auteur: Jo Verwimp –
Als klimaatopa spring je allicht regelmatig op de fiets. Naar de bakker, naar het werk: dat is bekend. Maar hoe fiets je recreatief? Ter plaatse een (knooppunten) rondje, of verder met de auto en dan een rondje?
Waarom eigenlijk niet zonder auto, maar met de trein? Je neemt b.v. de trein tot Dinant en fietst dan op het jaagpad langs de Maas tot Namen. Vandaar keer je terug per trein.
Wat zijn de voordelen?
Het is natuurlijk milieuvriendelijk: een aanzienlijk lagere CO2-uitstoot in vergelijking met de auto of het vliegtuig. Bovendien rij je relax zonder files of autodrukte naar je bestemming. En je hoeft niet langer een rondje te fietsen, wat moeilijk is in Wallonië, zoals overigens in de meeste landen waar geen knooppunten bestaan.
Verder kan je rekening houden met de windrichting. Komt die uit het zuiden –in de zomer dikwijls het geval– dan heb je een ruggensteun van Dinant naar Namen.
En last but not least: een seniorbiljet kost slechts € 6,80. Daarmee mag je ook je reis onderbreken, dus met een biljet naar Dinant kan je ook terug vanuit Namen dat op de route ligt. Ben je nog geen 65+ dan is een Rail Pass aangewezen. Kost € 83, goed voor 10 ritten naar eender welke bestemming.
Wat zijn de nadelen?
Een fiets meenemen op de trein is in België geen lachertje. Enkel de nieuwe ‘Desiro’- stellen zijn echt aangepast, maar die rijden meestal niet op hoofdlijnen. Een fietsbiljet kost overigens € 4 per rit. Alternatief kan je in sommige stations een fiets huren (www.fietspunten.be)
De beste oplossing is evenwel een vouwfiets. Die wordt nog altijd onderschat. De meeste fietsers denken daarbij aan de zware en onhandelbare modellen uit de jaren ’80, die ook nog van slechte kwaliteit waren. Vandaag wegen vouwfietsen minder dan 13kg en ze worden in een mum van tijd opgeplooid, zonder gereedschap. Wij rijden inmiddels al 17 jaar met een ‘Brompton’, die absoluut aan alle verwachtingen voldoet. Hij is het meest compacte model en kan gemakkelijk weggeborgen worden. Met een handig kliksysteem bevestig je een bagagetas vooraan; die tas heeft ook zijzakjes voor een drinkbus en fototoestel. Na al die jaren en duizenden kilometers rijplezier was geen enkele herstelling nodig. Echt goede kwaliteit dus! Kevlar-banden verhinderen bandenpech. Sturen is wel even wennen, vanwege de snelle reactie. Bochten kan je dan ook heel kort nemen. Een vouwfiets kan makkelijk mee in een auto, maar ook op de bus. Gratis, net als op de trein. Met de 6 versnellingen zal je geen bergen beklimmen, maar dat hoeft op onze leeftijd niet meer.
Wallonië, een aanrader
Overigens kan je zelfs in Wallonië redelijk vlak fietsen op voormalige spoorbeddingen of jaagpaden: het RAVeL-netwerk (http://ravel.wallonie.be). RAVeL staat voor ‘réseau autonome des voies lentes’, het grootmazig fietsnetwerk van Wallonië, waar enkel fietsers en wandelaars toegelaten zijn. De natuur is er alomtegenwoordig, veel meer dan in Vlaanderen. Je vindt er nog open ruimte, maar ook rotspartijen en tunnels.
Voor wie ‘tips voor trips’ zoekt: op www.routeyou.com/nl/group/view/8092/fietsen-in-combinatie-met-openbaar-vervoer vind je 226 uitgelezen trajecten, ook downloadbaar op gps, waaronder ook enkele tochten over de grens met Nederland, Luxemburg, Duitsland (Eifel) en Noord-Frankrijk. Aanraders zijn de scheepsliften van het Canal du Centre, vanaf La Louvière; de Samber tussen Charleroi en Erquelinnes, de Ourthe tussen Luik en Comblain, of dichterbij: Brussel-Leuven–Mechelen-Antwerpen-Roosendaal (LF2).
Over de grens
Aan de automaten kan je ook een senior-biljet naar Roosendaal of Maastricht kopen (€10,60) , Aachen (€10.80). In de regio Limburg-Luik-Maastricht-Aachen kan je onbeperkt reizen met het Euregio-ticket. Dit is vooral interessant tijdens het weekend: voor € 19 kunnen 5 personen (2 volwassenen en 3 kinderen -12) alle openbaar vervoer gebruiken
Op de lijn Brussel-Parijs rijdt een zeer goedkope maar minder comfortabele en tragere versie van de Thalys: de Izy (www.izy.com) Onze oosterburen hebben een gelijkaardige formule: Flixtrain. Volgend jaar breidt die uit met vier lijnen in Frankrijk.
Het Groothertogdom Luxemburg wordt helemaal gratis – voor iedereen! – in 2020 , inclusief bus en tram. Nu al is openbaar vervoer nergens goedkoper dan in het Groothertogdom: een biljet “courte durée” kost 2 euro en daarmee mag je met trein en/of bus twee uur rijden. Een biljet “longue durée” kost 4 euro en is een hele dag geldig.
Wetenswaard is ook dat 20 Europese steden gratis openbaar vervoer aanbieden. Onder meer Duinkerken, waar overigens lijn 20 tot in Adinkerke komt. (www.dkbus.com)
Jo Verwimp
Reactie toevoegen