hwhn__Verslag_Brussel_1200

Halen we het nog in Brussel?

Met de actie Halen we het nog ? Alles te verliezen, behalve tijd, roepen de Grootouders alle regeringsleiders op tot meer engagement in de klimaatcrisis. Ze trekken naar vijf provinciehoofdsteden en Brussel. Op donderdag 21 september waren ze in Brussel. Dit is het verslag van onze vrijwilligers ter plaatse.

De actiedag in Brussel stond volledig in het teken van het colloquium “Oorlog en klimaat”. Op donderdag 21 september luisterden zo’n vijftig Grootouders voor het Klimaat, waarvan een aantal deelnemers aan de actieweek, naar vijf uiteenzettingen over de link tussen klimaatverandering en militaire uitgaven in vredes- en oorlogstijd. Bij wijze van intro bracht Hilde Naessens, die in 2018 samen met andere vrouwen met de Vredesprijs van de Vlaamse Vrouwenraad werd geëerd, een hulde aan wijlen Bert Weyts.

Het colloquium “Klimaat en Oorlog” in de Erasmushogeschool in Brussel

Voor Hilde was dit colloquium een emotioneel moment omdat het ook een eerbetuiging was aan Bert Weyts, één van de pioniers van GroenPlus. Bert betreurde immers dat het pacifistisch discours van de groene partij verloren dreigde te gaan en hield een pleidooi om een vredesconferentie te organiseren. Hilde nam zich voor om die laatste wens van Bert te vervullen. Dat was haar om evidente redenen nog steeds niet gelukt, maar met dit colloquium werd haar voornemen toch deels werkelijkheid. Ze zag echter ook nog twee andere redenen voor dit colloquium: zo dreigen oorlogskinderen net als de klimaatjongeren geen toekomst te hebben en ook voor hen moeten de klimaatgrootouders het opnemen. Een tweede reden is dat de oorlog in Europa moet stoppen, want hierdoor wordt de broodnoodzakelijke transitie gepauzeerd, terwijl er echt geen tijd en geld te verspillen valt.

Hilde Naessens brengt hulde aan Bert Weyts

Het ontstaan van het Vlaams Vredesinstituut

Eerste van de vijf sprekers -tevens moderator- was Nils Duquet, directeur van het Vlaams Vredesinstituut. Hij schetste ons eerst uitgebreid de ontstaansgeschiedenis van deze unieke para-parlementaire instelling. Het idee voor dergelijk instituut leefde weliswaar al in de jaren ’70 en ’80, toen vooral de dreiging van inzet van kernwapens in Europa de gemoederen beroerde. Hoogtepunt was toen de installatie van middellange afstandsraketten met kernkoppen, die ondanks massaal protest toch geïnstalleerd werden maar naderhand toch weggehaald. Toen in 2002 de Nepalcrisis uitbrak rond de levering van FN-machinegeweren aan de Nepalese regering die op dat moment de maoïstische rebellen bestreed, was er veel onenigheid binnen de federale regering over het al dan niet toelaten van deze levering. In 2003 werd een typisch Belgisch compromis gevonden. Wapenexportvergunningen zouden voortaan door de deelstaten afgeleverd worden, waardoor Vlaanderen zich niet langer verantwoordelijk moest voelen voor de Waalse wapenexport – vooral dan van vuurwapens en bijhorende munitie – aan vaak omstreden regimes. Ondertussen kwam ook de Vlaamse wapenindustrie door de toenemende hightech toepassingen – zoals beeldschermen en nachtkijkers –in het vizier van kritische burgers. De oorlog in Oekraïne fungeert vandaag als katalysator van een nieuwe wapenwedloop, die ook in Vlaanderen zichtbaar wordt met nieuwe kleinere spelers, zoals kmo’s die kleine drones bouwen.

Nils Duquet, directeur van het Vlaams Vredesinstituut

In 2004 werd per decreet het Vlaams Vredesinstituut opgericht en het ging in 2006 van start met zes werkkrachten. Bijna tien jaar later zijn dat er tien met een Raad van Bestuur voorgezeten door Jan Peumans, en ook ambassadeur van de Grootouders voor het Klimaat. Die RvB bestaat uit een ruime vertegenwoordiging uit alle geledingen van de samenleving, waaronder ook drie uit de vredesbeweging. De opdrachten voor het Vredesinstituut waren kort samengevat: eigen adviezen aan het beleid, waaronder een verplicht jaarverslag over de Vlaamse wapenexport, telkens gebaseerd op wetenschappelijk verantwoord onderzoek; waarnaast ook informatieverstrekking via publicaties en organisatie van events – zoals de Elf-Novemberlezingen in Ieper – rond de ruime vredesthematiek.

Nucleaire ontwapening

Concreet ligt de focus van dat onderzoek op het in kaart brengen van het eindgebruik van wapens via analyse van de logistieke productieketen; onderzoek naar ‘dual use’ van technologie – zowel voor civiel als militair gebruik; aanmoediging van nucleaire ontwapening ondermeer via deelname aan de conferenties rond de versterking van het Treaty on the Prohibition of Nuclear Weapons’ (TPNW) met het oog op uiteindelijke ratificatie ervan (nvdr. Op dit moment hebben ruim 90 landen het TPNW ondertekend en werd het door bijna 70 landen geratificeerd. Weliswaar hebben geen kernmachten of landen met kernwapens op hun grondgebied het TPNW positief onthaald, hoewel het nochtans gewoon de uitvoering van artikel zes – de afbouw van álle kernwapens – van het door hen ondertekende Non-Proliferatieverdrag wil uitvoeren). Verder analyseert het Vredesinstituut illegale wapenhandel en brengt het ook vuurwapengeweld in onze regio in kaart. Dat laatste maakt weliswaar deel uit van een EU-project.

Aandacht voor vredeseducatie

Daarnaast stelt het Vredesinstituut dat conflict in een samenleving normaal is, maar niet gewelddadig mag worden. Vandaar dat het oog heeft voor (online) polarisatie van ideeën, voor radicalisering van bepaalde groepen, maar ook voor vredeseducatie dat nu gekoppeld kan worden aan de nieuwe eindtermen in het onderwijs. Om scholieren nauwer te betrekken bij de vredesproblematiek, worden naar aanleiding van de jaarlijkse uitreiking van de Nobelprijs voor de vrede, aan enkele scholen de kans geboden om kandidaten te nomineren. Vorig jaar was dat Anti-Slavery International dat zich vandaag vooral inzet voor het beëindigen van allerlei vormen van hedendaagse dwangarbeid.

Het Vredesinstituut wil vrede zo ruim mogelijk begrijpen, vandaar dat er nu ook meer aandacht komt voor ons buitenlands beleid. Zo wordt volgend jaar de hulp aan Oekraïne geëvalueerd, waaronder bijvoorbeeld de steun aan universiteiten. Een tweede internationale doelstelling bestaat in de coördinatie van de uitbouw van een Europees netwerk rond vredesonderzoek in de komende vier jaar. Een van de belangrijke thema’s van dit netwerk wordt klimaat en conflict. Adviezen en publicaties kunnen integraal worden gedownload via www.vlaamsvredesinstituut.eu

Ook kernwapens bedreigen de planeet

Dan was het de beurt aan Ludo De Brabander, voorzitter van vzw Vrede, die het vooral had over kernwapens als een planetaire bedreiging, naast die van de klimaatverandering. Net als voor laatstgenoemde bedreiging rest er ons nog weinig tijd: de Doomsday Clock stond begin dit jaar op amper 90 seconden voor middernacht. Dat was tien seconden minder dan in januari 2020 en dichter bij twaalf uur dan tijdens het hoogtepunten van de Koude Oorlog. Deze jaarlijks herhaalde ‘nieuwjaarsboodschap’ wordt verstuurd via het ‘Bulletin of Atomic Scientists’ dat in zijn nieuwsbrieven steeds meer aandacht schenkt aan het thema van de klimaatverandering.

Ludo De Brabander, voorzitter vzw Vrede (Rechts) en Marc De Smedt van GvK

Ondanks de waarschuwingen van eminente natuurkundigen en ook Amerikaanse politici zoals Perry en Mc Namara, blijft de NAVO haar bezit van atoomwapens verdedigen als ‘afschrikking’ en houdt zich ook het recht voor op ‘first use’, het daadwerkelijk als eerste inzetten van kernwapens. Sinds 2010 heeft de NATO zich bovendien expliciet als nucleaire alliantie gedefinieerd.

Kernwapenverdragen ontmanteld

Tegelijk stellen we vast dat er voor de eeuwwisseling veel Amerikaanse en Russische kernwapens ontmanteld zijn – van 76.000 naar 12.500 kernkoppen – maar dat er de voorbije twee decennia ook zowat alle kernwapenverdragen beëindigd zijn. Het laatste was het Open Skies-verdrag dat in 2020 door Trump werd opgezegd. Nu rest alleen nog het START-verdrag, dat voorlopig met vijf jaar werd verlengd door de Amerikaanse president Biden. Al komt dat nu wellicht in het gedrang door de Amerikaanse wapenleveringen aan Oekraïne.

Ludo vindt de ‘aandachtskloof’ tussen de klimaatcrisis en kernwapens bizar omdat beide een even grote planetaire dreiging inhouden. Op 23 oktober 1983 bracht de rakettencrisis nog 400.000 mensen naar Brussel, maar vandaag mag je al blij zijn als je enkele honderden mensen bijeen krijgt voor een actie aan de basis van Kleine Brogel waar ‘onze’ kernwapens’ klaar liggen om door Belgische F-16’s en straks door F-35’s afgeleverd te worden bij hun bestemming, wellicht op Russisch grondgebied. Al is diezelfde basis op haar beurt een doelwit voor Russische kernwapens… We beseffen nog onvoldoende dat de bom die 12 km2 van Hiroshima compleet heeft weggeveegd, een kracht van 15 kiloton had, terwijl de vermoedelijk twintig B-61-bommen op de luchtmachtbasis van Kleine Brogel elk goed zijn voor 170 kiloton. Die verouderde bommen – ze liggen er ondertussen al sinds begin jaren zestig – worden binnenkort of zijn al in het geheim vervangen door nieuwe B-61/12 tactische, lasergeleide kernbommen. Die kunnen niet alleen veel nauwkeuriger op hun doel afgesteld worden, maar ook afgesteld qua vernietigingskracht. Zo kunnen ze als tactische kernwapens ingezet worden voor ‘beperkte’ vernieling van militaire doelen. Hierdoor echter wordt de drempel om opnieuw kernwapens in te zetten sterk verlaagd en het risico op escalatie met zwaardere kernwapens sterk verhoogd.

1000 miljard voor modernisering kernwapens

De huidige modernisering van kernwapens door alle negen kernwapenstaten kostte vorig jaar bijna 83 miljard dollar, waarvan ruim de helft voor rekening van de Amerikaanse militaire uitgaven. Overigens zal de complete modernisering van álle Amerikaanse kernwapens en van hun afleveringssystemen (vliegtuigen, (kruis)raketten, duikboten en schepen) het komende decennium ruim 1.000 miljard dollar kosten. Geld dat beter besteed wordt aan de bestrijding van de klimaatverandering. Het gevraagde klimaatfonds dat jaarlijks met 100 miljard dollar gespijzigd moet worden, zou makkelijk betaald kunnen worden door de afbouw van het wereldwijde kernwapenarsenaal. Bovendien wordt net die klimaatsverandering een groeiende bron van conflict rond toegang tot drink- en irrigatiewater, tot weidegronden én tot grondstoffen die nodig zijn om de energietransitie te realiseren. In die zin is de klimaatverandering een belangrijke multiplicator van dreigingen. Ook het toenemend aantal klimaatvluchtelingen uit onleefbaar wordende regio’s kan de migratieproblematiek exponentieel doen groeien.

Kernoorlogen verwoesten ecosystemen

Bovendien zou een ‘regionale’ kernoorlog tussen India en Pakistan, waarbij er een 100-tal tactische kernwapens tot ontploffing komen, niet alleen meteen miljoenen burgerslachtoffers betekenen, maar ook leiden tot een jarenlange ‘nucleaire winter’ waarbij de globale temperatuur met 2 à 3  graden zou dalen. Dat lijkt een drastische oplossing voor de klimaatopwarming, maar die zou ook tot een wereldwijde hongersnood leiden met minstens 1 miljard hongerdoden in de nasleep van die ‘beperkte’ kernoorlog. Dat is niet alleen ethisch onaanvaardbaar, maar het zou evenmin de klimaatopwarming stoppen. Integendeel, de verwoeste ecosystemen – van bossen tot veengebieden – zouden niet langer als natuurlijke koolstofafvang functioneren maar daarentegen zelf koolstofbron worden. In die zin kan de huidige biodiversiteitscrisis ook een belangrijk aandachtspunt vormen naast de mondiale bedreigingen van de kernwapenwedloop en toenemende klimaatcrisis. De oude doctrine dat kernwapens als afschrikking dienen, wordt zo door een complexe realiteit van minstens even grote mondiale ‘afschrikkingen’ onderuitgehaald. Bovendien is de wereld al herhaaldelijk aan tientallen ernstige incidenten met kernwapens, de zgn. ‘broken arrows’, ontsnapt en de vraag is maar of dat zo zal blijven.

Een fossiele economie is een oorlogseconomie

Dan was het de beurt aan Mattijs Vandenbussche, die namens de ngo Vredesactie (ontstaan in de jaren ’60 vanuit de gewetensbezwaarden) hun campagne ‘Stop fuelling war’ toelichtte. Hij begon met de provocerende uitspraak ‘een fossiele economie is een oorlogseconomie’. Hij illustreerde dat aan de hand van voorbeelden uit zowel het niet zo verre verleden als uit de actualiteit. Veel landen met fossiele grondstoffen – van olie en steenkool tot geologische ertsen – werden slachtoffer van de zgn. ‘resources curse’ of ‘grondstoffenvloek’. De ontginning ervan door koloniale staten of hun transnationale ondernemingen leidde er niet toe dat de lokale bevolking er beter van werd. Integendeel, vaak werd hun leefmilieu ernstig vervuild en ook hun politieke inspraak werd onderdrukt door autoritaire regimes die samenheulden met de ontginnende bedrijven. Vaak triggerde dat gewelddadig conflict tussen bevolkingsgroepen en het nationale leger.

Groen kolonialisme veroorzaakt nieuwe conflicten

Vandaag is er een toenemend risico op een ‘groen kolonialisme’, waarbij de energiebronnen en grondstoffen voor de transitie naar een koolstofarme samenleving oorzaak zijn van nieuwe conflicten en milieuverloedering. Zo wil Europa waterstof opwekken in landen als Egypte en Marokko met zonne-energie, terwijl die landen respectievelijk veel politieke tegenstanders gevangen houden of bevolkingsgroepen – zoals in de Westelijke Sahara – onderdrukken. Elders draait het om de winning van kobalt, lithium of rare earths die cruciaal zijn voor de bouw van zware batterijen en magneten voor windturbinegeneratoren. Vaak is de lokale bevolking daarbij niet gehoord of vergoed. Of erger… Ook in Europa zelf dat meer zelfvoorzienend wil worden, groeien spanningen met de lokale bevolking die met nieuwe mijnbouw geconfronteerd wordt. In die zin zou klimaatbeleid een noodzakelijk ingrediënt van elk vredesbeleid moeten zijn. Daarbij zou de Europese verplichting van zorgplicht of due diligence voor bedrijven die ook in het buitenland actief zijn, moeten gelden in het kader van respect voor de mensenrechten en van milieuzorg.

Momenteel voert Vredesactie samen met Greenpeace en Bond Beter Leefmilieu een campagne rond de betrokkenheid van de Franse energiereus Total Energies bij de doorvoer van Russisch vloeibaar aardgas via de LNG- terminal van Zeebrugge. Total Energies is immers sinds 2015 voor 20%  aandeelhouder van de LNG-terminal Yamal in de noordelijke Russische territoriale wateren. Tijdens de winter kan er geen gebruik gemaakt worden van de bevroren noordoostelijke vaarroute naar China en Japan. De Russische LNG-ijsbrekertankers zetten dan koers naar het westen om hun lading in Zeebrugge over te laden op conventionele LNG-tankers, die dan doorvaren via het Suez-kanaal naar hun eindbestemming in het Verre Oosten.

Greenpeace Belgium activists are urging the public at the 20km of Brussels’, one of Belgium’s most popular sporting events, to refuse sponsorship from fossil company TotalEnergies, exposed for its greenwashing and for its continued fossil activities (among other in Russia, potentially financing war crimes in Ukraine).

Onze burgemeesters kunnen Russisch gas mee blokkeren

Met deze campagne wil Vredesactie de financiering van de Russische invasie in Oekraïne droogleggen, ook al omdat een andere hoofdaandeelhouder van Yamal, Novatek, aan Russische jongeren aanmoedigingspremies betaalt om zich aan te melden voor legerdienst aan het front in Oekraïne. Bovendien zou het Russische staatsbedrijf Gazprom ook eigen soldaten naar het front sturen. Hiervoor heeft Vredesactie nog geen echte bewijzen, maar wel steeds meer aanwijzingen. De belastingen die de Russische overheid van Yamal via Gazprom ontvangt, bedroeg vorig jaar 700 miljoen euro. Dit jaar zou dat bedrag kunnen oplopen tot 1 à 1,5 miljard euro. Geld dat Poetins oorlogskas spijzigt…

Maar er is ook een link met onze steden en gemeenten die via Publigas voor bijna 80%  aandeelhouder zijn van Fluxys. Daarom kunnen burgemeesters aangeschreven worden om Fluxys mee onder druk te zetten om niet langer Russisch gas in Zeebrugge over te slaan. Ook de Europese Gas Package zou een clausule moeten bevatten die alle linken met gewapend conflict verbiedt, dat als onderdeel van de zorgplicht van gasbedrijven. Een ander voorbeeld van een conflict dat in de maak is, betreft de ontginning van een groot gasveld door Israël voor de kust van Gaza.

(Nvdr. Eigenlijk zou er evengoed actie gevoerd moeten worden bij de haven van Duinkerke in Noord-Frankrijk die ondertussen een belangrijke invoerhaven voor Amerikaans schaliegas is geworden. Naast de klimaatschadelijke methaanuitstoot bij de winning van schaliegas, komt ook nog de vervuiling van het grondwater en de omgevingslucht met tal van chemische stoffen die de bevolking in de omgeving van de talloze gaswinningen met ernstige gezondheidsproblemen opzadelt. Methaan is een tachtig maal sterker broeikasgas dan CO2, maar verdwijnt na tien jaar geleidelijk uit de atmosfeer. Net daar zou men een grote klimaatwinst kunnen boeken, maar men verkiest blijkbaar andere winsten.)

Brengt oorlog in Oekraïne klimaatdoelstellingen in gevaar ?

Voorlaatste spreker was Jan Vande Putte die voor Greenpeace onderzoek uitvoert rond vervuiling door de oorlogsvoering in Oekraïne en meer bepaald rond de kerncentrale van Tsjernobyl die zich aan de grens met Wit-Rusland bevindt, dichtbij een vazalstaat van Rusland. Die grens ligt nu volgezaaid met ‘defensieve’ landmijnen waarmee rekening moet worden gehouden bij elk veldonderzoek. In totaal zou ondertussen 30% van het hele grondgebied van Oekraïne met vooral Russische persoonsmijnen bezaaid zijn. Dat betekent dat er jarenlang werk is voor ontmijningsteams en ook dat er nog veel slachtoffers zullen vallen.

Militaire sector zorgt voor 6% van alle broeikasgas-uitstoot

De militaire sector die nota bene geen internationale verlichtingen heeft om zijn klimaatimpact te verminderen, is wellicht verantwoordelijk voor zo’n 6% van alle mondiale broeikasgas-emissies, de gecombineerde uitstoot van de burgerluchtvaart en -scheepvaart. Daarnaast komt er extra klimaat- en natuurvervuiling in oorlogstijd, zoals nu in Oekraïne steeds duidelijker wordt. D-TEK, het staatsenergiebedrijf heeft ondertussen de stijging van de broeikasgassen in Oekraïne berekend: in 2022 steeg die van 119,6 naar 126,7 miljoen ton CO2-equivalent. De militaire uitgaven van het land zijn nog veel meer gestegen: met 650%.

In Tsjernobyl doet Jan voor Greenpeace monitoring van de besmetting van het grondwater in de ruime omgeving van de centrale van Tsjernobyl, die in april 1986 door een technische fout verwoest werd. Omdat landmijnen nu de toegang tot de ruime omgeving belemmeren, worden er drones en robots ingezet om het veldwerk uit te voeren. Over de 6.000 MW- Zaporihzhia-kerncentrale in het zuiden van het land in het door de Russen bezet gebied, kan hij alleen kwijt dat door de recente vernieling van de Kakovka-dam er momenteel onvoldoende koelingswater beschikbaar is om de centrale te heropstarten. Zolang er dagelijks 200 m3 koelwater beschikbaar is, kunnen de stilgelegde reactoren langzaam afkoelen. Valt echter ook die koeling weg dan resten er slechts twee weken vooraleer er grote kans is op een meltdown met alle gevolgen vandien…

War as a chance for a green future

Maar er is ook voorzichtig positief nieuws: de oorlog biedt ook kansen voor een ‘green reconstruction’.  De ceo van D-TEK, Maxim Timchenko, deed al de boude uitspraak “War as a chance for a green future”. Toch blijft Greenpeace op zijn hoede voor mogelijke ‘greenwashing’, vooral wat biogas en zgn. groene waterstof betreft.

Greenpeace stelt echter ook een belangrijke lokale dynamiek vast in de heropbouw van Oekraïne. Zelf heeft het, in samenwerking met de lokale partner EcoProject, nabij de door de oorlog zwaar getroffen stad Bucha een wijkgezondheidscentrum heropgebouwd voor 56.000 euro. Daarbij werden een 20 kilowatt (kW)-warmtepomp, 12 kW zonnepanelen en een 8 kW-opslagbatterij voorzien. Daarmee kan er vier uur lang offgrid worden gegaan… Ook een kinderdagverblijf in Hostomel kan nu na een investering van 17.000 euro tijdelijk offgrid gaan.. Nu al zijn er een honderdtal pilootprojecten met hernieuwbare energie opgestart, met als slogan ‘Build Back Better’.

Bombardementen decentraliseren energievoorziening

Door het uitschakelen van de grotere energiecentrales door regelmatige bombardementen, is men genoodzaakt om de energievoorziening te decentraliseren en zgn. microgrids te installeren. Doorgaans gebeurt dat met dieselgeneratoren, maar Oekraïne biedt veel kansen voor zonne-energie  en windenergie. Vergeleken met het potentieel aan hernieuwbare energie in de EU in zijn geheel, komt Oekraïne aardig in de buurt. Minder dan anderhalf procent van de totale oppervlakte voorzien van windparken zou al in de totale stroombehoefte kunnen voorzien. Momenteel is zo’n 114 MW aan windturbines geïnstalleerd en er is 500 MW aan bijkomend vermogen gepland, zowat 80 nieuwe windturbines.

Overigens is Oekraïne meteen na de inval door Rusland begonnen aan de synchronisatie met het ENTSO-E (European Network of Transmission System Operators), het stroomnetwerk waarlangs 33 Europese landen stroom uitwisselen, naargelang overschotten of tekorten. De grote uitdaging in dit land is om tijdens de lange en koude winterperiode voldoende stroom en warmte op te wekken. Een van de oplossingen zijn verticaal opstelbare zonnepanelen die aan beide zijden kunnen beschenen worden en niet uitvallen wanneer er sneeuw valt. Ook de installatie van drijvende zonnepanelen op binnenwateren zorgt voor een bijkomende koeling die het rendement ervan in warme periodes verhoogt.

Actievoeren cruciaal in aanpak klimaatprobleem

Last but not least, kreeg Mieke Vandenbroeck van Progress Lawyers het woord over ‘het recht op actie voeren’. Dat vond ze een fundamenteel mensenrecht en cruciaal voor wie het klimaatprobleem wil aankaarten. Ze staafde dat ook met verwijzingen naar onder meer het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) met zijn gerechtshof in Straatsburg. Respectievelijk art. 10 over de vrijheid van meningsuiting en art. 11 over de vrijheid van vergadering en vereniging, zijn duidelijk afdwingbare recht. Beperkingen ervan zijn zeer restrictief, legaal geregeld, alleen mogelijk als ze noodzakelijk zijn voor een democratische samenleving en ze moeten bovendien proportioneel zijn. Deze vrijheden zijn ook ingeschreven in de Belgische Grondwet, resp. in de artikelen 19 en 26.

08/10/2022: Hundreds of activists of the coalition Code Rouge/Code Rood block the site of oil and gas giant TotalEnergies in Feluy (Belgium). They are demanding an exit from fossil fuels and denoucing the fossil fuel industry’s responsibility in the climate and social crisis.

Mieke had het ook over de definitie van ‘vreedzaam’ protest, zoals blokkades, sit-ins, bezetting van gebouwen, zelfs in verboden zones. Dit hangt nauw samen met acties van burgerlijke ongehoorzaamheid wanneer een hoger belang primeert. Politiewetten, die vaak bij zo’n acties worden ingeroepen, verschillen per gemeente. Op lokaal vlak kan een burgemeester een manifestatie verbieden en eventueel GAS-boetes opleggen. Ook deurwaarders kunnen een eenzijdig verzoekschrift bij de rechtbank indienen en zo stakingsacties stilleggen met dreiging van eisen tot schadevergoeding aan het getroffen bedrijf. Dat geldt evengoed voor klimaatacties op het terrein van een fossiel energiebedrijf.

Door deze maatregelen komt echter het fundamenteel recht op communicatie met medeburgers in het gedrang. Het strafrecht heeft dan een ‘chilling effect’ dat actievoerders kan ontmoedigen om nog op straat te komen. Protestbijeenkomsten dreigen in de nabije toekomst nog moeilijker te worden door de bij het parlement ingediende wet Van Quickenborne, die een gerechtelijk betogingsverbod nastreeft. Op 5 oktober wordt hiertegen in Brussel geprotesteerd onder de slogan ‘Verzet is geen misdaad’.

Niet vechten tegen maar voor windmolens

Na deze boeiende studiedag werden de sprekers bedankt en daarna trok een deel van de deelnemers naar het standbeeld van Don Quichote en zijn knecht Pancho op het Spanjeplein in hartje Brussel. Daar hield Luc in de gietende regen een toespraak over de noodzaak om niet te vechten tégen windmolens, maar net meer windturbines te eisen.

Niet vechten tégen, maar voor windmolens

Vooral dan in West-Vlaanderen, de meest windrijke provincie. Hij verwees daarbij ook naar het verzet van diezelfde provincie tegen de komst van een offshore-windpark voor de kust van Duinkerke en het protest van een aantal West-Vlaamse gemeenten die geen bovengrondse Ventilus-hoogspanningsleiding over hun grondgebied willen toelaten.

Windmolentjes aan de voet van het standbeeld van Don Quichote

Chris Dutry    Zwevegem 22 september 2023

Voor meer foto’s : https://photos.app.goo.gl/pX3GBUEn7hk5jh966


Reactie toevoegen

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met * .