Netwerk-Bewust-Verbruiken

Is shoppen echt het ultieme doel?

Zaterdag 14/12 op vrtnws een mooi opiniestuk van low impact man Steven Vromman, de man die de Grootouders bijschoolt als sprekers over het klimaat, over shoppen en de impact van shoppen. Zoveel wijsheid in een notendop, dat willen we u niet onthouden.

De jaarlijkse klimaatconferentie is volop aan de gang. Vlaanderen lanceerde deze week in het licht van die top haar klimaatplan. Maar milieuactivist Steven Vromman verwacht niet dat onze uitstoot van broeikasgassen zal dalen. Hij lanceert een nieuwe piste om te kijken naar de oplossingen: zorg en liefde. Wat meer aandacht geven aan liefde en zorg, in plaats van onze drang naar meer materieel bezit, zou volgens hem het onverwachte neveneffect kunnen hebben dat de natuur kan herstellen van een paar eeuwen kaalslag. 

Is shoppen echt het ultieme doel van ons korte bestaan op deze aardbol?

Het is een jaarlijks terugkerend fenomeen. Zo ergens tussen Black Friday en de kerstkoopjes is er een opstootje van extra aandacht voor “het klimaat”. Zie ginds komt de jaarlijkse klimaatconferentie weer aan, en dit jaar daadwerkelijk uit Spanje. Zodoende verschijnen er talloze artikels, analyses, tiplijstjes en opinies. De één zal pleiten voor politieke moed en een langetermijnvisie, de ander zal wijzen op de verantwoordelijkheid van de consument. De volgende eist radicale systeemverandering of klaagt de bedrijven aan terwijl nog iemand anders een lans breekt voor technologische oplossingen die soelaas zullen brengen.

Zo blijven we bezig met het verdedigen van bekende standpunten en het uitwisselen van roetpieten. En de uitstoot? Die blijft gestaag stijgen. Daarom een poging om wat breder te kijken en nog een nieuwe piste te lanceren: zorg en liefde.

 “Om de klimaatverstoring aan te pakken, zal alles nodig zijn

Wat mij betreft is het al langer een uitgemaakte zaak. Om de klimaatverstoring (en de al even prangende biodiversiteitscrisis) aan te pakken, zal alles nodig zijn. Politieke moed, een langetermijnvisie, bewuste consumenten, een ander economisch model, systeemverandering én technologie. De vraag blijft dan steeds of we het daarmee zullen redden. Want als we deze remedies toepassen binnen ons bestaande denkkader dan blijft de kraan openstaan terwijl we een debat voeren over welke dweil nu de beste is.

“De mens die boven de natuur staat

Het dominante denkkader van onze tijd is een mechanistische, instrumentele kijk op de wereld en bij uitbreiding op de mens en de samenleving. Daarbij isoleren we een probleem, beperken we het tot wat meetbaar is en gaan op zoek naar “de oorzaak”. We bedenken een passende remedie en voilà, probleem aangepakt. Tenminste, dat denken we. Want met dit reductionisme missen we de complexiteit van en de samenhang tussen levende systemen én bestrijden we vooral de symptomen. 

Stel dat het allemaal niet zo simpel is. Stel dat de ecologische uitdagingen niet zomaar op te lossen zijn door te werken aan herbebossing of door reductie van de pollutie. Want er is nog meer aan de hand. Misschien is er wel een verband tussen de achteruitgang van de bijen, de waterschaarste en het toenemend aantal burn-outs? Misschien is het niet zo ver gezocht om angststoornissen bij kinderen, de plastiekvervuiling van de oceanen en wereldwijde migratie te bekijken als symptomen van eenzelfde “ziekte”. Namelijk, een scheefgegroeide relatie met de natuur en een bijzonder enge invulling van het begrip vooruitgang.

“Het echte probleem is een scheefgegroeide relatie met de natuur en een bijzonder enge invulling van het begrip vooruitgang

Het idee bijvoorbeeld dat we als mens boven de natuur staan! Toen we nog in kleine groepen leefden en geen elektrische pepermolens hadden, waren we ons terdege bewust van die plaats in de natuur. We hadden respect voor andere dieren, voor de rommelende donder of het woeste water. We beseften hoe afhankelijk we waren van de vruchten aan de bomen en de insecten in de schors. Het waren de monotheïstische godsdiensten die ons het beeld brachten van de mens als hoogtepunt van schepping. Technische doorbraken bevestigden nog meer de superioriteit van de mens. Toen er een economisch model emergeerde, gericht op groei en consumptie, was het hek helemaal van de dam. 

We kregen het een beetje hoog in de bol en geloven tot op vandaag dat we alles aan onszelf te danken hebben, en de natuur vooral iets is om te gebruiken en te beheersen. De neveneffecten van die houding worden elke dag duidelijker. De natuur is een levend systeem dat reageert op het overschrijden van de fragiele grenzen. Meer nog, we zadelen de komende generaties op met een gigantische rekening.

“Bekrompen idee over vooruitgang

En dan is er ons bekrompen idee over vooruitgang. De enige dimensie die overblijft is die van “meer”. Meer produceren, meer consumeren, meer en verder reizen, meer eten, meer aandacht genereren. Het houdt niet op. Het is een verslaving geworden en de oorzaak van elke verslaving is dat basisbehoeften onvoldoende ingevuld raken.

Uiteindelijk heeft iedereen nood aan eenvoudige dingen als erkenning, connectie met anderen, af en toe wat rust, schoonheid en het gevoel iets zinvol bij te dragen. Hoe sterk ons BBP ook groeit, we worden er niet gelukkiger van – dat is ondertussen door onderzoek aangetoond. Zorg voor mekaar en connectie met de natuur maakt ons wél gelukkig.  Idem voor een gevoel van verbondenheid en liefde. Ook dat wordt steeds overtuigender bewezen in wetenschappelijk onderzoek in de neurologie, sociologie, antropologie en psychologie.

“We geloven tot op vandaag dat we alles aan onszelf te danken hebben, en de natuur vooral iets is om te gebruiken en te beheersen

Uiteraard is het zinvol onze negatieve impact op het milieu in te dammen, maar minstens even zinnig is het om onszelf een paar vragen te stellen. Wie wil je zijn? Wat is er nu echt belangrijk? Nog een grotere televisie en nog meer goedkope kleren in de kast? Is wie je bent echt afhankelijk van het volume van je wagen of het aantal airmiles op je teller? Is shoppen serieus het ultieme doel van ons korte bestaan op deze aardbol? Zou vooruitgang ook niet kunnen zijn dat we meer evenwichtige relaties opbouwen met andere mensen? Dat we jobs kunnen doen die ons blij maken in plaats van overwerkt? Dat we voldoende rust hebben om te genieten van een wandeling of van elkaars verhalen? Dat we niet moeten strijden tegen de natuur maar leven mét het wonderbaarlijk ecosysteem waarvan we afhankelijk zijn? Zou het niet interessanter zijn na te denken over ‘beter’ in plaats van ‘meer’?

“De enige dimensie die overblijft is die van “meer”

Stilstaan bij die vragen en wat meer aandacht geven aan liefde en zorg zou wel eens onverwachte neveneffecten kunnen hebben. Bijvoorbeeld dat mensen in het Zuiden meer kansen krijgen op een deftig leven. Dat onze kinderen wat minder angstig zijn, onze senioren wat minder eenzaam. Of dat de natuur kan herstellen van een paar eeuwen kaalslag. Of dat we wat minder hebben en wat meer zijn.

Zullen we daar eens een plan rond maken?

Netwerk Bewust Verbruiken

Eén antwoord

Reactie toevoegen

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met * .