Volgens het op 15 januari gepubliceerde persbericht van de Brusselse NGO Transport & Environment, ligt Denemarken wat de transitie betreft naar groen stadsbusvervoer in Europa op kop. In dat land ligt maar liefst 78% van de stadsbussen aan de nachtelijke oplaadpaal. Luxemburg en Nederland liggen zo’n tien procent achter, maar ook daar zit emissievrij stadsbusverkeer in de lift. Op het overzicht (klik erop om het te vergroten) ziet u dat er een fors gat is met de andere Scandinavische landen. Frankrijk, België en Spanje halen nog geen 10% en in Ierland en Oostenrijk moet de emissievrije stadsbus nog worden uitgevonden.
Leuven
De eerste Vlaamse emissievrije stadsbus werd op 11 september van het vorige jaar door de minister van Mobiliteit Lydia Peeters gelanceerd in Leuven.
Het progressieve Leuven dat als een van de eerste Vlaamse steden een gedegen klimaatplan heeft, is één van de drie opstartprojecten naar een volledig emissievrij openbaar vervoer in Vlaanderen tegen 2035. De andere twee steden zijn Antwerpen en Gent.
Onder burgemeester Mohamed Ridouani neemt de stad de vlucht vooruit in de duurzaamheidtransitie. Binnen het burgemeestersconvenant zijn zowel de doelstellingen voor 2030 als 2050, ambitieus. Dat burgemeestersconvenant is een bijzonder succesvol Europees initiatief, waarbij lokale overheden vrijwillig toezeggen om enerzijds de CO2-uitstoot op hun grondgebied tegen 2030 met minstens 40% te laten dalen en anderzijds hun grondgebied veerkrachtig te maken tegen de klimaatverandering. Maar ondertussen is het wat de doelstellingen betreft ingehaald door de Green Deal, waarin het ambitieniveau is verhoogd tot 55%.
De zes nieuwe elektrische bussen die ook wel e-bussen worden genoemd, worden ingezet op lijn 2, Kessel-Lo – Heverlee. Om dat te kunnen doen moest uiteraard ook de energievoorziening worden opgelost. Elektrische bussen tanken niet bij een willekeurig benzinestation, nietwaar. De bussen kunnen eventjes snel worden bijgeladen, wat in het jargon ‘opportunity charging’ wordt genoemd, op de Campus Arenberg van de KU-Leuven. Op de stelplaats De Lijn Leuven Noord, waar de meeste bussen overnachten, kunnen ze vervolgens weer geheel worden opgeladen om er de volgende dag weer fris tegen aan te gaan.
Evenals bij de elektrificatie van het wegvervoer kan deze omschakeling alleen maar gebeuren als er ook wordt geïnvesteerd in de erbij horende infrastructuur. Dat is wellicht dan ook de reden dat de invoering van elektrische wagens in ons land nog niet echt op gang gekomen is, terwijl dat wel goed zou zijn voor het milieu en de CO2-uitstoot. De verkeersdrukte wordt er overigens niet minder om.
Landelijk gebied in Nederland
Als inwoner van Puurs (dat je tegenwoordig zou kunnen omdopen tot Pfizer-City), ben ik natuurlijk ook geïnteresseerd op welke manier de nieuwe e-bussen het platteland gaan veroveren. Hoewel het persbericht over het rapport daar niet op ingaat, blijkt wel dat ook hier zich een verandering aftekent. Bij onze noorderburen is dat al het geval. Zo zijn er in het eens zo aardgasrijke Noorden van Nederland, een reeks van buslijnen naar dorpen als Stadskanaal, Oude-Pekela en Emmen en steden zoals Appingedam en Groningen, voorzien van e-bussen. Ook zijn er vorig jaar honderd laadpalen aangeschaft. Het is de bedoeling dat in Nederland alle nieuwe bussen in 2025 emissievrij zullen zijn.
Ik vrees dat de genoemde dorpen en steden u weinig zullen zeggen. Maar ik, als Groninger, kan u verzekeren dat die echt vaak op het uiterst dunbevolkte platteland liggen. Dorpen zoals Stadskanaal en Oude-Pekela dragen nog steeds de sporen van twee energietransities. De eerste hing samen met de tijd waarin turf de economie was waarop de Hollandse economie draaide en gouden tijden doormaakte. Hiervoor was veel veen nodig dat in de 18de en 19de eeuw, in het noorden van het land in armoedige gebieden werd gewonnen. De lange, rechte kanalen herinneren hier nog aan. Al het veen werd in trekschuiten over het water vervoerd naar de economische motor in Holland.
De tweede energietransitie was die van het aardgas, waarop uiteindelijk ook bussen reden. De ontdekking ervan op 29 mei 1959 heeft, door een snelle door de overheid georkestreerde transitie, het land afgeholpen van steenkool. Dat leidde tot sociale onrust in Nederlands Zuid-Limburg. En tot een nieuwe toeristisch attractie: het aardbevingen-fietspad, dat formeel de ‘Breuklijnen route’ heet. Het is bedacht door de Groninger Bodem Beweging en is 56,7 kilometer lang. Twee uurtjes fietsen langs monumentale kerken, gaslocatie en gestutte huizen en indrukwekkende, maar ook gestutte, herenboerderijen in een prachtig weids landschap.
Vlaanderen kreeg 2,25 miljard
In Duitsland en Polen wordt de aanschaf van e-bussen gestimuleerd. In Polen is het de bedoeling dat alle steden met meer dan 100.000 inwoners in 2030 nog alleen maar emissievrije bussen gebruiken. Het heeft hiervoor € 290 miljoen vrijgemaakt. Dat zou in meer landen, waaronder België, ook moeten gebeuren.
Vorige week kreeg ons land € 595 miljard uit het Europese relanceplan. Het nationale overlegcomité keurde vervolgens vlot de eerste versie van het ‘plan voor herstel en veerkracht’ goed. Hierbij kreeg Vlaanderen € 2,255 miljard. Het zou goed zijn dat een deel daarvan ook in emissievrije bussen en de er bij behorende infrastructuur wordt geïnvesteerd. Er is immer, zeker in Vlaanderen, nog een hele inhaalslag te maken. Wat eigenlijk ontbreekt is een beleid waarbij ‘Haalbaar en Betaalbaar’, wel belangrijk is maar geen dogma, waar de kost voor de baat uitgaat, waar een visie heerst over de duurzaamheidstransitie en de kansen die het ons zal bieden.
16 januari 2021
Reactie toevoegen