19/07/2022
Een van de belangrijke klimaattransities is mobiliteit : de omslag van auto naar fiets en openbaar vervoer. De Fietsersbond en haar Franstalige tegenhanger GRACQ maakten een rapport van het fietsbeleid van de federale en Brusselse regering. De evaluatie van het Vlaamse fietsbeleid is voor september. We publiceren hieronder hun persbericht. Wil je met GvK meetrappen voor het klimaat in oktober in aanloop van de COP27 in Egypte en de klimaatbetoging hier op 23 oktober? Lees dan onderaan.
De afgelopen jaren waren allesbehalve ‘normaal’. Er was de Covid-crisis en er is de oorlog in Oekraïne. Deze crisissen hadden heel wat reële impact op het beleid, maar creëerden ook opportuniteiten. We denken vandaag anders na over onze verplaatsingen en het gebruik van fossiele brandstoffen. Meer dan ooit kan de fiets een oplossing bieden voor de economische, gezondheids- en milieu-uitdagingen waar we vandaag mee geconfronteerd worden.
Zowel de federale als de Brusselse regering maakten bij de start een beleidsverklaring waarin ze engagementen uitspraken op het vlak van fietsbeleid. Maar wat is er de afgelopen jaren gebeurd? Werden de gemaakte beloftes nagekomen? Hoe werd ingespeeld op de verschillende uitdagingen? Het fietsrapport kijkt ook vooruit: wat kan er voor de verkiezingen, de komende twee jaar, nog gebeuren? De evaluatie is zo ook een oproep om de kansen die er liggen ten volle te benutten en in deze legislatuur een duurzaam verschil te maken voor fietsers.
Een belangrijke voetnoot bij dit alles is dat een evaluatie natuurlijk altijd een momentopname is. De impact van een aantal beleidsmaatregelen en projecten zijn vandaag nog niet voelbaar en zullen pas in de toekomst duidelijk worden. Ook door de versnippering van bevoegdheden, hangt het succes van een beslissing op het ene niveau vaak af van de opvolging en acties op een ander niveau.
Federaal
Voor het eerst heeft België een actieplan ter promotie van de fiets. Dit federaal plan genaamd Be Cyclist, is een grote stap voorwaarts. Het engageert de verschillende ministers om concrete acties te ondernemen. Meerdere belangrijke instrumenten zagen tijdens deze legislatuur het licht: een federaal plan verkeersveiligheid, een federale fietscommissie en spoorvisie 2040. Deze laatste zet een duidelijke toekomstvisie voor de trein uit waarbij volop de kaart wordt getrokken van de combinatie trein/fiets.
Aan visie ontbreekt het duidelijk niet. De grootste uitdaging zal zijn om de plannen ook daadwerkelijk uit te voeren. Het succes hiervan valt of staat met de samenwerking tussen de verschillende ministers, administraties, de regio’s en de NMBS. De Fietsersbond en GRACQ roepen op om samen tot actie over te gaan.
Willen we volop de kaart trekken van de fiets dan moet ook de fiscaliteit hervormd worden. Dit blijft vandaag nog te vaak taboe, zeker wat betreft salariswagens. Autogebruik wordt financieel ondersteund terwijl het aanbieden van een fietsvergoeding niet mogelijk is in alle sectoren.
Lees het volledige fietsrapport van de federale regering hier.
Brussel
Steeds meer Brusselaars en pendelaars kiezen vandaag voor de fiets. De opkomst van de tweewieler is een feit. De ambitie van de Brusselse regering is om het marktaandeel van de fiets te verdubbelen tegen 2024. Of dit het geval zal zijn is echter moeilijk te meten. Er ontbreken referentiecijfers, het gebrek aan data blijft een oud zeer.
Wel ligt er een ambitieuze visie met het gewestelijke mobiliteitsplan Good Move. Het plan geeft een duidelijke richting aan het mobiliteitsbeleid. Zo wordt ingezet op de vermindering van de autodruk. Het drukke autoverkeer in de hoofdstad heeft vandaag een grote impact op de verkeersveiligheid, luchtkwaliteit en leefbaarheid in de hoofdstad. De eerste circulatieplannen zullen deze zomer het licht zien.
Sinds 1 januari 2021 is Brussel Stad 30. Dit betekent dat 30 km/u de regel is en 50 km/u op enkele grote assen de uitzondering. De invoering is een succes. Meer dan een jaar later is het duidelijk dat de maatregel leidt tot een grotere verkeersveiligheid en een toegenomen comfort voor voetgangers en fietsers.
Tijdens de huidige legislatuur werd ook heel wat nieuwe fietsinfrastructuur aangelegd. Zo verschenen in volle Covid crisis tijdelijke fietspaden, en werd de crisis een opportuniteit. Wel ontbreekt het de fietsroutes nog te vaak aan coherentie. Het laaghangend fruit wordt geplukt waardoor de infrastructuur op een langer fietstraject van wisselende kwaliteit is.
Lees het volledige fietsrapport van de Brusselse regering hier.
Vlaanderen
Minstens één op de drie Vlamingen maakt dagelijks gebruik van de fiets. Verschillende onderzoeken en bevragingen laten duidelijk zien dat die Vlaming meer en vooral veilige fietsroutes verlangt, zowel op de gewestwegen als in de steden en gemeenten. Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters heeft dat goed begrepen en maakt heel wat geld vrij voor fietsinvesteringen, 355 miljoen euro in 2021 en 328 miljoen in 2022.
De Fietsersbond evalueert momenteel ten gronde de impact hiervan. Vandaag is het ook nog wachten op enkele concrete beleidsacties zoals het nieuwe fietsvademecum, een essentieel document dat dient als leidraad voor kwalitatieve fietsinfrastructuur. We kiezen er dus voor om het rapport voor het Vlaamse fietsbeleid pas in september rond de Week van de Mobiliteit te verspreiden.
Meetrappen voor het klimaat met GvK
Wil je meetrappen voor het klimaat van 18 tot 23 oktober 2022 om een goede afloop van de klimaatconferentie COP27 in Egypte te onderstrepen ? Bekijk dan onze agenda Trappen voor het Klimaat – Grootouders voor het Klimaat
Als ik in Brussel kom om voor een rechtvaardig en ambitieus klimaatbeleid te betogen bijvoorbeeld, valt met de vooruitgang op van De hoofdstedelijke fietsinfrastructuur. Wat een verandering ten goed in vergelijking met de jaren negentig. Toen had ik als parlementslid een tweede fiets in Brussel om naar vergaderingen te fietsen. Er waren bitter weinig fietspaden en ook weinig fietsers. Veel dank aan al diegenen die hier hun schouders hebben onder gezet!
Ik heb de voorbije twee weken vaak een gewone fiets meegenomen op de trein zodat ik de wagen thuis kon laten. Dat is vandaag de dag niet vanzelfsprekend: stations met liften naar de perrons zijn uitzonderingen, (delen van) wagons met aangepaste ruimte voor fietsen ontbreken vaak en worden niet altijd aangegeven. Het komt neer op gissen en zoeken, heffen en duwen, zweten en afzien. (Ik heb ook maar 3 keer controle gehad i.p.v. 20 maal.)
Ik stel ook vast dat ‘zone 30’ op vele plaatsen niet veel voorstelt. Het is een lege doos. Zolang de rijweg niet anders (bv. smaller) wordt ingericht, komt het neer op een dode letter. De meeste autogebruikers rijden automatisch en uit gewoonte – ik soms ook nog vanuit een vertrouwde voetreflex, mea culpa, mea culpa – nog steeds 50 km/u. En politie om bestuurders hiervoor te beboeten, zijn al helemaal niet te bespeuren.