
De dag nam een valse start: door een vergissing in het mailverkeer stond de helft van de groep op een fout adres, en bovendien regende het. Maar de regen was een geschenk uit de hemel, we waren talrijk komen opdagen (een veertig grootouders) en het onthaal door Wannes, Emma, Bas en Pepijn was bijzonder hartelijk en inspirerend.

Het Herdershof situeert zich in een prachtig groen landschap in Gestel-Bevel. Het is een bio- tuinbouwbedrijf dat elf jaar geleden de eerste zaadjes plantte. Waarom we precies daar naartoe trokken, had te maken met de speciale band die GvhK-ambassadeur Bruno De Wever heeft met bioboer Wannes, die samen met Bas en Emma het Herdershof uitbouwde. De ouders van Wannes delen met Bruno het cohousingproject De Drie Torekens in Deurne, waar ook Wannes opgroeide.
Wannes wist Bruno te motiveren om sponsor te worden van het Herdershof.
Met steun van de Landgenoten, een coöperatieve en stichting die met steun van aandeelhouders of door het werven van giften grond “vrijkoopt” voor biolandbouw, kon het Herdershof uitgebouwd worden tot een prachtig bedrijf, op gronden van een vroegere boomgaard van oude rassen, die omwille van de klimaatverandering aan vervanging toe zijn. Gelukkig was de grond daardoor bij aanvang vrij gezond, maar om het proces van bodemvruchtbaarheid te verbeteren, kan het Herdershof rekenen op de biologische stalmest van de Dobbelhoeve in Schilde om compost te maken.
Het Herdershof teelt vooral voor klanten van groente- en fruitpakketten en eieren. Voor die fruitpakketten werken ze samen met bioboeren uit Italië en Spanje, en met de zelfpluktuin van de Bogaertsheide die aardbeien en bessen aanlevert.
De pakketten worden aan het Herdershof en op een achttal andere verdeelpunten aangeleverd. Daarnaast teelt Emma ook zaden van bloemen voor Vitale Rassen.
Vier kms verder, op grondgebied Nijlen, ligt de ontmoetingsplek, sociaal restaurant en winkel Veldvolk – waar ook het Herdershof zijn groente en fruit aanbiedt. Tijdens de lunch bij Veldvolk (knolselderroomsoep, quiche en een heerlijk toetje als dessert) schetste Bruno De Wever hoe zijn visie op landbouw en voedsel in de loop van de jaren veranderde. Van overtuigde verdediger van de agro-industrie (“de kapitalistische agro-voedingsindustrie is noodzakelijk om de wereldbevolking te voeden, lang leve Monsanto”) werd hij pleitbezorger en promotor van de biolandbouw. ‘In de loop van de jaren heb ik ingezien dat hongersnood veroorzaakt wordt door politieke en niet door economische factoren. Vandaag bewijzen talloze rapporten de dramatische aanslag die de gangbare landbouw de klimaatverstoring in de hand werkt en een aanslag pleegt op de biodiversiteit. Vandaag beleven we de zesde massa-extinctie. Volgens een rapport van de VN verdwijnen er per dag 150 soorten., omwille van de chemische landbouw. Dit moet veranderen.’
Zie de volledige tekst van Bruno De Wever onder dit verslag.
Op wandelafstand van Veldvolk is dan weer Vark gevestigd, een bioboerderij van varkens, legkippen en Galloway-koeien. Die koeien worden van mei tot november in het Natuurgebied Lovenhoek in Vorselaar uitgezet om daar het natuurgebied te begrazen, vertelt varkensboer Pepijn.
Het domein van Vark ligt aan de Emiliushoeve, een zorgboerderij waarvan de bewoners zowel bij Vark als op het Herdershof en bij Veldvolk een handje toesteken. Wat dit project zo bijzonder maakt is dat in dit groene landschap van Nijlen-Bevel-Berlaar/ Gestel, een kluster gegroeid is van vier bijzondere initiatieven die met elkaar verweven zijn en zo een doorgedreven project van plattelandsontwikkeling en lokale, rechtvaardige en sociale economie realiseren. Een project dat mogelijk is gemaakt omdat mensen erin geloven. Een initiatief dat synergieën op gang heeft gebracht en daardoor een gamechanger kan zijn.
Zulke veranderingsprocessen in onze voedselproductie en -voedselzekerheid zijn ook een geopolitieke factor in tijden van klimaatverstoring. De korte keten kan een antwoord zijn op deze veranderende situatie. Ook het opnieuw invoeren van de commons, de gemene gronden, mede door steun van de Landgenoten, kan bijdragen aan duurzaam voedsel.
Veranderingen gaan immers niet altijd uit van overheden. Overtuigde burgers, producenten en consumenten, die de handen aan de ploeg slaan en de krachten bundelen, kunnen helpen het tij te keren. De Europese Unie heeft vooropgesteld dat tegen 2030 25 tot 30 procent van het areaal bio zou moeten zijn. Voor Vlaanderen is dat vandaag minder dan 2 procent! Initiatieven als dit zijn daarom broodnodig.

Toespraak Bruno De Wever
Toen ik november 2023 de 150ste ambassadeur werd van de grootouders voor het klimaat knipperden mijn vrienden -sommige zijn hier aanwezig- met de ogen en ze rolden zelfs met hun ogen toen ik even later ook nog eens ambassadeur werd van een kleinschalige bioboerderij. Die begrijpelijke verbazing heeft een verhaal nodig dat ik vanmiddag aan u wil vertellen.
Mijn verhaal start elf jaar geleden in 2014.
Toen startten Bas Geelen en Emma Hemelaer het biologisch tuinbouwbedrijf Herdershof waar we vandaag te gast zijn. Beiden hadden een opleiding genoten aan het Warmonderhof, een biodynamische land- en tuinbouwschool in Nederland. Het Herdershof teelt groenten die via groentepakketten in diverse verkoop- of verdeelpunten worden aangeboden.
Elf jaar geleden in 2014 was Wannes Nyckees nog mijn buurjongen in de Drie Torekens, een cohousingproject in Deurne-Noord waar de ouders van Wannes, samen met vier andere gezinnen onder wie mijn vrouw en ikzelf de schouders onder zetten. Wannes was zeven toen we in 2001 in de Drie Torekens introkken. Ik heb hem samen met mijn kinderen zien opgroeien. Wannes was nog heel jong toen hij al zeker wist dat hij boer wilde worden. Ik zag hem als opgroeiende tiener vaak bezig in de moestuin van de Drie Torekens of in het kippenhok. Niemand was verbaasd toen Wannes naar de Odiseehogeschool in Sint-Niklaas toog om er een bachelor landbouw te volgen en daarna nog een opleiding biolandbouw bij Landwijzer, het vormingscentrum voor biologische en biodynamische landbouw in Vlaanderen. In 2014 had hij zijn opleiding afgerond en liep hij nog enkele stages in binnen- en buitenland om uiteindelijk in 2021 werkend vennoot te worden van Bas en Emma op het Herdershof. Hij introduceerde er kippen en biologische eieren.
Nog in 2014 werd wat vandaag De Landgenoten is, opgestart. De Landgenoten is een coöperatie en een stichting die landbouwgrond koopt met het geld van aandeelhouders en schenkers. Ze verhuren die grond aan bioboeren via loopbaanlange contracten. Door boeren een langlopend huurcontract aan te bieden, stimuleren ze de groei van duurzame landbouw in Vlaanderen, verzekeren ze de continuïteit van landbouwbedrijven en beschermen ze de opgebouwde bodemvruchtbaarheid voor de volgende generatie bioboeren. Je kan dat nalezen op hun website waar je ook informatie vindt om coöperant of schenker te worden: https://www.delandgenoten.be/
Terug naar 2014. Ik timmer dan nog volop aan mijn carrière als historicus-hoogleraar aan de Universiteit Gent. Ik ben gespecialiseerd in de hedendaagse politieke geschiedenis van België. Ik sta dus veraf van landbouwgeschiedenis en van ecologische geschiedenis. Maar ik heb collega’s die zich daar wel mee bezighouden en aan mijn vakgroep wordt er duchtig en grondig gediscussieerd over landbouw en ecologie in verleden en heden. In die discussies profileer ik me als een voorstander van grootschalige landbouw. Het zijn toch op kapitalistische leest geschoeide landbouwbedrijven met hun door kennis en efficiëntie aangedreven productiemethodes die voldoende voedsel produceren om in principe een wereldbevolking van toen -in 2014- 7 miljard mensen te voeden. Als er nog hongersnood voorkomt, dan is dat door politieke factoren, niet door economische. Dat was millennialang anders. Zeg maar tot het ontstaan van de moderne grootschalige landbouw zat de mensheid opgescheept met cyclische hongercrisissen, was voeding duur en vaak onbetrouwbaar en moesten mensen een groot deel van hun budget besteden aan voeding, terwijl nochtans een groot deel van de wereldbevolking boer was, meestal in kleine boerderijen die te nauwer nood voldoende produceerden voor de eigen voedselvoorziening. Lang leve de kapitalistische voedselindustrie, lang leve Monsanto. Zo klonk ik in 2014. Deels ‘for the sake of argument’, om de discussie te voeden en aan te scherpen met collega’s en vrienden die het anders zien. Maar deels toch ook vanuit een diepe overtuiging dat het romantische beeld van het zogenaamde pastorale boerenleven van weleer weinig met de historische realiteit overeenstemt en eerder een fantasie is die uit de pen vloeide van de heimatschrijvers van weleer à la Ernest Claes of Felix Timmermans die zelf nooit een schop in de grond staken of van de hedendaagse stedelijke middenklasse die met uitstapjes naar plukboerderijen haar eigen morele voortreffelijkheid wil etaleren. Een pleidooi voor biolandbouw mag niet gebaseerd zijn op mystificerend romantisme of op modieuze lifestyle. Het moet gebaseerd zijn op rationele argumentatie en empirisch gebaseerd wetenschappelijk bewijs.
Heb ik daar ooit met Wannes over gediscussieerd voor of na 2014? Ik weet het niet meer. Ik denk het niet. Ik heb er in ieder geval geen herinneringen aan. Wannes is een man van weinig woorden. Hij had ook niet veel woorden nodig toen hij begin 2024 bij mij binnenkwam met de vraag of ik ambassadeur wilde worden van het Herdershof om zo te helpen in het zoeken en liefst ook vinden van mensen die het bedrijf wilden ondersteunen als aandeelhouden of begiftiger van De Landgenoten. Ik heb onmiddellijk ja gezegd.
Wat is er met me gebeurd tussen 2014 en 2024? Ben ik op een bepaald moment van mijn paard gebliksemd zoals Saulus die zo het ware geloof vond en de apostel Paulus werd? Voor mensen die niet heel bijbelvast zijn, Saulus was de Romeinde christenvervolger die na een verschijning van Christus een vurig Christen werd. Zie Handelingen 9: vers 1-19. Neen, zo een Saulus-Paulusmoment heb ik niet ervaren. Het ging eerder in de lijn van de Knack-baseline ‘Als uw mening nooit verandert, bent u ooit verkeerd’. Of ‘Als de feiten veranderen, verandert dan ook uw mening?’ Het was eerder een langzaam proces van nieuwe inzichten, gebaseerd op, voor mij dan toch, nieuwe feiten, al waren vele van die feiten al in 2014 en vaak al veel vroeger bekend.
Het belangrijkste feit is voor mij de crisis van de biodiversiteit en de impact en de rol daarin van de grootschalige landbouw met zijn monoculturen en systematisch gebruik van voor plant, dier en mens schadelijke chemicaliën. Dit wordt niet meer betwist door ernstige wetenschappers. We beleven de zesde massaextinctie waarbij planten en dieren voorgoed uitsterven door toedoen van de mens. De Conventie over Biologische Diversiteit van de Verenigde Naties spreekt over het verdwijnen van 150 soorten per dag. Dit als gevolg van o.m. chemische landbouw, bodem- en waterverontreiniging.
Dat dit moet veranderen is voor mij vandaag een ‘no brainer’, al staat het zelfs niet in de voetnoten van het regeerakkoord van de federale regering die sedert enkele maanden het land bestuurt. Ontkenners van de zo-even vermelde feiten draaien vandaag zelfs aan de knoppen van de wereldpolitiek.
Hoe de verandering zijn beslag moet krijgen is een ander paar mouwen en of kleinschalige biolandbouw en de zogeheten korte keten het enige antwoord is, is nog maar de vraag. Eerder niet lijkt me want er zijn vandaag 8 miljard en tegen 2050 z’n 9 miljard monden te voeden als de prognoses kloppen. En massaal met zijn allen terug landbouwer worden, lijkt me ook niet het gewenste toekomstperspectief.
Maar kleinschalige biolandbouw, bedrijven zoals Het Herdershof, kunnen wel een factor van verandering zijn door aan te tonen dat biologische landbouw en de productie van gezonde voeding in een leefbare balans met de overige natuur mogelijk zijn. Ze kunnen een ‘gamechanger’ zijn.
Een ander feit dat me de laatste tijd gedaagd is, is dat we in België en bij uitbreiding de Europese Unie, ook moeten streven naar voedselveiligheid in de geopolitieke betekenis van het woord. Europa deelt niet meer de lakens uit in de wereld. Europa ondergaat meer en meer de ontwikkelingen die aangestuurd worden in andere beslissingscentra en ik ben ervan overtuigd dat klimaatverandering en de politieke en economische gevolgen ervan dat proces alleen maar zullen versnellen. Voedselveiligheid betekent in die veranderende wereld dan ook streven naar zelfvoorziening van voedingsmiddelen. Opnieuw zullen kleinschalige biolandbouw en de korte keten niet het enige antwoord zijn, maar mogelijk wel een bewustmaker en in die zin opnieuw een ‘gamechanger’.
Bijvoorbeeld in de zorg voor het behoud van voldoende landbouwgrond en bovendien, gezien wat ik eerder heb vermeld, gezonde landbouwgrond. Dit wil zeggen landbouwgrond die niet of minder gecontamineerd is met synthetische pesticiden en kunstmest. Dat vergt een langetermijnpolitiek want grond gezond maken en houden is een werk van lange adem.
Politieke overheden moeten er zich van bewust worden dat het behoud en ontwikkelen van gezonde en duurzame landbouw in de nabijheid van grote bevolkingsconcentraties noodzakelijk is. In Gent in het Stam, het stadsmuseum aan de Bijloke, liep vorig jaar een interessante tentoonstelling over hoe stedelijke instellingen als godshuizen en hospitalen eeuwenlang landbouwgrond verpachtten aan boeren om te voorzien in hun voedselvoorziening en hoe vandaag die gronden door de stad Gent -in casu het Gentse OCMW- onoordeelkundig dreigen te worden verkocht waardoor kansen voor duurzame landbouw verloren gaan.
Soms kunnen we wel degelijk zaken leren uit het verleden. Een ander voorbeeld zijn de zogeheten gemene gronden, gronden die niet privaat waren en waar boeren hun vee op konden laten grazen. Het fenomeen verdween als gevolg van de privatisering van de gronden en die privatisering was een gevolg van het grootschaliger worden van landbouwbedrijven. Mogelijk biedt het herinvoeren van dergelijke ‘commons’ -dat is de Engelse term- nieuwe kansen voor kleinschalige en duurzame veeteelt. Want dat we van de grootschalige veeteelt af moeten en dus onze vleesconsumptie drastisch moeten verminderen, is voor mij vandaag ook een ‘no brainer’. Commons kunnen ook het samengaan van natuurbehoud en natuurherstel enerzijds en biologische landbouw anderzijds bevorderen. Het is geen toeval dat Natuurpunt mee aan de wieg stond van De Landgenoten.
En wat de geschiedenis ook leert is dat veranderingen niet altijd van overheden uitgaan, maar vaak ook van burgers die het heft in eigen handen nemen. Vorig jaar bijvoorbeeld hebben we in april 80 jaar sociale zekerheid gevierd, of beter niét gevierd want die belangrijke verjaardag van het invoeren van de wet op de sociale zekerheid ging nagenoeg geruisloos voorbij en zo-ook de kans om nog eens onder de aandacht te brengen dat die wet gegroeid is uit coöperaties van arbeiders in de 19de eeuw die hun lot in eigen handen namen om collectief te voorzien in o.m. ziekteverzekeringen en ouderdomspensioenen.
Dat brengt me naadloos bij een organisatie als De Landgenoten die ook een coöperatie is van burgers die het heft in eigen handen nemen omdat ze ervan overtuigd zijn dat op een andere manier voedsel produceren een noodzakelijke stap is in de omslag die nodig is om onze planeet te bewaren. Ik hoop dat ik u heb kunnen overtuigen dat De Landgenoten uw steun waard is en in het bijzonder het Herdershof van Bas en Emma waarvan ik vandaag de fiere ambassadeur ben zoals ook van Wannes in zijn toekomstige ondernemingen als bioboer.
Bruno De Wever
Bron hoofdafbeelding
andere afbeeldingen: ©2025 gvhk.be
Reactie toevoegen