LucMartens_169

Luc Martens

We zijn verheugd Luc Martens te mogen verwelkomen als ambassadeur van Grootouders voor het Klimaat.

Luc Martens kan bogen op een rijk gevulde carrière in de politiek, in en voor de CVP-CD&V. Hij was o.m. senator, parlementslid, minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, burgemeester van Roeselare en voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten. Hij is nog altijd zeer actief, ook internationaal, onder meer voor lokale en regionale besturen.

Hij engageert zich in de culturele sector, voor de Centra voor Leerlingen­begeleiding (CLB’s) en publiceert over onderwerpen als onderwijs en de toekomst van de christen­democratie.

Hij schreef deze motivatie voor zijn ambassadeurschap van de Grootouders:

De zorg om het klimaat is voor mij helemaal niet nieuw. Ik herinner me levendig hoe de lectuur van het Rapport van de zgn. Club van Rome mij echt raakte. Het scherpte mijn besef dat de milieuproblematiek geen randprobleem was dat zijn oplossing kon vinden in ronkende verklaringen, technische ingrepen of verspreide acties – weliswaar goedbedoeld – om ons te heroriënteren en onze gulzigheid te beheersen.

Die gevoeligheid staat op gespannen voet met de dominante positie die wij op vele plekken in de wereld voor ons opeisen en met de driftigheid van de economische groei in de tweede helft van de vorige eeuw. De finaliteit was eenzijdig meer, zij het op een aantal punten beslist ook beter. Maar dit laatste verhindert me niet om – o.m. in het spoor van Broederlijk Delen – kritisch te blijven voor een economische model waarvan de productie voortdurend moet worden opgevoerd om de welvaart te verzekeren. Dat dit zorgt voor uitputting van de aarde en uitdieping van de sociale kloof tussen landen en burgers, is voor sommigen blijkbaar niet zo belangrijk. Nochtans bestaat er een model, de DONUT-economie van Kate Raworth, een Engelse econome, dat een krachtig alternatief biedt en dat een duurzame en menswaardige toekomst verzekert.

De donut, een zoet gebakje in de vorm van een kleine zwemband, wordt wereldwijd als lekkernij gegeten. Maar de donut kan niet alleen onze smaakpapillen strelen, hij staat ook voor een inspirerend model van economie en samenleving. Beeld je 2 grenzen in: de buitengrens van deze donut binnen dit economisch model is het ecologische plafond; dit is de bovengrens van wat onze planeet aankan. Overschrijd je die grens, dan schaad je de planeet en het ecologische evenwicht. De binnengrens van de donut is dan weer de sociale bodem: het geeft de grens aan waarbinnen het voor de mens aangenaam en gelukkig leven is. Ga je daaronder, dan verhinder je dat gerechtigheid in zijn fundamentele betekenis vorm en inhoud krijgt: je schaadt de rechten van de mensen om tot hun recht te komen, terecht te komen.

De opdracht is taai, zeker waar het om de klimaatsveranderingen en de overdruk op fauna, flora en het milieu in het algemeen gaat. Dat de gevolgen van ons wangedrag zich binnen die domeinen veelal slechts met vertraging laten voelen voedt de neiging om de problemen, zo niet te negeren, dan toch te bagatelliseren.

Om ons binnen de boven- en ondergrens van de donut te bewegen kunnen we zeker heel wat verwachten van een brede waaier van innovaties. Maar belangrijker nog zijn het besef van de draagwijdte van wat zich afspeelt, onze eigen houding en gedrag bij ons wonen, werken, ontspannen, ons omgaan met mekaar en met de bredere wereld van mensen en dingen.

Waar we tijdens onze jeugd bij het marcheren achter het vendel zongen “ja, wij zijn de heersers der aarde, de koningen der zee”, is vandaag nood aan een houding en aan manieren van doen die getuigen van een hoge ambitie vanuit nederigheid, dienstbaarheid, zelfbeperking, een fundamentele eerbied voor de andere én “het” andere.

Ze gaven voor mij de toon aan bij het schrijven van “De aarde roept”, “De kracht van de vogel”, Pinguins in de woestijn”, in mijn gesprekken met Pater Versteylen s.j., Hugo Ongena s.j., Jos Geysels en vele anderen, in mijn pleidooien voor een consequente toepassing van het beginsel van het rentmeesterschap, bij de redactie van de besluiten van het CVP-congres “Geloof, Hoop en Toekomst” (Oostende, 1986).

Ze blijven ook vandaag nog voor mij een leidraad, ook en vooral als grootouder van 4 (adoptie)kinderen. Die kinderen verscherpen door hun aanwezigheid en ontwikkeling hier mijn gevoeligheid voor de globaliteit van onze verantwoordelijkheid.

Mahatma Gandhi zei ooit: ”Het verschil tussen wat we doen en wat we kunnen doen zou voldoende zijn om het grootste deel van de problemen van de wereld op te lossen.” 

Ik wil dan ook graag dat mijn woorden mijn daden voeden in de alledaagsheid van de dingen: het vleesgebruik matigen, vis met een duurzaam label eten en waarvan de vangst de zeeën niet schaadt, lokaal geproduceerd voedsel kopen, blijven pleiten voor een rechtvaardige fiscaliteit en een rechtvaardige inkomensverdeling, bestrijden van fiscale fraude, de fundamenten van onze sociale bescherming verbreden en borgen, vrijwilligerswerk aanmoedigen en opnemen, het gebruik van plastic beperken, het opnemen voor het belang van fauna en flora als het andere dan onszelf en dan toch tegelijk zo vitaal – fysiek en mentaal – voor ieder van ons, onze CO2- uitstoot terugdringen, onze ecologische voetprint verkleinen, enz.

Mag ik nog even citeren uit een tekst die ik medio 1988 schreef onder de titel “Zuster Aarde, onder Moeder”? Ik schreef: “Wij moeten de toekomstige ontwikkelingen binden aan normen van menswaardigheid, het beschermen van de natuur en het milieu tegen aantasting en/of roofbouw vanuit de zorg dat de inrichting van de aarde aan allen ten goede zou kunnen komen.”
Dit vraagt een bewuster, maar tegelijk ook wel een voller en dieper leven. De loop van het leven en onze ervaringen als grootouders doorheen vele decennia met de vele elkaar snelle opvolgende en ingrijpende veranderingen bemoedigen ons om daar een consequente praktijk van te maken. De beperkingen die ons werden opgelegd door de COVID-crisis hebben dit inzicht nog verscherpt.

Zo ontstaat het uitzicht op een schepping, waarin de mensen elkaar niet naar het leven staan, maar waarin zich wel een harmonie verwerkelijkt, waarvan wij echt kunnen zeggen dat het zo goed is.

Luc Martens

Hartelijk welkom, Luc Martens!

Eén antwoord

Reactie toevoegen

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met * .