Hoop voor 6 Portugese jongeren – Pittig huiswerk voor 30 regeringen
Het is het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg menens met de klacht van zes Portugese jongeren, onder wie vier uit het door bosbranden zwaar geteisterde Leiria, tegen 33 Europese landen. Die worden ervan worden beschuldigd het recht op leven van de jongeren te hebben geschonden door de klimaatnoodsituatie te negeren. Het gaat om de eerste klimaatzaak ooit aangespannen bij het EHRM. Dat hof gaf eind november al groen licht om de klacht, die dateert van september 2020, prioritair te behandelen wegens het ‘belang en de urgentie van de aan de orde gestelde kwesties’.
Door de Portugese rechtszaak te bespoedigen, gaf het EHRM te kennen dat het de kwestie van de klimaatverandering niet uit de weg wilde gaan. Een heel andere houding dan die van het federale hof in Oregon, VS, waar twee rechters tegen één Juliana v. United States onontvankelijk verklaarden.
Daar ging het om 21 jongeren die de Verenigde Staten, de President en diverse ambtenaren en diensten aanklaagden wegens het ‘klimaatsysteem van de natie’, dat essentieel is voor hun recht op leven, vrijheid en eigendom, rechten die de Amerikaanse Grondwet waarborgt. Die rechten achtten ze geschonden door de productie, consumptie en verbranding van fossiele brandstoffen op gevaarlijke niveaus. De eisers vroegen de rechtbank om een CO2-reductieplan, een klimaatplan dus, op te leggen. Een van de klagers was de kleindochter van NASA-wetenschapper James Hansen. Samen maakten ze dit filmpje.
“Bescherm onze toekomst,” is precies wat ook Cláudia Agostinho (21), Catarina Mota (20), Martim Agostinho (17), Sofia Oliveira (15), André Oliveira (12) en Mariana Agostinho (8) eisen, samen met het non-profit advocatenkantoor Global Legal Action Network (GLAN), met als argument dat geen van de Europese landen voldoende ambitieuze doelstellingen heeft om hun CO2-uitstoot terug te dringen. “Het is echt angstaanjagend om te weten dat de hittegolven die we al gehad hebben, nog maar het begin zijn,” zegt Catarina Mota. “Met zo weinig tijd om dit nog te stoppen, is het echt nodig om de regeringen onder druk te zetten.” André Oliveira, 12, liet alvast weten dat het hem veel hoop gaf dat de rechters in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens het belang van zijn zaak erkenden. “Maar wat ik het liefste zou willen, is dat de Europese regeringen onmiddellijk doen wat de wetenschappers zeggen dat nodig is om onze toekomst te beschermen. Zolang zij dit niet doen, zullen wij vastberaden blijven strijden.”
De juristen van GLAN voeren aan dat “de klimaatmaatregelen tot nog toe zwaar ondermaats zijn en dat het moreel niet te rechtvaardigen is om jongeren op te zadelen met de gevolgen van een klimaatverandering. Dat is pas discriminerend.”
Een CO2-reductie van 65% tegen 2030 is wat de Portugese jongeren concreet op het oog hebben. Die eis kan zelfs een impact hebben die veel verder reikt dan de 448 miljoen burgers van de EU. De jongeren proberen regeringen immers niet alleen te dwingen om de klimaatverandering in eigen land aan te pakken, maar ook de extraterritoriale bijdragen van hun land aan de wereldwijde koolstofvoetafdruk. Het gaat om de ‘off-the-books’ koolstof als gevolg van de export van fossiele brandstoffen, de productie van geïmporteerde goederen en de wereldwijde activiteiten van in de EU gevestigde multinationals. Het besluit van het hof om de zaak van de jongeren voorrang te geven is alvast een belangrijke stap is in de richting van een mogelijk baanbrekend vonnis, zo hopen de actievoerders.
Door 33 landen samen aan te klagen rekenen de jongeren op één duidelijke gerechtelijke uitspraak, wat veel effectiever is dan afzonderlijke rechtszaken te voeren of per land te lobbyen. Als ze succes hebben, zijn de gedaagde landen immers wettelijk verplicht om hun uitstoot sneller te verminderen, inbegrepen de wereldwijde uitstoot van hun multinationals.
De 33 landen in kwestie zijn alle lidstaten van de Europese Unie plus Noorwegen, Rusland, Zwitserland, Turkije, Oekraïne en het Verenigd Koninkrijk. Climate Action Tracker beoordeelt de klimaatinspanningen van de meeste EU-landen als ‘ontoereikend’ om de 1,5°C van het Akkoord van Parijs te halen, terwijl die van Oekraïne, Turkije en Rusland de kwalificatie van ‘ernstig ontoereikend’ hebben gekregen, wat concreet betekent dat zij op weg zijn naar een opwarming van 4 °C of meer.
Alle betrokken landen zijn verzocht om tegen 23 februari op de klacht van de jongeren te reageren, voordat de advocaten van de jongeren met hun punten van verdediging zullen komen. Het EHRM verzoekt hen bovendien – en dat is toch wel ongebruikelijk – om hun standpunt te bepalen over de vraag of hun falen om de klimaatopwarming aan te pakken niet een schending is van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat het recht garandeert om niet onderworpen te worden aan ‘onmenselijke en vernederende behandeling’. Naar verluidt is het bij onze FOD Justitie nog bijzonder stil rond de zaak. Men wacht er op informatie van het Europees hof.
Of de zaak daarmee afgewend is, valt nog af te wachten. Het EHRM is immers ‘geen tandenloze papieren tijger’ en het is zeker niet aan zijn proefstuk toe als het gaat over spraakmakende uitspraken die ingrijpend zijn voor nationale wetgevingen. In 1981 al oordeelde het hof dat de criminalizering van homoseksualiteit in Noord-Ierland niet door de beugel kon. Het hof heeft dan ook niet voor niets de faam om een ‘standard-setting court’ te zijn met internationale weerklank.
De druk op Europese regeringen om het advies van wetenschappers te volgen en de nodige maatregelen te nemen tegen klimaatverandering neemt alleszins toe. Niet voor niets besliste de EU-Commissie op 7 oktober 2020 om de aanvankelijke ambitie van 50% CO2-reductie te verhogen tot 60%, in de buurt van wat de jongeren vragen.
Reactie toevoegen