Toepassen van de klimaatmodellen : geprojecteerde veranderingen in het klimaatsysteem
Module 6.1 Oppervlakte temperatuur : voorspellingen
We kunnen ons de vraag stellen hoe zeker die RCP’s en welke rol de variaties in de factoren die de klimaatverandering bepalen nu wel zijn. Welke veranderingen kunnen we verwachten naargelang de verschillende RCP’s (= Representative Concentration Pathway).
Ter herinnering : RCP’s zijn scenario’s uit de klimaatmodellen die de ontwikkeling van broeikasgassen in de atmosfeer tot 2300 beschrijven. Ze worden gebruikt in het 5e IPCC-rapport. Ze zijn belangrijk als werkinstrumenten voor het beleid, gezondheidszorg.
Hoeveel zal de aarde opwarmen?
Zoals het er nu naar uit ziet zal dat meer dan 1,5°C worden tegen 2100. Behalve RCP 2.6 voorspellen alle modellen een opwarming van meer dan 2°C tegen 2100 vergeleken met de gemiddelde temperatuur op aarde in de periode 1850-1900. Bovendien blijft de aarde na 2100 ook nog verder opwarmen, behalve in RCP 2.6.
De opwarming van de aarde zal niet overal even groot zijn. Zelfs in de tijd zal die niet altijd gelijk lopen met de gemiddelde opwarming.
De basis gemiddelde temperaturen gebruikt temperaruten uit de periode 1850-1900 als referentie. Maar de industriële revolutie begon al rond 1750 in Engeland. In de eeuw voor 1850 was er dus ook al menselijke C02 uitstoot. De basistemperaturen die het IPCC gebruikt, zijn dus eigenlijk ook al wat hoger dan ze zouden geweest zijn zonder menselijke ingreep…
Er zijn twee onzekerheden in de projecties van de temperatuurstijgingen.
- Welk scenario zullen we volgen in de toekomst? Met andere woorden hoeveel reductie van onze CO2 uitstoot zullen we waarmaken, hoeveel aërosols stoten we nog uit, en welke koolstofcyclus feedbacks (tipping points) gaan we overschrijden?
- De fysische onzekerheid. Er zit in de RCP’s een zekere bandbreedte (minimale/maximale temperatuurstijging). Die zijn het gevolg van factoren die met de huidige stand van wetenschappelijke kennis niet nader te definiëren zijn. Dat gaat dan over wolken en hun stralingsfeedbacks die negatief zouden zijn… maar dat is onzeker. Het IPCC heeft 20 verschillende klimaatmodellen gebruikt om tot de verschillende dit te simuleren. Zij stelden vast dat die resultaten variëren van een wolken feedback van -2W/m2 (die dan de helft van de C02concentratie verdubbeling opvangen) tot +2W/m2 (die de opwarming door CO2concentratie verdubbeling nog versterken.
In de afbeelding hieronder zie je de ‘bandbreedte’ van die onzekerheid.

De verschillende RCP’s variëren tussen een opwarming van de aardtemperatuur van 1 à 4°C. De wolkenforcering variëert in de modellen tussen – 2 °C en /2°C. Dit betekent dat ongeveer de helft van de mogelijke opwarming van het klimaat direct onder onze controle is (CO2 uitstoot). De afbeelding hieronder toont die bandbreedte van onzekerheid heel goed.

Alle modellen tonen ook aan dat de opwarming van de aarde niet overal even groot zal zijn. Zoals we eerder al zagen zal die in het Noordelijk halfrond hoger zijn dan aan de Evenaar. Op het land zal de opwarming ook sneller verlopen dan boven zee.
Een van de klimaatmodellen die het IPCC gebruikt is het Princeton GFDL CM 2.1 gekoppeld klimaatmodel. GFDL CM staat voor ‘Geophysical Fluid Dynamics Laboratory Climate Model’. Meer info op : https://nomads.gfdl.noaa.gov/CM2.X/CM2.1/available_data.html – NARCCAP. Dat gaat uit van een ‘business as usual’ projectie, m.a.w. we doen niets, blijven fossiele brandstoffen gebruiken en verhogen zo stelselmatig de C02 concentratie in de atmosfeer.
In het model, dat vanaf 1973 begint, zien we dat het noordelijk halfrond sneller opwarmt, door onder andere de ijsalbedo feedbacks. De El Nino en La Ninja doen zich in het model voor zoals ze werkelijk ook gebeur(d)en.We zien wel in het model dat de Noordelijke Atlantische oceaan, ten Zuiden van Groenland in dit geval koeler zal worden dan vroeger. En dat komt door het afzwakken van de Ocean Conveyer Belt (onder andere de Golfstroom!).
Twee effecten doen zich namelijk voor die elkaar (voor een stuk) compenseren. De oceanen slorpen warmte op en verspreiden die langzaam. Door die inertie verloopt dat proces traag. Maar dat betekent ook dat de opwarming van de oceaan nog even blijft doorgaan ook als we stoppen met fossiele brandstoffen. Dit fenomeen noemen we de ‘commited warming’ (vastgelegde, niet-vermijdbare opwarming). Maar tegelijk nemen de oceanen ook CO2 op waardoor het CO2 gehalte in de atmosfeer daalt.
Dat betekent dat de opwarming van het klimaat een functie is van de cumulatieve C02 uitstoot op een bepaald moment.
Dat zie je hieronder.

Samengevat
De klimaatmodellen voorspellen een opwarming tussen 0,2 °C en 7°C de komende eeuw, afhankelijk van 2 cruciale zaken:
- De menselijke oorzaken, zoals weerspiegeld in de verschillende RCP’s (uitstoot broeikasgassen dus)
- Fysiche onzekerheid : wat zal de impact zijn van wolken (waterdamp = broeikasgas , nemen die toe of af en wat is het effect ervan) ? De variabiliteit in de temperatuurvoorspellingen is aanzienlijk, zowel in ruimte als tijd.
Afbeelding 1 en 3 komen uit IPCC-rapporten, respectievelijk uit 2007 en 2013 (zie onderaan de afbeelding), Afbeelding 2 is van openpress.usask.ca
Auteur : Marc Desmet
Reactie toevoegen