De Nederlandse milieuorganisatie Milieudefensie, is al meer dan 50 jaar een baken in het Nederlandse milieu protest. Het is een sterke organisatie die gelooft in de kracht van samenwerkende mensen. Samen sta je nu eenmaal sterker ten opzichte van grote vervuilers, zoals Shell en treuzelende politici, waar er veel te veel van zijn. © Milieudefensie, Marten van Dijl.
De opmerking ‘De jeugd heeft de toekomst’ is een dooddoener die ik regelmatig, te pas en te onpas, hoorde en hoor. Toen ik jong was leek me dat veelbelovend. Maar je schoot er niets mee op. Later, bij het ouder worden, denk je: wat moet ik dat soort tegeltjeswijsheid? Op zeker moment passeer je een onzichtbare grens. En kan uit die opmerking enige afgunst klinken ten opzichte van een nieuwe, jonge generatie, die je wellicht niet goed meer begrijpt. Zo bestaat er tussen mij en mijn oudste kleinzoon Sergio een knoert van een generatiekloof –- de Grand Canyon is er niets bij – als het over moderne technologie gaat. Het is charmant om te zien hoe hij mij geduldig weer eens probeert uit te leggen hoe zijn tablet werkt. Aan hem ligt het dus niet….
Middenin de regel-voor-regel discussies over het IPCC Synthese rapport, benoemde VN Secretaris-Generaal António Guterres, zeven nieuwe jonge klimaatleiders voor zijn Youth Advisory Group on Climate Change. De aankondiging erover in UN News van 17 maart trok mijn aandacht. Ze bevestigde voor de zoveelste keer alweer dat het deze oud-minister-president van Portugal, menens is als hij over de klimaatverandering praat.
Jonge mensen staan in de frontlinie van de niet aflatende strijd tegen de klimaatverandering en voor klimaatrechtvaardigheid. VN Secretaris-Generaal António Guterres
“Klimaatverandering is de strijd van ons leven. Jonge mensen staan in de frontlinie en blijven hameren op klimaatrechtvaardigheid. Bij jonge mensen staat de niet-aflatende overtuiging centraal dat we de klimaatdoelstellingen binnen bereik moeten houden. Dat betekent dat we de wereldwijde verslaving aan fossiele brandstoffen moeten doorbreken en klimaatrechtvaardigheid moeten realiseren”, aldus de secretaris-generaal.
Het is de tweede keer dat zeven jongeren in de Advisory Group worden benoemd. Het zevental dat al twee jaar in dienst is, komt uit Columbia, de Filippijnen, Gambia, Ierland, Polen, de Caraïbische eilandstaat Santa Lucia, en de VS. Ze treden op als adviseurs op het gebied van klimaatrechtvaardigheid en zullen aandringen op verregaande doelstellingen. We moeten de verslaving aan fossiele brandstoffen doorbreken, vindt Guterres.
IPCC-syntheserapport
Voor de onderhandelingen, van 13-17 maart in het Zwitserse Interlaken, over het IPCC synthese-rapport hadden zich meer dan 650 deelnemers uit 135 landen en 121 waarnemers aangemeld. De vergadering liep ruim twee dagen uit, waardoor sommige deelnemers het laatste deel misten. Tijdens deze 58ste vergadering van het IPCC werd de ‘Summary for Policymakers’, regel voor regel goedgekeurd. Hiermee werd het werk tijdens de zesde evaluatie cyclus (AR6) van de IPCC, die in februari 2015 begon, na ruim zeven jaar afgerond. De volgende cyclus staat alweer in de steigers en zal pas tegen 2030 het daglicht zien. Zitten we dan al in een andere wereld, vraag ik me af.
Deze gedetailleerde goedkeuring geeft landen ook de mogelijkheid het eindrapport af te zwakken en aan te passen. De harde wetenschappelijke realiteit wordt hierdoor opgeofferd aan nationale belangen. Zo zorgde Saoedi-Arabië ervoor dat de Finse tekst waarin de olieverslaving als de bron van het probleem werd genoemd, niet in het rapport kwam. Het stond er ook op om koolstofdioxideverwijdering (CDR) en koolstofafvang en -opslag (CCS) als klimaatoplossingen naar voren te schuiven, terwijl Duitsland er juist voor pleitte om dat niet te doen gezien de technologie er nog niet echt is. China zorgde ervoor dat de doelstellingen voor de uitstoot die ze te hoog vonden, alleen maar in een tabel worden genoemd. En Argentinië zorgde ervoor dat er niet wordt geadviseerd om minder vlees te eten in de westerse landen. Boeh!
Dit rapport is een synthese van de rapporten van de drie werkgroepen van het IPCC. Daarnaast zijn drie speciale rapporten meegenomen. Die gingen over de gevolgen van een opwarming van de aarde met meer dan 1,5 °C boven het pre-industriële niveau, zowel voor het land als voor de oceaan en de cryosfeer (de ijskappen en gletsjers). De boodschap is meer dan duidelijk: het gaat al jaren niet goed. Dat weten onze politici al heel lang. Ze nemen hun verantwoordelijkheid onvoldoende. Er gebeurt gewoon veel te weinig!
Toch kunnen we de huidige CO2-uitstoot wel degelijk aanpakken door te stoppen met fossiele brandstoffen. We, de politici dus, moeten allereerst de idiote subsidies voor die sector van ruim 1100 miljard US$ – volgens gegevens van het Internationale Energie Agentschap – afschaffen. Dat geld kunnen we beter investeren in hernieuwbare energie en andere koolstofarme technologieën, in het isoleren van huizen, het vergroten van de energie-efficiëntie en het beschermen en herstellen van de natuur op het land en in de oceaan. Daarnaast kan het ook nodig zijn om technologieën te ontwikkelen die koolstofdioxide uit de lucht zuigen, waaronder CDR en CCS. Hoe dan ook, als we de opwarming willen stoppen, moet de netto van CO2-uitstoot zo snel mogelijk naar nul.
De jeugd heeft toekomst
Onze jonge generatie is opgegroeid met de gevolgen van onze klimaatverandering. Ze weten uit ervaring waarover ze praten en ze eisen terecht dat hun stem wordt gehoord. Maar niet alleen gehoord. Ze moeten hun mening kunnen terugvinden in de vele plannen die de overheid maakt. Premier Rutte en consorten hebben hun recht op het bedenken van oplossingen, allang verspeeld.
Met zes preventieve arrestaties, met mensen die van hun bed werden gelicht, en 700 arrestaties bij een demonstratie van Extinction Rebellion op 11 maart in Den Haag, laat de Nederlandse overheid zien dat ze de pedalen kwijt is.
Het gevolg is dat de spanning tussen de autoriteiten en demonstranten verhardt. Dat is de conclusie van de masterclass onderzoeksjournalistiek van Investico en De Groene Amsterdammer in een doorlichting van het demonstratierecht. De resultaten werden gepresenteerd onder de aansprekende kop: Klein tegen de grote politie. Daaruit blijkt dat de politie vaker arresteert en slaat, dat burgemeesters striktere regels opleggen en dat de demonstranten nauwlettend worden gevolgd en geregistreerd, alsof ze criminelen of staatsvijanden zijn. Dat is een zeer verontrustende evolutie, die aantoont dat de democratisch gekozen overheid de pedalen kwijt is.
Hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans omschreef dergelijke arrestaties als “demonstratiecensuur”. Daarin is het Nederland van Marc Rutte ook gidsland.
Tijdens een breed gedragen demonstratie van Extinction Rebellion op de A12 in Den Haag op 11 maart, werden er zomaar eventjes een 700 arrestaties verricht. Tegelijkertijd vond er een demonstratie van Farmers Defense Force en Samen voor Nederland plaats. Daar werden slechts twee arrestaties verricht. Dat valt niet meer uit te leggen, meneer Marc Rutte! Of toch? Bij die man weet je het nooit. De overheid houdt zich regelmatig niet aan zijn woord. En dat hoef je niet te pikken.
In de veel te lange regeerperiode van premier Marc Rutte is er met de regelmaat van de klok besloten om de krankzinnige fossiele subsidies af te schaffen: onder andere in 2013, 2015 en zelfs nog op de COP26 in Glasgow. Daar weigerde de toen even demissionaire premier om een voorstel van het Verenigd Koninkrijk hierover, te ondertekenen. Wereldvreemd als hij is, was er een actie van de 23-jarige Laurie van der Burg van Oil Change International en andere milieuorganisaties nodig en de dreiging van een motie door Groen in de kamer, om hem het licht te doen zien en toch te doen tekenen. Hij maakt het dus nog bonter dan onze minister Zuhal Demir.
Klimaatrechtvaardigheid
De Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR), publiceerde midden februari het rapport Rechtvaardigheid in klimaatbeleid. Over de verdeling van klimaatkosten. Het is een advies aan de Nederlandse regering, aan meneer Rutte dus. In het rapport wordt geadviseerd dat rechtvaardigheid, evenals doelmatigheid en rechtmatigheid, een belangrijke pijler van het Nederlandse klimaatbeleid moet zijn.
In de komende decennia zullen immers zowel het klimaat als het klimaatbeleid veranderen. Zo moet de CO2-uitstoot tot nul moeten worden teruggebracht, terwijl Nederland (en Vlaanderen) ook te maken krijgen met zeespiegelstijging en extreem weer. Dat betekent dat er fors moet worden geïnvesteerd in het klimaatbeleid om het land leefbaar en duurzaam te maken. Als de verdeling van deze klimaatkosten niet als rechtvaardig wordt ervaren, dan komt het draagvlak voor het klimaatbeleid onder druk, met alle gevolgen van dien.
In het WRR-rapport worden drie aanbevelingen gedaan: (1) Verbreed het debat en behandel het klimaatbeleid als een verdelingsvraagstuk. (2) Veranker de aandacht voor rechtvaardigheid in het beleidsproces door verdelingsbeginselen stelselmatig en vroegtijdig expliciet te maken. (3) Zorg voor institutionele inbedding en toetsing van een rechtvaardige verdeling van de klimaatkosten.
Op 31 maart werd het rapport besproken tijdens een door het Nationaal Klimaat Platform (NKP) georganiseerde webinar Klimaatrechtvaardigheid; Hoe doe je dat? Het NKP is op 3 november 2022, de jaarlijkse ‘Dag van het klimaatakkoord’ in Nederland, opgericht voor een periode van vier jaar. Hun doel is om via dialoog de maatschappelijke betrokkenheid bij het klimaatbeleid te vergroten en dat vooral bij groepen die moeilijker te bereiken zijn.
Uit een minipoll voorafgaand aan het webinar blijkt dat de meeste Nederlanders het huidige klimaatbeleid niet rechtvaardig vinden. Rechtvaardigheid wordt vooral gezien als (1) de kosten niet doorschuiven naar de volgende generatie en (2) de vervuiler betaalt. Het rapport besteedt ook geen aandacht aan het mensenrechtenaspect, de erkenningsrechtvaardigheid en de ecologische rechtvaardigheid.
“Ik geloof niet in hoop, maar in moed en inzet. Hoop is passief, achterover leunen en denken dat het vanzelf goed komt, verandert niets.” Aniek Moonen.
Rechtvaardigheid moet een belangrijke pijler zijn van het Nederlandse klimaatbeleid, die voortdurend moet worden geactualiseerd. Het klimaat en daarmee het klimaatbeleid, zullen immers in de komende decennia steeds veranderen. Niet alleen moet de CO2-uitstoot in 2050 teruggebracht zijn tot netto nul, ook zal Nederland steeds meer te maken krijgen met een stijgende zeespiegel en extreem weer. Dat gaat veel belastinggeld kosten. Wanneer de verdeling van deze klimaatkosten niet als rechtvaardig wordt ervaren, komt het draagvlak voor het klimaatbeleid onder druk te staan.
Het WRR-rapport werd op 31 maart besproken tijdens een goed georganiseerd en informatief webinar van het Nationaal Klimaat Platform over klimaatrechtvaardigheid. Eén van de deelnemers was 26-jarige Aniek Moonen, die sinds 2021 voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging is. Ze vertegenwoordigt ruim één miljoen jongeren, die allemaal een andere rechtvaardige wereld willen. Voor hen is de klimaatcrisis een uitdaging die ze aankunnen. In de discussie wees ze erop dat het IPCC-syntheserapport hard is binnengekomen bij de jongeren. Zij vragen zich af waar de resultaten blijven. Toch zakken ze niet weg in de apathie van de klimaatangst. Ze willen, neen ze eisen dat er iets wordt gedaan.
Aniek Moonen is alvast blij met de poging van de WRR om klimaatrechtvaardigheid een plek te geven in al zijn aspecten: de toekomstige generatie, de vervuiler betaalt, consuminderen, enz. Dat is hoognodig. In het rapport ontbreekt echter het intergenerationele en internationale aspect, zegt ze. Vreemd dat ook hier de stem van de jeugd onvoldoende wordt gehoord. Dat doet VN Secretaris-Generaal António Guterres heel wat beter. Over Zuhal Demir en de dwarsliggende ministers bij de Belgische Klimaatzaak, zoals Joke Schauvliege, zullen we het maar niet hebben. De obstructie van de Belgische overheden is gewoon banaal.
Het Internationaal Gerechtshof
Vier jaar geleden kreeg de in Argentinië geboren Jorge Viñuales, hoogleraar Law and Environmental Policy aan de Universiteit van Cambridge, een mail van een groepje van 27 rechtenstudenten, die aan de University of the South Pacific studeerden. Deze in 1968 opgerichte intergouvernementele universiteit met (in 2017) bijna 30.000 studenten, is eigendom van twaalf kleine eilandstaten in de Stille Oceaan, waaronder Fiji, Samoa en Vanuatu. De hoofdzetel is gevestigd op Fiji. Elk land heeft een gespecialiseerde vestiging. Zo bevindt de juridische afdeling zich in de hoofdstad Port Vila op Vanuatu.
In 2019 werd de 24-jarige student Solomon Yeo van de Salomonseilanden de katalysator van het idee om het Internationale Gerechtshof (ICJ) in Den Haag om advies te vragen over de klimaatcrisis. Hij betrok zijn 26 medestudenten van 8 eilandstaten in de Stille Oceaan erbij. Achteraf gezien bleek de tijd rijp voor het idee om het ICJ in te schakelen. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ze vroegen advies aan Jorge Viñuales, benaderden de regering van Vanuatu, richtten een actiegroep op, de Pacific Island Students Fighting Climate Change (PISFCC), en ze kregen de steun van een klein advocatenkantoor op Guam. Wat begon als een klassenproject werd al snel een niet te stuiten tsunami.
Professor Jorge Viñuales besteedde zijn kerstvakantie in 2019 aan het schrijven van een concept met mogelijke vragen aan het ICJ. Het was immers niet de eerste keer dat is geprobeerd om het ICJ in te schakelen. Landen als Tuvalu, Kiribati en de Malediven hadden dat al in 2002 en Palau in 2012, tevergeefs geprobeerd. Geldgebrek (recht ‘koop’ je blijkbaar) en onvoldoende steun van publiek en de diplomatie speelden toen mee. Maar in de afgelopen tien jaar heeft iedereen de effecten van de klimaatcrisis zelf gevoeld. Dat veranderde de situatie. De tijd was eindelijk rijp voor het idee.
Op woensdag 22 maart 2023 nam de Algemene Vergadering van de VN de door Vanuatu ingediende resolutie aan, waarin werd voorgesteld om het ICJ om advies te vragen over klimaatverandering en mensenrechten. In september 2021 hadden ze hiervoor de steun gekregen van Angola, Antigua & Barbuda, Bangladesh, Costa Rica, Duitsland, Liechtenstein, Federale Staten van Micronesië, Marokko, Mozambique, Nieuw-Zeeland, Portugal, Roemenië, Samoa, Sierra Leone, Singapore, Oeganda en Vietnam. België en Nederland deden toen niet mee. Nu werd de resolutie door ongeveer 130 landen, waaronder ook België en Nederland, gesteund.
In de VN-resolutie, die gebaseerd op die van Vanuatu, wordt een ICJ-advies gevraagd over:
- Wat verplicht het internationaal recht landen te doen om het klimaat en het milieu te beschermen tegen door de mens veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen?
- Wat zouden, volgens het internationaal recht, de gevolgen zijn voor landen die het klimaat schaden en daarmee nu en in de toekomst ook kwetsbare landen of individuen schade toebrengen?
Het advies wordt over zes tot twaalf maanden verwacht.
NB: Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) is het belangrijkste gerechtelijke orgaan binnen de VN en het hoogste rechtsorgaan op wereldniveau. Het hof houdt zich vooral bezig met rechtsgeschillen tussen landen. Daarnaast kan het adviezen geven, als die voor VN-organisaties worden gevraagd. Het hof bestaat uit 15 rechters die door de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad worden gekozen. Ze worden voor 9 jaar benoemd. Het ICJ is gevestigd in het Vredespaleis in Den Haag.
Gaat er een andere wind waaien?
Sinds de spraakmakende uitspraak van het Haagse gerechtshof in de Urgendazaak in 2015, neemt het aantal rechtszaken tegen de overheid en bedrijven, snel toe. Uiteraard ging de Nederlandse staat, evenals de Belgische in haar Klimaatzaak, tegen de uitspraak in beroep. Maar ze haalde bakzeil. Op 20 december 2019 besliste de Hoge Raad, het hoogste rechtscollege in Nederland, dat de Nederlandse Staat zijn uitstoot van broeikasgassen met 25% moet verminderen vóór eind 2020. Daarmee werd een eerder vonnis uit 2015 bevestigd. Maar de flexibele regering van premier Marc Rutte legde deze uitspraak gewoon naast zich neer. Het is dan ook geen wonder dat mensen geen vertrouwen meer hebben in overheden die zowel hun eigen regels aan hun laars lappen als de uitspraken van onafhankelijke rechters, die ze framen als ‘linkse rechters’.
Shell controleert 2,5 procent van alle emissies wereldwijd. Er zijn maar vier landen die meer uitstoten: China, India, Rusland en de Verenigde Staten.’ Klimaatadvocaat Roger Cox
Een goed voorbeeld van de manier waarop de schijnbaar onaantastbare, invloedrijke internationaal opererende bedrijven kunnen worden aangepakt, is de geruchtmakende Shell-zaak bij alweer het Haagse gerechtshof. De zaak werd aangespannen door klimaatadvocaat Roger Cox, die de Urgendazaak won, in samenwerking met Milieudefensie en ruim 17.000 burgers. Op 26 mei 2021 viel de uitspraak, waarmee werd Shell gedwongen om zijn CO2-uitstoot in 2030 met 45% te hebben gereduceerd ten opzichte van 2019. Roger Cox en daarmee de bezorgde milieubeweging, wonnen opnieuw. Maar Shell heeft ondertussen zijn hoofdkantoor van Den Haag naar Londen verplaatst en gaat in hoger beroep, wat hun recht is.
Het vertrek van het Shell hoofdkantoor uit Nederland is volgens klimaatadvocaat Roger Cox in een interview in Vrij Nederland van 30 maart, niet relevant om het bedrijf aansprakelijk te kunnen stellen voor zijn daden, zijn klimaatmisdrijven dus. Onderstaand citaat uit het interview spreekt voor zich: “Waarom zou ik dulden dat een bedrijf als Shell 38 miljard euro winst maakt in een jaar, terwijl ze de wereld om zeep helpen? Waarom zou ik nog accepteren dat een CEO van Boskalis – die net zo goed weet wat er op het spel staat – dreigt te vertrekken naar het buitenland omdat we hem hier te veel op normen en waarden aanspreken? We laten ons het mes niet op de keel zetten door deze mensen, met hun dreigementen dat ze met werkgelegenheid en al naar het buitenland vertrekken als het ze hier niet meer bevalt.”
Het maakt, volgens Cox, niet uit waar die bedrijven heengaan. Ze kunnen altijd voor de Nederlandse rechter worden gedaagd. Ook kunnen bestuursleden van bedrijven persoonlijk verantwoordelijk worden gesteld. Zo stuurden Cox en Milieudefensie vorig jaar een brief naar de bestuursleden van Shell om hen hiervoor te waarschuwen, mochten zij de uitspraak van de rechter negeren. Ze zouden in hun gevoelige beurs geraakt kunnen worden. Eén van de snelgroeiende, internationale trends is het persoonlijk aansprakelijk stellen van besluitvormers, zoals bestuursleden en bedrijfsleiders voor hun bijdrage aan klimaatverandering en/of het niet adequaat beheersen van klimaatrisico’s. Ik neem aan dat dit binnenkort zal worden uitgebreid naar het persoonlijk aansprakelijk stellen van niet handelende politici, waarvan in dit blog al een aantal voorbeelden zijn gegeven.
Gelukkig tekenen zich ook positieve veranderingen af, al worden die vaak onderbelicht of nog niet herkend. Begin maart keurde de VN een nieuw en bindend mondiaal verdrag (BBNJ) goed over het behoud en het duurzame gebruik van de mariene biologische diversiteit in de open oceaan of High Sea. Dit is ook goed nieuws voor de instandhouding en het duurzame gebruik van de oceaan, één van de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG 14) van de VN-agenda voor duurzame ontwikkeling 2030.
Nu is slechts 1,2% van de oceaan beschermd. Het is te verwachten dit percentage in 2O30, net als op het land, tegen de afgesproken 30% zal liggen. Ik schrijf met opzet ‘tegen’ omdat de voornemens vaak goed en ambitieus zijn, maar dat de uitwerking wel eens behoorlijk tegenvalt. Het BBNL-verdrag is ook goed nieuws voor een rechtvaardige verdeling van de toekomstige baten van de exploitatie van genetische hulpbronnen, waarop westerse farmaceutische, chemische en cosmetische bedrijven azen en waarbij de ontwikkelingslanden buiten boord dreigen te vallen. Dat het echt niet eenvoudig is, blijkt uit de huidige discussies over de praktische uitvoering van het ‘Common Heritage of Mankind’-principe voor de diepzeemijnbouw, waarvan de toestemming door de VN in een kritieke fase zit. De milieubeweging en de wetenschap verzetten zich hiertegen, terwijl de industrie staat te popelen.
De klimaattransitie is, evenals de biodiversiteits- en de vervuilingscrisis, onderdeel van een veel bredere maatschappelijk transitie naar een duurzame wereld. Mastodonten uit het verleden met gevestigde belangen, zoals de olie- en voedingsindustrie en de banken, saboteren de bitter noodzakelijke duurzaamheidstransitie naar een meer echtvaardige wereld. Uiteraard verzet de oude politiek zich hier ook tegen. Die blijft denken in termen van economische groei en banen en staat onder invloed van de oude en nieuwe mastodonten. Het gevolg is dat politiegeweld toeneemt en de burger de autoriteiten niet meer vertrouwt. Dit is de chaos die nu eenmaal met een dergelijke immense transitie gepaard gaat.
Berichten over de toestand van onze leefomgeving, de gigantische vervuiling na de Ronde van Vlaanderen of een dagje Tomorrowland of Gentse Feesten, enz. wijzen erop dat we nog het nodige hebben te veranderen in ons verwende gedrag en in het systeem waarin we nu leven. En laat dat nu precies de uitdaging zijn waarvoor jongeren, zoals Laurie van der Burg, Aniek Moonen, Solomon Yeo en de vele vrijwilligers van Milieudefensie en Greenpeace enz. staan. Ook de wat oudere garde, zoals Professor Jorge Viñuales, Roger Cox, Marianne Minnesma van Urgenda en de wetenschappers van het IPCC en zelfs de nog wat oudere Grootouders voor het Klimaat. En dat gaat lukken!
Reactie toevoegen