Een droom over mijn kleinzoon Obi in 2050
Ik zie mijn kleinzoon Obi in het jaar 2050. Hij is dan 40 jaar en vader van een dochter van 11 en een zoon van 9. Dat zijn mijn achterkleinkinderen die ik helaas nooit heb gekend. Ze leven in een grote, groene stad. Op vele daktuinen werken dakboeren. In veel straten heb je bloemrijke groenslingers. Er zijn ook veel appelbomen en struiken met bessen. “Je mag ze lekker plukken,” zegt Obi tegen zijn kinderen. “Maar laat wat over voor de anderen, ook wat bessen voor de vogels. Die lusten dat ook graag.”
De lucht is veel gezonder
De straten hebben goten. Als het warm is door een hittegolf laat het stadsbestuur daar water in lopen. Dat is opgespaard tijdens de hevige regenbuien in het voor- en najaar. Mijn achterkleinkinderen vinden het leuk in die watergoten te spelen. Dat kan ook heel veilig, want er zijn maar weinig auto’s. De mensen verplaatsen zich met fietsen, steps en snelle trams in een eigen bedding. Daardoor is de lucht veel gezonder. Mijn achterkleinkinderen moeten niet puffen. Hun papa Obi moest dat als kind gelukkig ook niet doen, maar veel van zijn vriendjes wel. Je ziet veel oudere mensen rond lopen. Af en toe zoeken die verpozing op de vele banken. In mijn droom zag ik een gelukkige kleinzoon Obi en leuke achterkleinkinderen in een gezonde en aangename stad.
Hoe was het toen, papa ?
In mijn droom vragen mijn achterkleinkinderen aan hun papa Obi hoe het vroeger was in de stad. Obi steekt van wal : “Er waren toen heel veel auto’s. Ik moest altijd met papa of mama naar school fietsen tot ik naar de middelbare school ging, want het was veel te gevaarlijk op de weg. Mijn ouders en mijn opa hebben dikwijls deel genomen aan fietstochten om te protesteren tegen de onveiligheid en ook tegen de slechte lucht van toen. Ze deden ook mee aan de Curieuze Neuzen, een project om de luchtkwaliteit te meten in de straten. Onze straat kwam er nogal goed uit. Maar opa woonde aan een drukkere straat en daar was de lucht veel slechter. Opa moest de laatste jaren van zijn leven veel puffen om beter te kunnen ademen. Alleen aan zee waar de lucht beter was had hij minder last”.
Het stadsbestuur moést volgen
Mijn kleinzoon Obi vertelt verder : “Geleidelijk is dat veranderd. Mensen, jong en oud, gingen meer met de fiets naar de school en het werk. Daardoor moést het stadsbestuur wel veiligere en betere fietspaden aanleggen. Er kwamen ook meer trams en elektrische bussen. Een nieuw stadsbestuur gaf meer ruimte aan de zachte weggebruikers en aan het openbaar vervoer. Met een auto in de stad rijden werd moeilijker. Met de fiets ging het veel sneller. Mijn opa zei altijd dat je lichaam 10 jaar jonger was dan je kalenderleeftijd als je dagelijks 10 km fietst. En hij is blijven fietsen tot kort voor zijn dood. Ja, hij heeft nog mee gemaakt dat het fietsen aangenamer werd. Dat maakte hem heel blij”.
2019 : Klimaatspijbelaars wereldwijd zorgen voor kentering
Obi denkt even na :”Eigenlijk is het jaar 2019 heel belangrijk geweest voor de verandering. 25 weken na mekaar gingen jonge Klimaatspijbelaars één dag per week niet naar school. In verschillende steden in de hele wereld hielden ze klimaatmarsen. Ze vroegen Climate Justice, want ze wilden niet in een onherbergzame wereld terecht komen. Jullie tantes, mijn zussen, hebben soms mee betoogd. Ik niet. Ik was toen nog maar negen en was daar niet zo mee bezig. Het waren meisjes die daarmee begonnen, hier in Vlaanderen Anuna de Wever en Kyra Gantois. Hun voorbeeld was een Zweeds meisje, Greta Thunberg. Die heeft jongeren over de hele wereld geïnspireerd. Mijn opa was fier dat hij er in Brussel al de eerste keer bij was. Hij mocht toen als grootvader met de megafoon van de jongeren een woordje van aanmoediging doen”.
Obi wacht even, zijn kinderen kijken hem vragend aan. Dan neemt hij de draad van zijn verhaal weer op : “De ommekeer is niet plots gekomen. De Vlaamse regering die in dat jaar, 2019, aan de macht kwam had weinig aandacht voor de klimaatverstoring. Maar de Europese commissie wel. Die lanceerde een Green Deal en toen moésten alle landen van Europa wel mee. Ook de grote landen begonnen het voorbeeld van Europa te volgen. Dank zij die Green Deal zijn we nu in 2050 zo goed als klimaatneutraal. Mijn opa heeft het begin van de grote ommekeer nog meegemaakt. Hij zei tegen mij: “Wat een geluk dat die Klimaatspijbelaars de mensen en vooral de overheden hebben wakker geschud. Nu gaan jij en je kinderen het goed hebben.”
Met die zalige gedachte aan Obi en zijn kinderen word ik wakker uit mijn droom. Op het nieuws hoor ik dat de Klimaattop in Madrid maar weinig vooruitgang heeft geboekt. Er is nog werk te doen, denk ik, want die droom over Obi en zijn kinderen in 2050 is veel te mooi. Die moet werkelijkheid worden.
Geschreven door Hugo Van Dienderen, co-voorzitter grootouders voor het klimaat
Het is een heel mooi verhaal dat je hebt gedroomd Hugo. Het lijkt erop dat het reëel zal worden en dat iedereen zo’n droom kan waarmaken. De realiteit zal de droom halen als we allen die droom koesteren..
Bedankt, Myriam, we kunnen de droom waar maken. Mensen zijn vindingrijk, creatief en ze kunnen bijzonder goed samenwerken, zeker als de omstandigheden hen daartoe dwingen. En het planetair systeem is met zijn bosbranden, overstromingen en smeltende ijsmassa ons aan het aansporen om actie te ondernemen.