2019 is het jaar waarin klimaatactivisme bovenaan de politieke agenda kwam te staan – met dank aan de jongeren en hun klimaatstakingen en -manifestaties. Dat levert meteen ook veel tegenwind op, natuurlijk. Dat is niet een fout van de actievoerders – alsof die te snel, te radicaal, te eenzijdig zijn – het is normaal in een democratie die moet beslissen over dood of leven, over behoud van een geprivilegieerde, onrechtvaardige en niet-duurzame economie of transitie in de richting van een rechtvaardige samenleving die werkt, produceert en consumeert binnen de grenzen van wat de planeet aankan. De jongeren kiezen volop voor het tweede en dat is ook de reden dat ik me volop achter hun doelstellingen en acties geschaard heb.
Mijn generatie zag ongebreideld consumeren uitgroeien tot de officiële ideologie van het Westen en daarna van de wereld. Niet dat iedereen meekon, bijlange niet, maar het ideaal werd wel de homo consumator: het individu dat oneindig veel behoeften ontwikkelde die allemaal voldaan konden worden door spullen te kopen, aan zo laag mogelijke prijzen, zonder acht te slaan op het verbruik van grondstoffen of op het afval dat overbleef. Tegelijk besefte mijn generatie al heel snel dat dit een catastrofale wending in de menselijke geschiedenis was. Vroeg in de jaren zeventig koos de Chiro al voor het jaarthema Creatieve Soberheid, een lokale vertaling van less is more, met de klemtoon op de meerwaarde die minder kopen of bezitten kon hebben voor mens en maatschappij, voor creativiteit en geluk.
We zijn er niet in geslaagd onze eigen dromen waar te maken, onze oprecht beleden waarden vol te houden, laat staan ze te vertalen in een duurzame en rechtvaardige wereld. Het resultaat is op steeds meer plaatsen voelbaar, niet alleen in de versnellende klimaatverandering, maar ook in ecologische uitputting en apartheid (als een stad als Durban, Zuid-Afrika droog dreigt te vallen, is er wel nog water om de wijngaarden rondom te bevloeien). Het is daarom dat 60+ers zich niet kunnen permitteren om de strijd voor de toekomst over te laten aan de volgende generatie. Het is immers ook een gevecht met onze eigen nalatenschap.
Het feit dat ik intussen zeven kleinkinderen heb, voegt een heel concrete reden toe aan de urgentie om me te (blijven) engageren voor een echt, dringend en rechtvaardig klimaatbeleid. Ik doe het niet exclusief voor hen, maar voor hun toekomst – en die zullen ze delen met minstens tien miljard andere mensen op aarde. Als ik hen gelukkig wil zien opgroeien, leven en oud worden, dan weet ik dat de wereld niet verder kan op het zelf vernietigende traject dat decennia geleden werd ingezet. Ik wil mijn kleine steentje bijdragen om de ommekeer mogelijk te maken. Vooruitgestuwd door Youth4Climate en Kids4Climate, gedreven door het belang van iedereen die nu nog kind is, in het besef dat het onze gezamenlijke verantwoordelijkheid is. Wij kunnen niet leven vanuit het zelfzuchtige en zelfingenomen motto Après nous le déluge, want in dat geval wordt het eerder Le déluge, c’est nous – om Sartre te parafraseren.
Gie Goris hoofdredacteur MO, mondiaal nieuws
Ik sluit me volledig aan bij Gie..nu handelen voor het te laat is !