Het nieuwste boek van GvhK-ambassadeur Rik Pinxten hoort duidelijk thuis in de reeks recente publicaties die in het kader van de klimaatproblematiek pleiten voor een ander economisch bestel, voor een systeemverandering en voor de eenheid tussen de mens en de natuur. Het biedt een nieuwe kijk, een nieuw “venster” op onze samenleving in functie van een concrete klimaattransitie. Rik Pinxten introduceert nieuwe filosofische concepten en zijn insteek vanuit niet-Westerse culturen werkt uitdagend en inspirerend.
Metaforen ‘mayonaise’ en ‘interdependentie’
Twee metaforen staan op de voorgrond.
De metafoor van de mayonaise staat voor het belang van samenhang en diversiteit. “We weten dat de mensheid fundamenteel en diepgaand één complex geheel is. De verschillende ingrediënten zoals sociale, economische en ecologische factoren zijn echter met elkaar verweven” zoals de ingrediënten van mayonaise.
De metafoor van de Interdependentie. We zijn mondiaal interdependent geworden, we zijn onderling verbonden en hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid. We moeten ook samen denken, luisteren en overleggen om te overleven in onze huidige samenleving.
Rik Pinxten beschrijft een nieuw ‘venster’: een nieuwe kijk op onze samenleving, op de klimaatcrisis, op de groeiende sociale en economische ongelijkheid en op de ecologische vernieling van onze aarde door de overproductie en overconsumptie eigen aan onze kapitalistische economie. Met ons huidig neoliberaal economisch model hebben we het klimaat gevaarlijk ontwricht en vernietigen we op razend snel tempo de ecologische omgeving. Dat moet fundamenteel veranderen.
Het boek bestaat uit 2 delen. In deel één analyseert hij de huidige politieke, economische en politieke toestand in relatie tot de klimaatproblematiek. In het tweede deel schetst hij de contouren van een nieuwe eerlijke wereld met alternatieven, positieve toekomstbeelden en concrete voorbeelden over hoe we die nieuwe wereld zouden kunnen realiseren.
Klimaatcrisis
Wie je bent hangt samen met de specifieke tijd, de concrete plaats op de wereld waarin wij leven en die zich kenmerkt door “klimaatopwarming, ecologische vernietiging en een exploderende (sociale en economische) ongelijkheid”.
Neo-liberale ideologie
De oorzaak is de dominante neoliberale ideologie die leidt tot een omkering van de relatie tussen mens en omgeving. Een marktdenken dat zich kenmerkt door extreme groei, (over)productie en (over)consumptie en de veronderstelling dat er voor elk probleem een technologische oplossing bestaat. Dit leidt ook tot een “omkering in de beslissingsmacht: niet de burger-consument maar de machtige economische corporaties bepalen wat zal geproduceerd worden met alle nefaste gevolgen zoals de klimaatopwarming, ecologische vernieling, groeiende ongelijkheid en economische onzekerheid ”.
Het economisme (zoals ons neoliberaal marktmodel wordt omschreven) is een ideologie van quasi onbegrensde competitie en vermarkting. Return on investment is het leidmotief. Iedereen wordt geacht dit leidmotief als prioriteit te hanteren. Het leidt ook tot een identitair denken. De economische invulling wordt als superieur gezien ten koste van de andere dimensies van het menszijn (levensstijl, religie, familiale afspraken, esthetica). Verder wordt externe kritiek op dit model eigenlijk niet aanvaard en wordt gezien als een probleem en leidt uiteindelijk tot verschil-denken. Al wat niet direct kan geïntegreerd worden in de economische logica, wordt als ‘anders’ voorgesteld en is niet belangrijk.
De natuur, het klimaat is niet prioritair meer. Er is ook een verschuiving van een socio-economische naar de zogenaamde culturele problematiek.
Eerst werd de westerse mens een exclusieve economische mens (de homo economicus) en daarna werd elk ander mens- en maatschappijbeeld als verschillend qua cultuur geduid.
Een andere kijk, een andere benadering…hoe pakken we dat aan.
We kunnen in paniek raken ofwel beseffen dat deze situatie kansen biedt om te veranderen. In het eerste geval geraak je verlamd in het tweede geval besef je dat dit kansen biedt om te vernieuwen te veranderen en dat is hoopvol. Actieve hoop is hierbij de leidraad.
Huidige realiteit en toekomstperspectieven
Mensen bekijken de realiteit vanuit hun eigen ‘venster’ , vanuit hun eigen intuïtieve persoonlijke aannames. Die aannames werken ordenend. Ze krijgen voor het individu ook vaak het statuut van ‘feiten’ of ‘waarheden’. Ook de westerse theorieën gaan uit van specifieke intuïties die buiten de rationele of bewuste sfeer vallen. Het economisme (neoliberaal denken en economische belangen van de (multinationale) corporaties) is de dominante ideologie geworden. Die heeft geleidt tot onze huidige bestuursvorm, de representatieve democratie en een exclusie-denken. Overproductie en overconsumptie wordt gelijkgesteld aan ‘vooruitgang’. Alles staat in het teken van economische groei. ‘De natuur’ is hierbij niet belangrijk omdat die niet kan ‘vermarkt’ worden.
Representatieve democratie
Onze representatieve democratie werkt echter niet meer. De democratie moet opengetrokken worden naar verschillende niveaus van entiteiten en contexten in onze samenleving : het individu (de fysieke, individuele persoon met alle menselijke capaciteiten van denken, voelen, praten, enzovoort) , de face-to-facegroepen (zoals o.a. het gezin, familie, vrienden, werk- en schoolgroepen, vrijetijdsgroepen, buurt, dorp,…) en tenslotte ‘virtuele groepen en gemeenschappen’ (gemeente/stad of regio, (natie)staat, ras en volk en een wereldomvattende entiteit de mensheid. Ook de contexten waarbinnen die niveaus en die entiteiten functioneren en de relaties ertussen zijn belangrijk. Eens die duidelijk zijn moeten we ons afvragen hoe we die processen beleidsmatig kunnen beïnvloeden. Criteria hierbij zijn de mate van duurzaamheid (langetermijndenken in het belang van de mens en de natuur i.p.v. korte termijn denken van politici), de mate van dekolonisering en tenslotte de rechten van en verantwoordelijkheden tegenover de aarde als geheel (voor alle levende wezens en de natuur) .
Burgerinitiatieven en burgerparticipatie
Er wordt ingegaan op verschillende bestaande democratieën : de directe democratie, de representatieve democratie, de epistocratie en de lottocratie. Bepaalde vormen (vooral de representatiedemocratie) verliezen aan geloofwaardigheid onder invloed van toenemende individualisering, de groei van (de invloed van) grote economische corporaties en door de rol en inbreng van experten.
Vanuit deze vaststellingen wordt in het tweede deel van het boek concreet ingegaan op de mogelijkheden tot verandering. “Bottom up – strategieën” gericht op het vergroten van de actieve betrokkenheid van en communicatie tussen de burgers onderling en tussen de burger en de politiek zijn de invalshoek.
Individuen, groepen en gemeenschappen
Er wordt een taak weggelegd voor allerlei burgerinitiatieven (zoals commons). Ook scholen, socioculturele- en middenveldorganisaties krijgen een rol. Het individu moet terug meer verantwoordelijkheid en beslissingsmacht krijgen en moet actief betrokken worden bij de politieke beslissingsprocessen.
“De burger moet weer participant worden”. Individuen moeten zich ook weer verenigen in (verloren gegane) Face-to-face groepen. Die moeten weer aan belang winnen en zich vooral focussen op de rechten en vrijheden van de individuen en groepen. Ze moeten oplossingen zoeken voor collectieve problematieken. Ze moeten actief op zoek gaan naar alternatieve benaderingen in interdependentie met elkaar en met de natuur. Ook op economisch vlak moet worden gezocht naar alternatieven en wordt gepleit voor de introductie van het “donut-model”.De overheid moet kleinschalige vernieuwende initiatieven steunen, erkennen en waar nodig stimuleren en beschermen tegen de grote marktspelers.
Interdependentie, dekolonisering en pluriversalisme.
Verder wordt gewezen op het belang van nog grotere gemeenschappen zoals regio’s, staten en finaal de mensheid als gemeenschap. We moeten ons de vraag stellen welke taken aan een hoger of lager niveau moeten worden toegewezen. De uitdaging wordt dan ook hoe we burgers mondig leren worden over kwesties die hen aan belangen en hoe hun participatie op alle niveaus kan vernieuwd worden.
We zijn niet meer regionaal of landelijk ‘onafhankelijk’ voor het oplossen van bepaalde maatschappelijke en/of klimaatproblemen. Het overkoepelend niveau ‘mensheid’ en de plaats van het individuele niveau moet finaal geherdefinieerd worden tegen de achtergrond van interdependentie, dekolonisering, pluriversalisme.
De ‘klimaatjongeren’ en ‘klimaatactivisten’ hebben die interdependentie duidelijk benoemd en als politiek thema op de kaart gezet. ‘Dekolonisering’ staat centraal in de zoektocht naar de nieuwe relaties tussen gemeenschappen. De suprematie of de ‘vanzelfsprekende’ leidende positie van de blanke eurocentrische mens en cultuur primeert momenteel nog steeds. We moeten deze koloniale houding kritisch doorlichten. Dat zal noodzakelijk in twee richtingen gaan: zelfkritiek waarbij het zelfbeeld kritisch bevraagd moet worden en zoeken naar andere relaties met ‘de anderen’ en met de natuur. Tenslotte moeten we onderzoeken hoe het universalisme (feitelijk en ideologisch) kan gecombineerd worden met pluriversalisme.
Holisme en een allesomvattende visie op de aarde.
De grootste entiteit waarmee we rekening moeten houden is de aarde. We moeten mens en natuur naast mekaar plaatsen als één realiteit. Op basis van gegevens over het klimaat, ecologie, ongelijkheid en de politieke structuren o.a. verzameld door het National Intelligence Council (NIC) van de USA worden verschillende toekomstscenario’s voorgesteld. Het is aan burgergroepen/burgerbewegingen om daarover te discussiëren en mogelijke (mondiale) actielijnen te ontwikkelen.
Uitdagingen vanuit een positief toekomstperspectief
Rik Pinxten eindigt zijn boek met de uitdaging/uitnodiging om mee te denken en mee te werken aan een concreet en hoopvol toekomstproject. “We moeten de exclusieve nadruk op menselijke vrijheid en op individueel bezit omgooien om te erkennen en proberen te begrijpen wat feitelijke interdependentie inhoudt”.
We moeten leren denken in een onderling verbonden netwerk van relaties tussen alles en iedereen en daar conclusies uit trekken voor veranderingsstrategieën en (klimaat)acties . We moeten op zoek gaan naar (andere, nieuwe) vensters en naar concrete gedragsstrategieën. De burger moet zelf actief en participatief op alle niveaus medezeggenschap opeisen.
Hij zet daarbij zijn belangrijkste vaststellingen op een rij :
- het verschil-denken en de bijbehorende dualismen verdelen vandaag samenlevingen, legitimeren de vernietiging van de andere ‘tweede realiteit’ (de aarde, de natuur) en bedreigen het voortbestaan van de mensheid,
- de ideologie van het kapitalistisch economisme is een geloofsovertuiging met desastreuze gevolgen, gebaseerd op een omkering van middel en doel
- individualisme is een deugd op één niveau (van de vijf niveaus) en een excuus voor onverantwoordelijkheid en selectieve vrijheid op ander niveaus
- verantwoordelijkheid en eerlijkheid worden geminimaliseerd in een roekeloos plunderen van de aarde en de ‘anderen’.
Voorwaar een boeiende uitdaging.
Ignace Van Dingenen, mei 2025

Rik Pinxten: Een eerlijke nieuwe wereld, 2025, uitg. Ertsberg, 302 p.
Cover: © Ertsberg & Michel Buylen
Illustratie bovenaan: © gvhk.be
Reactie toevoegen