Van onze Nederlandse vrienden ontvingen we dit mooie verhaal dat we graag met u delen, een verhaal over toekomst voor onze kleinkinderen en alle volgende generaties.
Er was eens een vrouw met een groot stuk land. Haar naam was Justine Utopia Bladergroen.
Haar land was groter dan Amsterdam en Rotterdam samen en er groeiden prachtige bomen en planten en er leefden veel dieren. Ze werkte graag op haar land, maar het werk viel haar wel zwaar. Gelukkig kwamen er steeds meer mensen die haar wilden helpen. Dank zij deze hulp was zij in staat op haar land behalve bomen, ook huizen te bouwen, grachten te graven en straten aan te leggen. Ze zorgde ervoor dat iedereen een dak boven zijn hoofd kreeg.
Toen Justine zeventig jaar werd nodigde ze alle mensen, die op haar land woonden, uit voor een groot feest.
Ze vond dat het tijd werd om een mooie naam voor haar land te bedenken. De mensen hadden op haar verzoek een lijst met namen gemaakt en tijdens het feest mochten ze de naam van hun keuze omcirkelen Aan het eind van het feest zou Justine Utopia Bladergroen een toespraak houden waarin zij de naam, die door de meeste mensen was gekozen bekend maakte.
Dit is wat Justine die avond zei:
“Lieve mensen, wat hebben jullie prachtige namen voor mijn land bedacht.
De naam die de meeste stemmen heeft gekregen is Metropolis. Metropolis betekent Moederstad. Vanaf vandaag mogen jullie voor altijd in Metropolis blijven wonen. Vanaf vandaag is Metropolis jullie land. Ik ben te oud om nog zo hard te werken. Jullie hebben me altijd goed geholpen, daar ben ik jullie dankbaar voor. Daarom geef ik aan ieder van jullie een deel van Metropolis. Alle delen zijn even mooi. Je mag ermee doen wat je wilt en je moet er helemaal zelf voor zorgen. Het is je startkapitaal. Als je er goed mee omgaat, groeit het vanzelf, net als de bomen. Over 10 jaar kom ik kijken wat jullie er mee hebben gedaan. Voortaan heet mijn land Metropolis van de Toekomst en het is jullie eigendom.”
Toen riep ze heel hard:” Klaar voor de start Af!!!!!!” en gaf een harde klap op een grote luchtballon die klapte. Dat was het startschot voor Metropolis van de Toekomst. Iedereen rende meteen naar huis.
Justine vertrok stilletjes naar een geheime plek in een groot bos. De mensen zouden tien jaar lang niets van haar horen of zien. Stilletjes hoopte ze dat de mensen in Metropolis van de Toekomst veel bomen zouden blijven planten. De wereld kan niet zonder bomen en Justine al helemaal niet. Daarom had zij op haar land zulke prachtige lanen met Vleugelnoten, haar lievelingsboom, aangelegd.
De meeste mensen waren erg blij met hun cadeau. Ze noemden hun stuk land hun straat of buurt. Ze maakten goede afspraken en gingen vol plezier samen voor hun buurt zorgen.
En je weet Afspraak is Afspraak. Ze gooiden geen rommel op straat, maakten hun huizen steeds mooier en de bomen groeiden dat het een lieve lust was. De mensen werden er nog blijer van en hun kinderen ook.
Ze voelden dat bomen je gezond en gelukkig maken.
Er waren ook mensen die zich niet aan de afspraken hielden. Ze vonden het moeilijk om hun straat goed te onderhouden. Maar als ze de straten, met zoveel bomen en prachtige huizen zagen, wilden ze wel veel geld geven om in zo’n mooi huis in zo’n mooie straat te wonen.
“Dat doen we niet hoor” zeiden de mensen die in de mooie huizen woonden. “Onze huizen zijn zo bijzonder. We verkopen ze niet maar we maken er monumenten van. Dan kan iedereen er altijd naar kijken en op visite komen. Zo gezegd zo gedaan. En de mensen die naar de mooie bijzondere huizen kwamen kijken zeiden. “Jullie hebben niet alleen mooie bijzondere huizen, maar ook mooie bijzondere bomen. En wat ruikt het hier lekker fris”.
“Dat is zo” zeiden de mensen van de mooie huizenstraat. “Daar zorgen de bomen voor.” De bomen maken de lucht schoon. Ze houden stof vast met hun bladeren. Als het heeft geregend drinken ze al het water op. Bomen geven schaduw. Dan wordt het niet te warm in de zomer en wij verbranden ook niet door de zon. Sommige bomen maken medicijnen voor heel zieke mensen. Andere bomen zorgen voor eten voor mensen en dieren.
“Van het hout van de bomen kunnen wij papier, kleding, luiers en speelgoed maken en we bouwen er huizen, boten en bruggen mee. Wij zouden echt niet zonder bomen kunnen“. En toen zeiden de mensen van de mooie huizenstraat tegen elkaar.” Onze bomen zijn inderdaad heel bijzonder. Bijzonder genoeg om daar ook monumenten van te maken. Dan kunnen andere mensen ze komen bekijken en er gelukkig van worden net als wij”.
Zo gezegd zo gedaan. Er werd een lijst gemaakt van alle mooie bomen met foto’s, namen en leeftijd, de Metropolis bomenkaart. Iedereen kon op zijn mobieltje de bomen bekijken. Veel mensen vonden de bomen zo mooi dat ze naar de straat gingen om ze ook in het echt te zien. Het werd druk in die straten.
Nu zijn niet alle mensen hetzelfde.
Er waren ook mensen die niet altijd zin hadden om zelf voor hun straat, bomen en park te zorgen. Ze dachten altijd dat iemand anders dat wel zou doen. Ze vonden het moeilijk om goede afspraken te maken, samen te werken of elkaar te helpen. In plaats daarvan gingen ze dingen kapot maken omdat ze zich verveelden of andere mensen wilden plagen. En als ze iets kapot gemaakt hadden gooiden ze het gewoon op straat en gingen doodleuk iets nieuws kopen. Dat vonden ze makkelijker dan rommel opruimen.
Ze gooiden ook altijd plastic flesjes, blikjes en glas op straat. Daar werden de fietsers niet blij van want die kregen steeds een lekke band.
Als er op de stoep een losse tegel lag lieten ze die gewoon liggen. Daar werden oude mensen niet blij van want zij vielen over de losse tegels en gaten in de weg. Soms vielen er planken of dakpannen van de huizen. Daar werden alle mensen niet blij van want als je een gat in je hoofd krijgt van een plank of een dakpan moet je naar het ziekenhuis. Er waren zelfs mensen die de takken van de bomen afzaagden omdat er blaadjes op het dak van hun huis vielen. De bomen die voor frisse lucht moesten zorgen werden daar boos om. Daarom lieten ze zo nu en dan wel eens bijna een tak op iemands hoofd vallen om hem eens flink aan het schrikken te maken.
Nu is het natuurlijk helemaal niet leuk om ergens te wonen waar de mensen zo maar alles op straat gooien. Veel mensen zetten hoge schuttingen om hun tuin zodat ze niet meer naar al die rommel op straat hoefden te kijken. En als ze opslagruimte voor stenen, buizen en andere zware dingen nodig hadden gebruikten ze daar gewoon het park voor. Het park zakte daardoor een beetje in. Er kwamen kuilen waar grote plassen water in bleven staan.
Na een tijdje was niemand meer blij in de straat. Ook de bomen niet want die konden al het regenwater niet meer opdrinken. Ze stonden altijd met hun wortels in het water. De mensen moesten laarzen kopen om door de plassen te lopen. De auto’s die voorbij reden spetterden hen helemaal nat. Met vies water. En de kinderen konden niet meer voetballen op straat want alles werd een grote modderpoel. “Zo kan het niet langer “zeiden de mensen tegen elkaar. “We moeten wat aan dat water gaan doen”!
Omdat de bomen al die jaren zo hard hadden moeten werken, waren ze supersterk geworden. Ze werden ook steeds mooier. Bomen lijken een beetje op mensen. Als ze oud worden krijgen ze rimpels en knoesten net als opa’s en oma’s.
Maar bomen leven veel langer dan mensen. Ze kunnen wel 500 jaar worden. Als een boom 70 jaar is komt hij pas van de bomenschool. Als opa’s en oma’s 70jaarzijngaan ze met pensioen, op hun kleinkinderen passen en een elektrische fiets kopen. Een boom van 70 jaar gaat juist dubbelhard werken. Hij kan frisse lucht maken voor 20 mensen. Als je zo’n boom omhakt moet je 43 nieuwe bomen planten om evenveel frisse lucht te krijgen. En nieuwe bomen kosten heel veel geld en het duurt lang voor ze groot zijn.
Maar ja daar dachten de mensen niet aan. Ze hadden al zoveel aan hun hoofd.
Ze begonnen bijna alle bomen om te hakken. Die stonden in de weg, want ze lieten bulldozers en tracktors komen om de grond om te spitten en er zand op te gooien. De kinderen vonden het leuk om naar te kijken, achter een hek, want niemand mocht meer in het park. Maar toen het een jaar zo doorging vond niemand het meer leuk. Er stonden nog maar een paar hele oude bijzondere bomen en verder lagen er alleen maar bergen geel zand.
“ Die bomen staan ook nog in de weg zeiden de mensen. Die hakken we ook maar om, want witte tegels en bloembakken zijn veel makkelijker en leuker om te zien”. Zo gezegd zo gedaan. Zelfs de mooie oude bomen in de tuin van de school werden omgehakt om een nieuwe speelplaats met tegels te maken. De nieuwe bomen op de speelplaats kregen zo’n klein plekje met aarde dat ze bijna niet konden groeien. Ze zouden altijd klein blijven.
Toen de Justine Utopia Bladergroen 80 jaar werd wilde ze gaan kijken wat de mensen met haar land hadden gedaan. Ze was nu zo oud dat ze bijna niet meer kon lopen. Daarom kocht ze een scootmobiel met 5 wielen. Daarmee kon ze lekker zelf overal naar toe gaan.
Ze ging naar de mensen die zoveel zin hadden om zelf voor hun straat te zorgen. Ze kon haar ogen niet geloven. Wat waren de huizen mooi geworden. Wat waren de bomen gegroeid. Wat waren de kinderen groot geworden. En wat zagen de mensen er blij en gelukkig uit. Het was een beetje warm die dag dus ze ging in haar scootmobiel onder een dikke boom zitten om te genieten van alle mooie dingen om haar heen.
Justine deed altijd een middagdutje en viel nu ook al gauw in slaap.
Toen ze wakker werd was het al zeven uur in de avond. ”O dacht ze, ik ga nog even naar die andere straat kijken waar de mensen wonen die niet zoveel zin hadden om zelf voor hun straat te zorgen. Ik ben echt nieuwsgierig”. Het begon al een beetje donker te worden, maar met haar scootmobiel was ze er zo. Ze reed de stoep op. Ineens zag ze een groot zwart gat in de stoep. De straatlantaarns deden het niet daarom kon ze niet zo goed zien hoe groot het gat was. Gelukkig deden haar remmen het wel, dus ze kon op tijd remmen. Het gat zag er heel donker uit en ze werd er een beetje bang van. Zou het diep zijn? Wat zou er in zitten? Als er kinderen op straat liepen konden ze er zo invallen. Voorzichtig probeerde ze om het gat heen te rijden. Dat ging niet want er lagen overal kapotte tegels en blikjes. Daar kon ze met haar scootmobiel niet omheen.” Kalm blijven” zei ze tegen zichzelf. Ze klom uit de scootmobiel en probeerde hem over de tegels te tillen. Gelukkig, dat lukte. Maar nu stond ze midden op de weg. En het was bijna helemaal donker geworden.” Weet je wat” dacht ze: “Ik kom morgen wel terug want ik kan de huizen nu toch niet goed zien”. Voorzichtig probeerde ze de straat over te steken om terug te gaan naar haar huis. Ineens stopte de scootmobiel en zakte een beetje scheef. “Ook dat nog” zuchtte ze. “Een lekke band”. En ja hoor ze was door een groot stuk glas gereden. Wat nu? Als er een auto aankwam……!!!!!
Van al dat klimmen en tillen was ze heel moe geworden. Nu moest ze alweer uit de scootmobiel klimmen om hem naar de kant te duwen. Haar voeten werden helemaal nat. Dat was naar en raar tegelijk. Toen ze aan de kant van de weg stond kwam er keihard een auto aan rijden. Die spetterde haar helemaal nat. Nu wist Justine echt niet meer wat ze moest doen. Koud en klappertandend ging ze in de scootmobiel zitten om na te denken.
Gelukkig kwam er een vrouw aan met een hond aan de riem.” Geef me maar een arm dan breng ik u naar de bus” zei de vrouw. ”Laat die scootmobiel maar staan die gooien wij wel weg”.
Samen liepen ze over een veld. Overal lagen grote waterplassen. Het spiegelde mooi want de maan was opgekomen. De hond spetterde lekker in de plassen. Hij ging er erg van stinken. De mevrouw van de hond had gelukkig haar laarzen aan, maar de voeten van de oude mevrouw werden kletsnat en ijskoud. Ze verloor haar schoenen en liet zich maar een beetje voort trekken door de hond en de mevrouw.
Toen ze bij de straat kwamen waar de bus reed, gingen ze samen op het bankje zitten om op de bus te wachten. De mevrouw van de hond begon te vertellen. “Vroeger was hier een heel mooi park met prachtige bomen en wilde planten. In de bomen woonden vogels, rupsen en vlinders, bijen, spinnen en lieveheerbeestjes. In een boom woonde zelfs een bosuil en een specht Maar de mensen hadden helemaal geen zin om voor de bomen en planten te zorgen. Als een boom beetje scheef stond of blaadjes liet vallen op het dak hakten ze hem gewoon om. De grond zakte in en de gaten waar eerst de bomen stonden liepen vol met regenwater. Het park werd steeds natter en er kwamen muggen wonen die de mensen prikten. De mensen moesten de grond helemaal omspitten om het water weg te krijgen. Dat was zoveel werk dat ze er wel een jaar mee bezig waren. En omdat er geen schaduw meer was van de bomen smeerden ze zich de hele dag in met zonnebrandcrème. Het werd zo warm dat ze niet eens een waterijsje konden eten want dat smolt als sneeuw voor de zon. Ze waren doodmoe na dat jaar spitten en sjouwen met tegels. En tot hun grote schrik bleken ze ook straatarm geworden te zijn. Er was niet eens geld om nieuwe bomen te kopen. Het startkapitaal van de oude mevrouw was als sneeuw voor de zon verdwenen net als de waterijsjes. Er zat niets anders op dan het veld te laten zoals het was. Een beetje zand en een beetje aarde. En omdat er geen bomen meer waren om het water op te drinken werd het veld vanzelf weer een modderpoel. ” Daarom lopen alle mensen hier altijd op laarzen en spetteren de auto’s ons altijd helemaal nat.”, zei de mevrouw met de hond.
Gelukkig daar kwam de bus aan. Toen de chauffeur zag hoe slecht het ging met de oude mevrouw zei hij: “Ik breng u meteen naar het ziekenhuis daar rijd ik toch langs. Uw voeten bloeden u bent helemaal nat en ik denk dat u koorts hebt.” “Dat is goed” zei Justine. De dokter stond al op haar te wachten want de buschauffeur had natuurlijk gebeld dat ze er aan kwamen. De dokter gaf haar een prik, stopte haar in een lekker warm bad en verbond haar voeten. En twee dagen later bracht hij haar zelf naar huis.
Justine Utopia Bladergroen is niet meer naar de modderstraat gegaan, want daar werd ze verdrietig van. De mensen van de straat met de mooie huizen en bomen kregen een beloning. Dat hadden ze verdiend. Ze mochten met hun kinderen een hele week naar een sprookjesbos met sprookjesbomen. Daar waren ze heel blij mee natuurlijk. En de mevrouw met de hond die haar zo goed had geholpen, mocht ook mee. Met de hond.
Hier houdt het waar gebeurde verhaal op en begint het sprookje
De mensen van de straat met de mooie huizen en bomen waren rijk geworden omdat ze hadden samengewerkt en zich aan hun afspraken hadden gehouden. De bomen waar ze zo goed voor gezorgd hadden groeiden bijna tot in de hemel. Zij hadden zoveel geld dat ze graag nog veel meer bomen wilden kopen. Dan zouden ze nog veel rijker worden.
Dus begonnen ze de arme mensen in de modderstraat te helpen door veel nieuwe bomen voor ze te kopen. Ze hadden gezien dat hun hulp hard nodig was. En ze wisten dat als er niet genoeg bomen zijn, de aarde te warm wordt, het ijs op de Noordpool gaat smelten en dat er overstromingen komen. Dan zouden er heel veel mensen en dieren verdrinken en hun mooie huizen onder water komen te staan. Dat wilden de mensen van Metropolis van de Toekomst natuurlijk niet.
Het duurde ruim tien jaar voor al het water en alle rommel in de modderstraat waren opgeruimd en de nieuwe bomen lekker stonden te groeien. De mensen voelden zich in de zevende hemel zo blij waren ze. Ze gaven een groot buurtfeest met poffertjes en muziek.
Toen de Justine 90 jaar werd gaf ze weer een feest. Ze kreeg van alle kinderen een tekening.
En toen ze bijna 100 jaar was ging ze dood. Alle mensen van Metropolis van de Toekomst kregen een dag vrij om naar haar begrafenis te gaan. Ze namen geen bloemen mee, maar eikels, kastanjes en andere zaadjes. Ze strooiden de zaadjes in de aarde bij haar graf. Uit elk zaadje groeide een nieuwe boom. En langzaam ontstond er een bos met verschillende soorten bomen. Bomen kunnen niet lopen, maar door de wind, vogelpoep en stromend rivierwater komen de zaden uit alle windstreken hier naar toe.
Het bos werd zo mooi en bijzonder dat er mensen uit alle landen van de wereld naar het bos kwamen kijken. Het werd druk in het bos. Veel mensen namen zaadjes mee van bomen uit hun eigen land. En omdat bomen meestal goed voor elkaar zorgen, met hun uitgebreide wortelstelsel onder de grond, vonden ze allemaal hun eigen plekje in het bos en groeiden dat het een lieve lust was. Na 100 jaar vonden de mensen het bos het mooiste bos van de hele wereld. Ze noemden het bos Werelderfgoed. Dat betekent dat het bos zo belangrijk is voor de hele wereld, dat mensen met elkaar afspreken dat zij altijd zo goed voor de bomen blijven zorgen dat ze tot in de hemel kunnen groeien.
Dat was het allerlaatste cadeau van Justine Utopia Bladergroen. Voortaan moeten de mensen echt helemaal zelf voor alles zorgen. Gelukkig hebben ze dat inmiddels geleerd. En als de mensen in het bos aan het wandelen zijn denken ze altijd even aan Justine en haar startkapitaal. Door zo goed voor de bomen te zorgen zijn ze behalve heel rijk ook heel gelukkig geworden. De bomen zorgen voor frisse lucht en de planten voor genoeg eten voor mensen en dieren. Op de hele wereld hoeft er nooit meer iemand van de honger dood te gaan. Dank zij de bomen komen er geen overstromingen en heeft iedereen een (blader)dak boven zijn hoofd .
Wil je weten waar je Metropolis van de Toekomst kunt vinden? Jij kunt het gaan maken met de mensen om je heen. Je weet nu hoe je dat moet doen.
Reactie toevoegen