De zeespiegelstijging is een van de essentiële signalen van de huidige klimaatverandering. De Nederlandse fotograaf Kadir van Lohuizen maakte er een indrukwekkend boek met een speelse titel over.
Mijn oudste dochter Evianne heeft een paar jaar geleden een huis gekocht in het Nederlandse Leiderdorp. Een mooi huis in een veilige buurt, vlakbij de scholen voor de kinderen, onze kleinkinderen. Het ligt aan de rand van het dorp, waar je uitkijkt over de vaart en de polders. Op zich is een huis kopen in Nederland, dat al decennia wordt geplaagd door woningnood, heel bijzonder. De huizen zijn er duur en de hypotheken hoog. Maar niemand zal er ook maar één seconde over nadenken dat dit huis een aantal meter onder de zeespiegel ligt. De Nederlander vertrouwt op de overheid en het technisch vernuft. De Deltawerken beschermen het land. Toch had ze beter een huis op de Veluwe gekocht.
Maxim, een neef van mijn vrouw, heeft een huis gekocht in Ruiselede. Het is een mooi hoekhuis met een leuke tuin en genoeg slaapkamers. Kleinkinderen zijn er nog niet. Ze werken allebei. Jonge mensen die in de Vlaamse polders ook rekenen op hun overheid en de techniek. Na de grote storm van 1976, waarbij Ruisbroek onder water liep, kwam hun overheid met het Sigmaplan. Ik heb jaren in Ruisbroek gewoond, maar mijn vertrouwen in het Sigmaplan is niet groot.
Het concept van de overstromingsbekkens die ook nu weer hun nut bewijzen, is goed. Tijdelijk ‘geleend oceaanwater’ valt als regen in bakken uit de lucht. Het laat de rivieren zwellen en de polders verzuipen. Het grondwater vult zich aan. De winters zijn tegenwoordig meestal te warm voor een witte Kerst en ijspret. Het regent dus veel, heel veel. Fijn dat er overstromings- en opvanggebieden zijn aangelegd. Maar over de kustbescherming en die van Antwerpen, maak ik me zorgen. Met het oog op de klimaatverandering doen we te weinig. Er is geen Belgisch klimaatplan. Gelukkig zijn er wel burgers die hun overheid hierop aanspreken in de geruchtmakende Klimaatzaak. Maar ook hier: Maxim had beter een huis gekocht in de Vlaamse Ardennen.
De zee komt eraan
Hoe voelt het nu als jouw plekje onder de zon wordt bedreigd door de, door menselijke activiteiten veroorzaakte, klimaatcrisis? Dat was de vraag die de welbespraakte, Amsterdamse fotograaf en journalist Kadir van Lohuizen, zich tien jaar geleden stelde. Op een van zijn vele reizen voor zijn fotoagentschap NOOR Images, kwam hij toevallig op de San Blas archipel terecht. Dat is een eilandengroep van 357 eilanden waarvan er een veertigtal bewoond zijn, voor de Caribische kust van Panama, ten oosten van het Panamakanaal.
Daar wonen de Kuna-indianen, een van de oorspronkelijke bewoners van Panama. Het gesprek van de dag was er de aanstaande evacuatie door de Panamese overheid, naar een hoger gelegen kuststrook op het vaste land. De Kuna kregen in 1925 zelfbeschikking. Het is een kleine traditionele gemeenschap die dicht bij de natuur leeft. Zo is scuba-diving verboden. Er mag alleen voedsel uit de zee worden opgedoken op een natuurlijke manier: diep ademhalen en duiken. Hierdoor behoren de koraalriffen tot de best bewaarde ter wereld. En de Kuna-indianen leven gezond, zonder de bekende welvaartsziekten zoals een hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten.
Maar evenals bij vele inheemse volkeren wordt hun leven bedreigd door menselijke activiteiten die ver weg plaatsvinden. En dat is voor de Kuna niet de eerste keer. Vijf eeuwen geleden was het de Spaanse ontdekkingsreiziger en conquistador Francisco Pizarro (1476 – 1541) die hun wereld op zijn kop zette. Nu is het de vervuilende, nietsontziende, Westerse levensstijl, waar het dictaat van de economische groei heerst. CO2-vervuiling door de industrie heeft uiteindelijk mondiale, ecologische gevolgen. Het warmt de planeet op. Door die warmte zet het water uit en stijgt de zeespiegel. Door die warmte smelten ijskappen, zoals die van Groenland, en stijgt de zeespiegel…
Na ons de zondvloed
In zijn inleiding verteld Kadir van Lohuizen over zijn eerste bezoek aan de Kuna-Indianen. ‘De zee komt eraan’ zei men tegen hem. Maar hij begreep het, ondanks zijn Hollandse roots, niet. ‘De zee vernietigd onze huizen. De zee maakt onze gewassen kapot, we kunnen ze niet meer verbouwen. Ons drinkwater wordt zout’, zei men. En toen viel zijn kwartje.
Dat was de aanleiding voor zijn schitterende fotoboek, dat Lannoo onlangs heeft gepubliceerd. Het is een kloek boek met een prachtige lay-out die het zeer toegankelijk maakt. Op de omslag loopt een kind vrolijk en op haar gemak, door de Tarawa-lagune van Kiribati in de Stille Oceaan. Ze loopt demonstratief weg van de feloranje gekeurde woorden van de pakkende titel: After us the Deluge. Ruim 280 pagina’s kijk- en leesplezier.
Het is een indrukwekkende reis door de wereld. Maar het is ook een reis met een helder verwoorde boodschap: De zee komt eraan! Het is weer, en dat bedoel ik niet negatief, een wake-up call. Al meer dan een halve eeuw waarschuwen wetenschappers in toenemende mate voor de verwachte, extreem vervuilende gevolgen van de Brits industriële revolutie die twee eeuwen geleden begon. Ruim dertig jaar wijst het VN-klimaatpanel (het IPCC) op de grote, maatschappelijke gevolgen van de klimaatopwarming.
Onze wereld drijft op het gebruik van fossiele brandstoffen. In enkele decennia zijn er sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog gigantische hoeveelheden fossiele zonne-energie doorgejaagd. We vergeten dat het tientallen miljoenen jaren heeft geduurd voor die oude zonne-energie als fossiele brandstof in hapklare brokken op ons lag te wachten. De gevolgen van het gebruik ervan leiden niet alleen tot de huidige klimaatcrisis. Het vormt het fundament van onze verspillende manier van leven en de vernietiging van de natuur en biodiversiteit. Langzaam maar zeker tekent zich eindelijk een kentering af. Zelfs bij politici en grootindustriëlen, zoals op de jaarlijkse bijeenkomsten van het Wereld Economisch Forum blijkt.
Water is overal
De Nederlandse watergezant Henk Ovink opent het boek met een goed onderbouwd en goed leesbaar verhaal over water en klimaatverandering. Water is veel meer dan een schijnbaar eindeloze oceaanoppervlakte die de bovenkant van de oceanische ruimte vormt en aan onze kusten knaagt. Water en vooral de toegang ertoe, is een complex verhaal. Een verhaal dat onze wereld verbindt en scheidt. Het is ook een geopolitiek verhaal. Het gaat over het bouwen van dammen, het delen van drinkwater, het aanleggen van spaarbekkens zoals we dat in Vlaanderen steeds meer gaan doen en droogte die onze oogsten bedreigen. We zien het, we voelen het, maar we leggen te weinig het verband met onszelf, met onze niet-duurzame manier van leven en met de klimaatcrisis.
De informatieve illustraties op pagina 14 en 15 schetsen in een notendop waar het om gaat. Op de ene zie je twee IPCC-scenario’s: RCP-4.5 en RCP-8.5. Op 30 januari was Kadir van Lohuizen te gast in het Nederlandse actualiteitenprogramma Buitenhof, waar ook Thierry Baudet te gast was. De non-verbale communicatie tussen beide heren sprak boekdelen, zelfs al terwijl een ander gesprek aan de gang was.
Van Lohuizen vertelde enthousiast over zijn boek. Hij wees erop dat we eigenlijk al lang van het slechtste IPCC-scenario RCP-8.5 zouden moeten uitgaan. De zeespiegel stijgt veel sneller dan waarmee men in zijn land rekening houdt. Even later ontkent Baudet glashard de geschetste gevolgen van de klimaatcrisis. Hoe zo, een crisis?
In zijn boek neemt Van Lohuizen je mee naar Groenland, waar een deel van al dat nieuwe water vandaan komt. Via de in toenemende mate door wervelstormen geplaagde Verenigde Staten gaan we naar Panama. Daar zoekt hij de Kuna-indianen weer op. Hij volgt het evacuatieproces, waarvan Elliot Brown de ontwikkelingen schetst in de inleiding op het hoofdstuk. Zoals bij alle inleidingen van de zeven hoofdstukken is het een goed geschreven en boeiend verhaal. Het is een verhaal van hoop en teleurstelling. Het blijkt maar weer eens dat de ambtelijke molens langzaam malen, als ze al malen. Maar zijn beelden spreken een duidelijke taal. Je wordt er stil van, je voelt de dreiging van de zee.
Het land zinkt en de zeespiegel rijst
De combinatie van die twee is niet prettig. De Indonesische hoofdstad Jakarta is zo’n plek. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van de Nederlands-Indonesische Snellius-II Expeditie in het begin van de jaren 1980, kwam ik er vaak. Het eten is er fantastisch en het land is mooi. Een archipel met meer dan 13.000 eilanden, waar water een deel van het leven is. Ik bezocht er Tanjung Priok, waar zich de haven bevindt. Daar leven de mensen bijna letterlijk in het water. Uit de beelden van Kadir van Lohuizen, blijkt dat er niet veel veranderd is. Wel is de situatie behoorlijk verslechterd.
De Britse Industriële revolutie bracht 200 jaar lang vooruitgang en als keerzijde een ongekende vervuiling. Die leidt nu tot klimaatverandering, verlies aan biodiversiteit en bedreigt de gezondheid van de natuur, de oceaan en de mens.
Jakarta illustreert op treffende wijze wat er gebeurt als een stad uit zijn voegen groeit. Sinds de tijd van onze expeditie verdrievoudigde de populatie tot ruim 35 miljoen mensen. Deze urbanisatie wordt in de inleiding weer goed uitgelegd. Het is een beeld dat we overal in de wereld in kustgebieden zien. Maar een bodemdaling, door het onttrekken van grondwater, van circa één meter in vier jaar: dat is ongekend. De beelden van Kadir van door het water wadende kinderen, vertellen het verhaal. Ook de beelden van de ontzettende vervuiling zijn indringend.
Aan de andere kant van die oceaan laat hij ons kennis maken met Bangladesh, een van de dichtstbevolkte landen ter wereld. Het is het land van de Ganges en de Brahmaputra. Als in een waaier stromen de vele vertakkingen ervan door de vruchtbare delta. Shariff Jamil beschrijft hoe men op de klimaatcrisis reageert. Het is een verhaal van mitigatie en adaptatie, van hoop en verdriet, van het vinden van nieuwe evenwichten in het samenleven met de natuur. Weer een verhaal met een boodschap die wordt ondersteund en geaccentueerd door schitterende beelden van de mens en zijn activiteiten.
Vluchten kan niet meer
De inleiding bij de indrukwekkende fotoreeks over Kiribati is geschreven door de oud-president Anote Tong, de zoon van een Chinese migrant. Hij is een man met visie. Zo werd er in 2006 een zeegebied van bijna 185.000 km2 beschermd gebied en verklaarde hij in 2020 dat er een gebied van 6,7 miljoen km2 zou moeten worden beschermd. Hij heeft en geeft een duidelijk beeld van de problemen waar zijn land, door de onontkoombare zeespiegelstijging mee te maken heeft en zal krijgen. Maar waar kun je als klimaatvluchteling terecht als je land verdrinkt?
Kiribati is evenals de Marshalleilanden (die ook in het boek aan bod komen) een eilandenrijk in Oceanië. Kiribati bestaat uit een dertigtal atollen met een landoppervlakte van 747km2, verspreid in de Stille Oceaan. Het is onderdeel van de regio’s Micronesië en Polynesië waar Hawaï en Nieuw-Zeeland bekende voorbeelden van zijn. Het grenst aan Melanesië waarvan de Fiji-eilanden een onderdeel zijn. Samen met Australië vormen deze gebieden Oceanië. De vele paradijselijke eilanden zijn vaak populaire toeristische bestemmingen.
Door hun uitgestrekte zeegebieden zijn het ook ‘oceaanstaten’. Zo is de oppervlakte van de Exclusieve Economische Zone van Kiribati ruim 3,5 miljoen km2. Dat is 4685 keer het landoppervlak. Vandaar dat ik dit soort landen oceaanstaten noem. Want ook al zijn de Kiribati-eilanden niet bewoonbaar, het oceaangebied blijft volgens het internationale recht van hen. Geopolitiek zijn eilanden die bijna kopje onder gaan, van groot belang. Dat zien we in de Zuid-Chinese Zee waar de Chinese overheid hun claims op uitgerekte zeegebieden letterlijk versterkt door eilanden iets op te hogen en er landingsbanen aan te leggen.
Herhaaldelijk hebben de regeringen van deze bedreigde eilanden in de Stille en Indische Oceaan erop gewezen dat de zee hun land opslokt. En dat is het gevolg van de snelle, bijna lineaire toename van de CO2-uitstoot in verweggelegen geïndustrialiseerde en industrialiserende landen. Dit gekoppeld aan een snelle mondiale bevolkingsgroei en een welvaartsgroei in vooral de Westerse wereld.
Oud-president Anote Tong wijst er in zijn inleiding op dat zijn volk in toenemende mate migreert naar Fiji, Australië en Nieuw-Zeeland. Het probleem wordt nu regionaal aangepakt, maar eigenlijk is dit een zaak voor de VN die om te beginnen de status en rechten en plichten van een klimaatvluchteling zou moeten definiëren. In Fiji kocht men land om er blijvend te gaan wonen. Dat is nu verboden. In Nieuw-Zeeland gelden er nu quota voor de toelating van migranten uit de bedreigde, laaggelegen eilanden. In Europa hebben we quota voor het vangen van vis…
Wat nu?
Over de vraag waar al dat water vandaan komt heeft Van Lohuizen een mooie fotoreeks van Groenland gemaakt. Een land waar de Vikingen tijdens de Warme Middeleeuwen voet aan wal zetten. Dorthe Dahl-Jensen legt uit wat er aan de hand is. Uit onderzoek dat onlangs in Nature werd gepubliceerd, blijkt weer eens dat het afsmelten van het landijs alleen maar toeneemt. Groenland schudt langzaam maar zeker, evenals Antarctica aan de andere kant van de aarde, zijn koude ijsjas af.
Zowel op mondiaal niveau als voor de Lage Landen is wat er op Antarctica gebeurt belangrijk. De omvang van het Antarctische ijs is vele malen groter dan die van Groenland. De hierdoor veroorzaakte zeespiegelstijging is bijna tien keer zo groot. Bovendien is het effect van het afsmelten van bijvoorbeeld het landijs op het Antarctisch Schiereiland op de zeespiegelstijging bij ons, groter dan die van het afsmelten van het Groenlandse ijs.
Het afsmelten van deze landijskappen is onontkoombaar. De cruciale vraag is echter: hoe snel zal dat gaan? Het antwoord is: we weten dat niet precies, maar het gaat wel veel sneller dan we denken!
In de inleiding over Groenland gaan we terug naar de geologische tijd en naar een situatie waarin de Arctische Oceaan vooral zoet was. Dat was een heel andere wereld. Maar ook toen leefden er mensen in België en Nederland. Zij pasten zich aan. Ze bewogen, evenals de planten- en dierenwereld, mee met deze veranderingen. Maar dat kan nu niet meer, zegt men. Toch blijft niemand op zijn plek zitten als de boel overstroomt. Maar waar kunnen die miljoenen Nederlanders en Vlamingen dan heengaan?
In het laatste hoofdstuk keert Kadir van Lohuizen terug naar zijn Amsterdam. Nederland, de naam zegt het al: een ingedijkt stukje land aan de Noordzee. Het was de Franse filosoof René Descartes (1598-1650), die beweerde dat God de aarde schiep, maar de Hollanders hun land. Wat dat betreft heeft hij wel degelijk gelijk. Het waren de Hollanders die door hun ongebreidelde veenafgravingen, Holland weer onderwater zetten en het vervolgens indijkten. Turf was daar in de 16de tot 18de eeuw de energiebron voor de economie.
Nederland is getekend door overstromingen en inpolderingen. Toch sloeg de zee in 1953 nog eens toe. Volgens Van Lohuizen was dat een wake-up call voor de klimaatcrisis. Maar dat vind ik wel wat erg kort door de bocht. Daarna volgde het ene technologische hoogstandje op het andere binnen de Deltawerken dat uiteindelijk € 5 miljard heeft gekost.
Decennialang werd er aan de veiligheid van het land gewerkt. Uiteindelijk waren de deltawerken af en werd het land veilig verklaard. Waterbeheer werd een exportproduct. Van Lohuizen geeft een indrukwekkend overzicht van de technologische hoogstandjes zoals de Oosterscheldekering en Maeslantkering en de innovatieve aanpak van ‘Bouwen met de Natuur’, door de aanleg van de Zandmotor. Het is jammer dat vergelijkbare innovatieve oplossingen in het Belgische Sigmaplan, zoals de aanleg van overstromingsgebieden, niet aan de orde komen.
Stof tot nadenken
Zeespiegelstijging meten we in millimeter per jaar. De milieuactiviste Marjan Minnesma geeft hiervan een informatieve illustratie op pagina 245 van haar uitstekende inleiding. De stijging versnelt en er was een nieuw Deltaprogramma nodig voor waterveiligheid, zoetwater en ruimtelijke adaptatie. Tot 2032 is hiervoor € 20 miljard gereserveerd. Elke Nederlander denkt daarom dat men wel veilig is in de Hollandse badkuip waarin de Randstad ligt. Nederland verhoogt uiteraard ook de Scheldedijken in Zeeland, wat goed is voor het laaggelegen Vlaamse land. Het moet u dus niet verbazen dat mijn dochter en de neef van mijn vrouw er geen moment bij nadenken als ze een huis in het laaggelegen Leiderdorp en Ruiselede kopen.
Het is de afgelopen jaren duidelijk geworden dat het IPCC-worstcasescenario 8.5, al lang niet meer de worst case is. Voortschrijdend inzicht heet dat. Tegelijkertijd laten regeringen het afweten wat hun klimaatambities betreft. Jongeren en grootouders laten van zich horen. De roep om verandering is groot en er is hoop en wil tot verandering. Het tempo ligt helaas nog wat laag. Maar wat gebeurt er als de Zeeuws-Vlaamse dijken door geldgebrek of andere urgenties niet worden verhoogd? Of wanneer dat stukje Nederland aan de zee wordt teruggegeven als natuurcompensatie?
Kadir van Lohuizen wijst er terecht op dat de klimaatvluchteling juridisch niet bestaat. Maar waar gaan dan die miljoenen Nederlanders en Vlamingen heen als de dijken wel doorbreken? De urgentie van de klimaatcrisis die eigenlijk al een noodtoestand is, is groot. Toch ontbreekt het gevoel van wat dat betekent op elk schaalniveau, van mondiaal tot je achtertuin. Je ziet andere insecten verschijnen of de jou zo bekende vlinders en vogels verdwijnen. En dan? Denk je dan aan de klimaatcrisis die jezelf veroorzaakt? Waarschijnlijk niet.
Toen Van Lohuizen na de verkiezingen in 2020, nog eens terug wilde naar Kiribati mocht dat niet. De nieuwe president stak evenals Trump, Bolsonaro en anderen zijn kop in het zand. Ik was gechoqueerd toen Thierry Baudet in het tv-programma Buitenhof glashard beweerde dat er geen klimaatcrisis is. Allemaal onzin, volgens hem. Voor mij is het bewust negeren van wetenschappelijke resultaten door mensen met macht en invloed, een misdaad tegen de menselijkheid.
De reis die u met Kadir van Lohuizen in After us the Deluge kunt maken is uitermate boeiend en leerzaam. Het door Lannoo uitgegeven coffee table boek is zeer verzorgd, aantrekkelijk om door te bladeren en weg te mijmeren bij de vele mooie foto’s. De ondersteunende tekst is goed leesbaar en geeft actuele informatie.
De titel is speels, maar niet defaitistisch. Integendeel, het boek roept op tot een andere manier van leven. Wellicht had er een vraagteken achter de hoofdtitel moeten staan. Wat merkwaardig is de aan de titel toegevoegde zin The Human Consequences of Rising Sea Levels. Ook hier zit iets speels in wanneer u zich bedenkt dat die stijgende zeespiegel in eerste instantie juist het gevolg is van menselijke activiteiten, die nu als de spreekwoordelijke boemerang, diezelfde mens bedreigen. Het is een ‘cadeautje’ van onze voorouders die we, zonder nadenken en in een versterkte vorm, doorgeven aan onze kinderen en kleinkinderen. We weten nu dat dit zo niet kan. We weten nu dat wij, de enige nog overblijvende mensensoort, een duurzaamheidstransitie dringend nodig hebben om te overleven. Het boek van Kadir laat dat op indringende wijze zien. Een storend foutje is dat men spreekt over ‘sea levels’ in plaats van sea level.
Het bijzondere van het boek is dat je wel degelijk het gevoel krijgt van wat de klimaatcrisis voor jou betekent, voor je gezin, je familie, je vrienden, je buurman, enz. Verplichte leerstof voor politici en industriëlen die na de coronacrisis de economie een groene draai moeten geven. En een leerzaam boek voor de rechters die de toenemende stroom van klimaatzaken moeten behandelen.
Jan Stel
Oud-hoogleraar Ocean Space and Human Activity, Universiteit Maastricht
Puurs-Sint-Amands, 7 februari 2021
Alle gebruikte illustraties verschijnen met toestemming van de Uitgeverij Lannoo.
Reactie toevoegen