De gele hesjes die nu al bijna een jaar protesteren tegen de Franse CO2-taksen op benzine, diesel, stookolie en aardgas hebben wel degelijk een punt, zo concluderen onderzoekers. Die CO2-taksen zijn bedoeld om de meest vervuilende auto’s en verwarmingssystemen sneller te vervangen. De facto treffen ze vooral gewone mensen, voornamelijk op het platteland, die de eindjes sowieso al moeilijk aan elkaar geknoopt krijgen. Hun onkosten stijgen, hun inkomens niet. Door de CO2-taks staan ze met de rug tegen de muur, want alternatieven – alternatief vervoer, compenserende woonsubsidies of een compenserende vermindering van de inkomensbelasting – zijn niet voorzien. Dat is onrechtvaardig en dom.
De studie van Agora Energiewende trekt twee duidelijke lessen voor het CO2-belastingbeleid: 1) burgers met lage inkomens moeten een belastingvermindering ontvangen die gelijk is aan de hoogte van de CO2-belasting en 2) CO2-heffingen, hoewel ze het koolstofgebruik effectief verminderen, zijn geen geschikt instrument voor het spijzen van de overheidskas. Anders gezegd: “De protesten die in de herfst van 2018 begonnen, waren niet zozeer gericht tegen klimaatbescherming, maar tegen een belastingstelsel dat onevenredig onder de armere huishoudens valt”. Hoe kan het dan wel?
Onze topklimaatonderhandelaar Jos Delbeke maakte het op tv meer dan eens duidelijk. Voor een goed klimaatbeleid heb je iedereen nodig: gewone burgers, kleine en grote ondernemers en overheden. Anders gezegd, de transitiekost onevenredig verdelen, kan niet. Iedereen moet mee aan boord. We laten niemand achter. Een klimaatbeleid moet van meet af aan sociaal en rechtvaardig zijn!
Reactie toevoegen