AI gegenereerde afbeelding van een bosbrand

“De wereld staat in brand!” (dixit Greta Thunberg…)

In 2023 is er in Europa al minstens 400.000 ha bos in de vlammen opgegaan en dat kost ons ruim 4 miljard euro. Dat is niet alleen het verlies aan biodiversiteit of timmer- en brandhout, maar ook brandschade aan infrastructuur, opruimingswerk en herbebossing na verloop van tijd. Daarbij komt de gezondheidsschade aan duizenden mensen die met rook vervuilde lucht inademen. Als tabaksrook tot 600 chemische stoffen bevat, dan komen er bij bosbranden tot zelfs 7000 schadelijke stoffen vrij, waaronder kwik en arseen. 
Hevige bosbranden tasten ook de bosbodem aan: er ontstaat een hydrofobe of waterafstotende laag, die zowel verhindert dat er nieuwe bomen kunnen wortel schieten als dat de grondwatertafel zich kan herstellen. Zo kan er geen nieuwe koolstof in de bodem opgeslagen worden via de wortelstelsels en bij hevige neerslag kunnen rivieren de hoeveelheid regenwater niet aan en veroorzaken ze overstromingen stroomafwaarts. Tegelijk krijgen de bomen meer dorst, elke stijging met één graad vereist immers 15% meer neerslag om aan de waterbehoefte van de bomen te voldoen. Tenslotte kan de rook van megabosbranden zich over grote afstanden verplaatsen, waardoor bv. de ijskap van Groenland letterlijk ‘zwarte sneeuw’ ziet en nog sneller afsmelt.

Veen beschermen én herstellen

Tijdens het Pinksterweekend begin 2023 kregen we alvast een waarschuwing dat we meer voor onze resterende veengebieden moeten zorgen en waar mogelijk ze ook best herstellen. Er brak toen brand uit in de Hoge Venen, die op een nogal amateuristische wijze geblust werd met een helikopter met één blusemmer die amper 1000 liter water bevatte. De tweede emmer zgn ‘bambi bucket’ bleek lek… Een modern blusvliegtuig neemt minstens vijf keer meer bluswater of brandvertragers mee. Hadden we niet beter een paar van onze oude C-130’s ‘Hercules’ behouden en omgebouwd tot blusvliegtuig, zoals ze in nota bene in Marokko hebben gedaan. En we zouden ook veengebieden kunnen herstellen, zodat we over een aantal jaar niet alleen in de Hoge Venen, maar ook in de ‘Lage Venen’ kunnen gaan stappen. 

In 2007 woedde er een grote toendrabrand in het hoge noorden van Canada. Er kwam toen 2,2 miljoen ton CO2 vrij, zowat dezelfde hoeveelheid die in een heel jaar door veengronden in het Arctische gebied wordt vastgelegd. Dat is dubbel zorgwekkend omdat veengebieden net onze grootste bondgenoten zijn in de natuurlijke opslag van koolstofdioxide door vegetatie, in casu veenmossen. De aangroei van die veenlagen gaat echter erg langzaam – één centimeter per decade – maar een hectare veengrond kan in zijn bovenste 15 cm evenveel koolstof bevatten als een hectare volgroeid tropisch regenwoud. Volgens het Klimaatpanel van de VN bevatten de resterende veenlanden wereldwijd ruim 40% van alle bodemkoolstof terwijl ze slechts 3 à 4% van het aardoppervlak beslaan. (oliepalmplantages!) 

Vuurstormwolken

De voorbije jaren hebben we ook kennis gemaakt met een nieuw fenomeen dat veroorzaakt wordt door hevige bosbranden, zgn. vuurstormwolken of pyrocumulonimbus waardoor grote bosbranden niet langer een lokaal probleem vormen. Die vuurstormwolken produceren hun eigen bliksems, waardoor op aanzienlijke afstanden nieuwe bosbranden worden aangestoken. Daardoor komen de levens van brandweerlui in gevaar. Hun leuze ‘One foot in the black, one foot in the green’ gaat dan niet langer op. Weetje: een shift van 24 uur met korte rustpauzen kan tot zes liter vochtverlies leiden. Zo verliezen ze ook heel wat lichaamszout. Ondertussen wijzen Noord-Amerikaanse studies erop dat fire fighters meer kans lopen op hartaandoeningen door het inademen van ultrafijnstof en op mentale problemen, tot en met posttraumatische stress. Als ze het al niet met hun leven bekopen.

Maar ook in verticale richting hebben vuurstormwolken een impact tot in de hogere luchtlagen, zelfs tot aan de grens met de stratosfeer. Ze kunnen daar een tijdelijk ozongat veroorzaken. Hoewel de impact op stratosferisch ozon vooralsnog beperkt blijft, zou een intensifiëring van bosbranden dit probleem kunnen verergeren. Nog verontrustender is de vaststelling dat methaan – een sterk broeikasgas – de afgelopen jaren minder snel wordt afgebroken door natuurlijke chemische reacties. Koolstofmonoxide afkomstig van bosbranden blijkt hier de boosdoener. Op bijna 40 km hoogte is er geen neerslag meer waardoor er geen zgn. wash-out plaatsvindt. Een sluier van roetdeeltjes zorgt voor het lokale dimmen van het zonlicht. Dat is vergelijkbaar met wat in de jaren tachtig voor het eerst als een ‘nucleaire winter’ werd omschreven. Dat fenomeen is het gevolg van de daadwerkelijke inzet van tactische kernwapens, zelf als gevolg van een ‘beperkte’ kernoorlog tussen bv. India en Pakistan. Die inzet van minder dan 1% van het huidige kernwapenarsenaal zou uiteindelijk wel 2 miljard hongerdoden kunnen veroorzaken. Er zou immers zoveel rook in de hoge atmosfeer terechtkomen, die niet alleen het zonlicht dimt maar ook de ozonlaag massaal zou afbreken. Voedselproductie in het noordelijk halfrond zou de eerste jaren drastisch terugvallen.

Jaarlijks zijn er meer dan 7.000 bosbranden in Canada, maar de getroffen oppervlakte is sinds de jaren ’70 meer dan verdubbeld. Als de klimaatopwarming zich onverminderd doorzet dan zal die oppervlakte tegen 2050 nogmaals verdubbeld zijn. Bovendien zijn er bij elke stijging van 1 graad 12% meer blikseminslagen. Daardoor zal tegen 2025 al twee derde van het Noord-Amerikaans budget van de forestry services naar bosbrandbestrijding gaan. We mogen ook niet vergeten dat de boreale wouden van Canada en Alaska het biotoop vormen van de helft van Noord-Amerika’s vogelsoorten en het broedgebied van drie miljard trekvogels.

Vulkanen

Op Oudejaarsavond van 2019 was de impact van dergelijke vuurstormwolk in Australië vergelijkbaar met die van een gemiddeld grote vulkaanuitbarsting. Rond die jaarwisseling is daar zo’n 5,5 miljoen hectare bos in de as gelegd, bijna twee keer de oppervlakte van ons land. Wetenschappers vragen zich dan ook af wat er zal gebeuren als een grote vulkaaneruptie, zoals die van de Filipijnse Mount Pinatubo in 1991, samenvalt met megabosbranden die steeds couranter worden. Veel erger zou een kernoorlog zijn die niet alleen megasteden met hun hout, plastics, asfalt en fossiele brandstoffen in de fik zou steken en in combinatie met megabosbranden een nucleaire winter zou veroorzaken. Kortom, een ware apocalyps zou veroorzaken. We moeten dus vooral beducht zijn voor megabosbranden als gevolg van niet gewilde nucleaire detonaties, een negatieve synergie van klimaatontwrichting zouden veroorzaken. 

Jaarlijks lozen onderzeese en bovengrondse vulkaanuitbarstingen wereldwijd tussen de 130 à 230 miljoen ton CO2in de atmosfeer. Alleen de grote uitbarstingen zoals die van de Pinatubo in 1991 in de Filipijnen die 42 miljoen ton CO2 aan de atmosfeer heeft toegevoegd, halen de media. Dergelijke uitstoot is vergelijkbaar met de uitstoot van het UK gedurende enkele weken. Die uitstoot heeft ervoor gezorgd dat de gemiddelde mondiale temperatuur in 1992 ongeveer een halve graad lager was. Een tijdelijke afkoeling die echter snel verdwijnt door de klimaatgassen die decennialang in de atmosfeer blijven hangen. De totale bijdrage van vulkanen aan de koolstofbalans is trouwens wereldwijd nog steeds 100 maal minder dan de menselijke uitstoot van koolstofdioxide.

Alarmerende kloof

Tijdens de COP 26 van eind 2021 in Glasgow werd voor het eerst een expliciete verwijzing gemaakt naar fossiele brandstoffen in de slotdocumenten van het IPCC, meer bepaald rond een uitfasering van energieopwekking met steenkool zonder koolstofafvang (unabated coal power). Uitfasering van alle stroomopwekking door steenkool bleek toen niet haalbaar, vooral omwille van het verzet in het globale zuiden en ook in sommige Oost-Europese landen, zoals Polen dat momenteel nog erg afhankelijk is van steenkool voor stroomopwekkingen. Overigens is ook Duitsland nog steeds afhankelijk van bruinkool… 

Ondertussen blijft de kloof groeien tussen de noodzakelijke vermindering van uitstoot van broeikasgassen om beneden twee graden mondiale opwarming, en beter nog anderhalve graad te blijven en de plannen van de fossiele energiemaatschappijen om nieuwe olie- gas en steenkoolbronnen aan te boren. Het nieuwste Production Gap Report van UNEP et al. komt tot de alarmerende vaststelling dat er tegen 2030 ruim tweemaal zoveel fossiele energie geproduceerd zal worden als toegelaten om beneden 1,5 graden Celsius opwarming te blijven en 70% te veel productie om de twee graden niet te overschrijden. Tegen 2050 zou de geplande productie van fossiele energie al 350% en 150% te hoog zijn om respectievelijk beneden 1,5°C en 2°C opwarming te blijven. Als we slechts kijken naar de geplande productie van fossiele energie door de tien rijkste landen, dan is die op zich al groot genoeg om de limiet van anderhalve graad mondiale opwarming tegen 2040 te overschrijden. 

Op COP 27 in het Egyptische Sharm El Sjeik hebben een aantal landen de zgn. Global Methane Pledge ondertekend, waarmee de methaan verliezen tijdens de winning en het transport van aardgas met 30% zou worden gereduceerd tegen 2030. Om echter beneden de anderhalve graad grens te blijven zou er tweemaal zoveel minder methaan verloren moeten gaan. Methaan is immers het tweede belangrijkste broeikasgas na koolstofdioxide en is wel 80 maal zo sterk. Omdat het echter maar een tiental jaar in de atmosfeer blijft, kan hier sneller resultaat geboekt worden in de strijd tegen de verdere opwarming van de atmosfeer. Maar dan moet ook de productie van aardgas verminderen, hetgeen echter niet vermeld wordt in deze ‘methaanbelofte’. 

Klimaatcrisis is vooral een sociale uitdaging 

Eind augustus 2023 haalde de verkoop van staatsbons bijna 22 miljard euro op. Wie daarop intekende zal er allicht niet hebben bij stilgestaan dat onze overheid jaarlijks fossiele brandstoffen met zo’n 13 miljard euro subsidieert. Dit terwijl ons verbruik van gas, steenkool en olie zo snel mogelijk moet dalen. Ondertussen maken energiereuzen als Exxon, Chevron, Shell en BP miljarden winsten die vooral naar hun aandeelhouders gaan, terwijl ze geïnvesteerd zouden moeten worden in klimaatvriendelijke energie. 

Veel landen in het Globale Zuiden krijgen nu al zware klimaatklappen te verwerken, terwijl continenten als Afrika en Latijns-Amerika samen verantwoordelijk zijn voor amper 6% van de uitstoot van broeikasgassen in de periode 1751 – 2017. In 2021 was de jaarlijkse gemiddelde uitstoot van een Indiër bijna 2,5 ton CO2-equivalent(2), van een Chinees 8,4 ton, van een Amerikaan 17,75 ton en van een doorsnee Belg ruim 10 ton. De helft van de klimaatgassen is bovendien afkomstig van de productie van goederen, van ertswinning tot afvalfase. Kortom, klimaatverandering is naast een groot ecologisch probleem, ook een uitdagend sociaal probleem van herverdeling van middelen en macht. Bovendien is de klimaatproblematiek nauw gelinkt aan de groeiende biodiversiteits- en migratiecrisis die voor ernstige conflicten zal zorgen rond water, voedsel en nieuwe pandemieën. (cfr. Gaza) 

Meer wapens, meer uitstoot!

Ook het voorgestelde minimum 2% van het BNP voor militaire uitgaven voor elk NAVO-lid betekent voor de periode 2021-2028 een extra uitgave van 2.570 miljard dollar, waardoor er in die periode 11.800 miljard dollar door de NAVO zal worden uitgegeven. Daarmee zou de kost van klimaatadaptatie van alle arme landen 34 jaar lang bekostigd kunnen worden. Of de Europese Green Deal die ruim 1000 miljard euro kost om tegen 2030 de uitstoot van broeikasgassen met 55% te verminderen vergeleken met die van 1990. 

Concreet zou als die 2% norm wordt gerealiseerd de totale uitstoot in ton CO2eq van de NATO met 7% toenemen tot 209 miljoen ton broeikasgassen (nu is die 196 miljoen ton, waarvan 70% voor rekening van de Amerikanen). Tegen 2028 zou de totale uitstoot van de NATO al 295 miljoen ton CO2eq bedragen, een toename met ruim de helft! De totale militaire koolstofvoetafdruk van de NATO is nu al groter dan die van Qatar, wereldwijd de grootste exporteur van LNG en bijna even groot (80%) als de jaarlijkse uitstoot van de Verenigde Arabische Emiraten (UAE), de gastheer van de voorbije klimaattop COP 28. 

De B-61 kernbommen die door onze F-16 jachtbommenwerpers afgegooid kunnen worden, zijn ook flexibel: ze kunnen worden afgesteld tot maximaal 50 kiloton. Volgens de US Doctrine for Joint Theater Nuclear Operations uit 1996 vallen ze hierdoor in de klasse van medium yield (10 tot 50 kiloton). High en very high yield staan dan respectievelijk voor kernwapens met een vernietigingskracht van 50 tot 500 kiloton en meer dan 500 kiloton. De Hiroshima-bom was 15 kiloton zwaar… 

Dergelijke ‘low yield’ kernwapentypes werken echter drempelverlagend voor de inzet van kernwapens. Een regionaal conflict kan immers snel escaleren tot een veel groter conflict, met inzet van zwaardere kernwapens. De gemoderniseerde B-61-12 bommen zijn veel accurater dan hun voorgangers qua trefzekerheid van het doel omdat ze na het droppen nog kunnen worden bijgestuurd via laser. Dit moderniseringsprogramma kost 10 miljard dollar, terwijl de totale moderniseringskost van het Amerikaanse kernarsenaal de komende tien jaar ruim 750 miljard dollar gaat kosten. 

“Ik weet niet waarom zoveel mensen het hun taak vinden 
om te strooien met moedeloosheid – wellicht heeft dat 
iets te maken met de verwarrende relatie tussen feiten en emoties. 
Ik blijf het zeggen: als emotie wil ik wanhoop best respecteren, 
maar niet als analyse. 
Je kunt compleet gevloerd worden door de situatie 
en er toch niet van uitgaan dat dit per se de afloop voorspelt; 
je kunt je gevoelens hebben en nog altijd 
feiten sprokkelen uit betrouwbare bronnen, 
en die feiten vertellen ons dat het grote publiek niet het probleem is: 
dat zijn de fossiele brandstofindustrie en andere gevestigde belangen; 
en ze vertellen ons dat we oplossingen hebben, 
dat we weten wat we moeten doen, en dat de obstakels politiek zijn; 
en dat als we vechten, we soms winnen; 
en dat we vandaag de toekomst bepalen.” 

Rebecca Solnit in: ‘We kunnen het ons niet permitteren om klimaatdoemdenkers te zijn’ De Standaard, 7 augustus 2023 

Onze ambassadeur Chris Dutry was voor zijn pensionering journalist én lid van de studiedienst van de Gezinsbond. Hij volgde toen de klimaatproblemen op de voet. Daarbij was hij erg bekommerd om de effecten van oorlog en de voorbereidingen op mogelijke oorlog op het klimaat. Hij blijft dit volgen. En bood ons een tekst aan vol feiten die ons kunnen/moeten aansporen tot actie.

Reactie toevoegen

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met * .