Vorige week was de documentaire Duty of Care, de nieuwste film van Nic Balthazar, te zien op het filmfestival Docville. Hij won er de publieksprijs. De titel, of zijn Nederlands equivalent ‘zorgplicht’, klinkt maar al te bekend bij klimaatactivisten zoals de Grootouders. Zorgplicht is wat de overheid verschuldigd is aan de samenleving. Dat ze voor ons zorgt, ons beschermt tegen voorzienbare rampspoed. In die categorie staat de systeemcrisis (waaronder klimaat en biodiversiteit) met donkerzwarte stip bovenaan: de leefomgeving waarin de mensheid kon gedijen staat op het spel én we weten het drommels goed. Kijk maar wat het IPCC in almaar bangelijkere woorden publiceert. Het schrijft die rapporten nota bene op vraag van de politiek.
We waren niet op de première, maar een ons bekende jongere, Jelle Cabus, wel. We vroegen hem of hij voor ons zijn impressies wou schrijven. Dit is zijn bijdrage:
“What do we want?”, “Climate justice!”, “When do we want it?”, “Now!”. Op 10 oktober 2021 – de laatste keer dat ik zelf aan een klimaatactie deelnam – was de leuze aan alle kanten te horen. Wij willen klimaatrechtvaardigheid. Maar wat houdt dat nu precies in, climate justice? En wat is de beste manier om die rechtvaardigheid te realiseren?
Op 24 maart mocht ik naar de première van de nieuwe documentaire van Nic Balthazar: Duty of care. Daar hoorde ik het verhaal van Roger Cox, de advocaat gespecialiseerd in ondernemingsrecht die een idee had. Wat als we de overheid aansprakelijk stellen voor wat er de laatste jaren wel en vooral niet ondernomen is tegen de opwarming van de aarde. De overheden hadden immers zelf rechtsinstrumenten ondertekend met daarin intenties om de uitstoot en de daaruitvolgende opwarming tegen te gaan. In het begin geloofden weinigen in de slaagkansen van dit voornemen. Maar geleidelijkaan ontstonden er wereldwijd kleine groepen mensen die het idee van Cox overnamen en hetzelfde probeerden te verwezenlijken.
Over de hele wereld kwamen er zogenaamde klimaatzaken; die de laatste jaren dan vaak ook nog gewonnen werden. Maar bij de winst van de zaken doken ook duidelijke beperkingen op. Het rechtstreekse en nogal agressieve karakter van een juridisch proces lijkt overheden in een positie te duwen waar ze niet graag in terecht komen. Zo probeerden overheden op elke manier verantwoordelijkheid van zich af te schuiven. In sommige gevallen, zoals in Duitsland, had dat vooral positieve gevolgen, met een overheid die probeerde de schade te compenseren door massaal in groene energie te investeren, meteen op het moment dat de zaak aangespannen werd. In België reageerden de overheden echter een pak minder sportief, eigenlijk helemaal niet.
Het probleem ontwijken leek voor beleidsmakers een betere oplossing dan de gevolgen van hun ondermaats beleid te dragen. Het gebrek aan dwangmaatregelen in deze uitspraak maakt de Belgische overwinning ook meer symbolisch van aard. Het echte gevoel van ‘Climate Justice’ bleef dan ook uit. Dat was lang niet overal zo; in verschillende landen werden overheden, en later ook bedrijven, bindende maatregelen opgelegd om de klimaatopwarming en uitstoot van broeikasgassen aan te pakken. In veel van die landen bleek wel dat overheden zich lang niet altijd aan de maatregelen hielden.
Deze documentaire geeft wel de indruk dat elke klimaatzaak succesvol was. Dat is jammer genoeg niet zo. Verschillende zaken wereldwijd zijn na jarenlang aanslepen uiteindelijk op niks uitgedraaid. Dat toont aan dat je lang niet alleen op het recht mag vertrouwen om over te gaan tot klimaatrevolutie. De vorm van recht en rechtspraak die we vandaag kennen blijft een stroef en conservatief instrument. Overheden lijken ook minder en minder geneigd zich aan deze uitspraken te houden. Zoals eerder al vermeld, bleef enig antwoord op de zaak vanuit de Belgische politiek uit. Hoewel deze tendens zeer verontrustend is, toont hij ook aan dat enkel op recht vertrouwen om de klimaatcrisis op te lossen weinig hoopvol is. We moeten dus inzetten op een zo doeltreffend mogelijke combinatie van acties.
Wat de documentaire wel uitstekend doet, is werven. Ik kan me heel goed voorstellen dat een groot deel van de geëngageerde advocaten die deze documentaire te zien krijgt, het voelt kriebelen om zelf een klimaatzaak te starten of zich erbij aan te sluiten. Of het de meest toegankelijke manier is om aan klimaatactivisme te doen is twijfelachtig. De wereld van het recht is niet heel toegankelijk en voor de man in de straat met weinig juridische kennis blijft het een ver-van-mijn-bed-show. Daarom blijft strijd op verschillende fronten essentieel. Alleen door aan beleidsmakers te tonen dat de aanpak van de klimaatproblematiek breed gedragen wordt door de bevolking kunnen we het beleid langdurig beïnvloeden. De straat zal voor altijd de plaats blijven waar het échte verschil gemaakt wordt.
Jelle Cabus, 3 april 2022
Meer over de documentaire Duty of Care vindt u op de site van Docville
Reactie toevoegen