2 miljard euro voor internationale projecten, en gebruikt het EU-voorzitterschap om blauwe waterstof te promoten, ondanks publiek protest tegen fossiele brandstoffen.
De EU is dus op de waterstoftrein van de gasindustrie gesprongen. Ze promoot waterstof als de ‘schone’ brandstof van de toekomst en geeft volop politieke, financiële en regelgevende steun. Toch is momenteel minder dan 0,1 procent van de in Europa geproduceerde waterstof afkomstig van hernieuwbare of ‘koolstofarme’ elektriciteit. De lobby van de gasindustrie stuurt de komende cruciale decennia de veelgeprezen ‘waterstofeconomie’ juist in de richting van de grijze en niet van de groene waterstof. De beloofde ‘groene’ waterstof zou de EU halen uit Oekraïne en Noord-Afrika, waarbij ze de huidige neokoloniale relatie met die producenten gewoon voortzet, inclusief het afwentelen van de politieke, sociale en milieugevolgen..
Conclusie: Europa heeft nu de kans om zijn energiesysteem te transformeren en zich niet langer te binden aan een klein kartel van bedrijven uit de fossiele sector, maar lijkt te bang of niet bereid om de status quo te doorbreken. De EU probeert nu ons gassysteem koolstofvrij te maken via onzekere technologie zoals het afvangen en opslaan van koolstof of via de invoer van ‘groene waterstof’, die nooit in de noodzakelijke hoeveelheden duurzaam kan worden geleverd. De klimaatwetenschap dringt evenwel aan op een rechtvaardige transitie en op de geleidelijke afschaffing van alle fossiele brandstoffen en hun infrastructuur. We moeten gemeenschappen en werknemers beschermen in plaats van bedrijfswinsten.
Of dat zal gebeuren met de grote fossiele bedrijven aan het roer van de energietransitie is zeer de vraag. De Antwerpse Haven, bijvoorbeeld, rekent voor haar C02-reductieplannen op afvanginstallaties en andere schone beloften van Ineos.
Meer daarover in een volgende bijdrage over CO2, methaan, waterstof greenwashing en Ineos Project One.
[i] Onderzoekers van de KU Leuven zijn erin geslaagd om een speciaal zonnepaneel te ontwikkelen dat waterstofgas maakt uit het vocht in de lucht. Na 10 jaar ontwikkeling is het rendement van één paneel opgedreven tot 250 liter per dag, een wereldrecord volgens de onderzoekers en de eerste indicatie dat betaalbare groene waterstof mogelijk is. Twintig van deze zonnepanelen zouden een gezin een winter lang van stroom en warmte kunnen voorzien. De ingenieurs toonden ons hun prototype in wereldprimeur. De eerste veldproef staat in de steigers. (vrt, Ben Vanheukelom, Luc Pauwels, William Laenen, di 26 feb 2019)
Lees over de waterstofhype ook Waterstof doet beleggers watertanden.
En Ineos schrapt PDH-installatie maar waterstoffabel blijft overeind.
Oekraïne zal vanaf 24 februari 2022 zeker niet meer kunnen fungeren als leverancier van groene waterstof voor West-Europa. Sinds het bezoek van koning Filip aan Oman samen met Tinne Van der Straeten zal vooral dat zonnige land de hofleverancier worden en ijvert BDW om van Antwerpen de waterstofhub van heel Europa te worden.