gekapt-bos2 AAA

Moet de nachtzwaluw zelf naar de rechtbank stappen?

Dat de Grootouders voor het Klimaat uiterst teleurgesteld, om niet te zeggen verontwaardigd zijn over de decreetswijziging m.b.t. beroepsmogelijkheden die de VlaReg op 19 mei heeft goedgekeurd, is wellicht geen verrassing. Als Grootouders zijn wij immers sterk bekommerd om de toekomst van de jongeren van nu, onze kleinkinderen en al wie na hen komen. Dit decreet snoert al wie om natuur, biodiversiteit en klimaat maalt de mond. Dat is rampzalig. Het zijn immers burgers, niet bedrijven, die opkomen voor een duurzame toekomst, de gezondheid van mens en planeet, het ‘algemeen belang’ zeg maar. Nu zij alleen nog hun individualistische eigenbelang mogen verdedigen, moeten dieren of bossen dan maar zelf naar de rechtbank stappen? Dat is de spijker op de kop. Verscheidene Grootouders waren zo gecharmeerd van de bijdrage van Jutta Callebaut in MO en op Apache dat we haar toestemming vroegen om hem ook de GvK-site te publiceren. Dat mocht! Graag zelfs. “Het doet altijd goed om te weten dat er nog meer bezorgde/ verontwaardigde mensen zijn”. Waarvoor veel dank.

Eerdere versies van de tekst verschenen op 19 mei in MO*Magazine en op Apache.

Moet de nachtzwaluw zelf naar de rechtbank stappen?

Auteur: Jutta Callebaut

Sinds corona is uitgebroken, bezoek ik afwisselend de drie natuurdomeinen die Antwerpen telt. Twee weekends geleden was het weer de beurt aan het Sint-Annabos. Bleek bij aankomst het bos niet meer te bestaan. Je kon amper nog van wat verdwaalde Sint-Annabomen spreken. Er was lustig gekapt, in vol broedseizoen. Tussen het slagveld van dode takken en kreupelhout zagen we een vos schichtig rennen. Ze was duidelijk geschrokken van onze aanwezigheid. Ze wou zich verschuilen, maar kon geen struikgewas vinden dat groot genoeg was om zich aan het zicht te onttrekken.

In het Sint-Annabos leven bedreigde vogels als de wielewaal en de gekraagde roodstaart. Daar werd niet om gemaald. Het moet natuurlijk van twee kanten komen: de ontbossing stond al enige tijd op de planning dus die vogels hadden op z’n minst een beetje inschikkelijkheid aan de dag kunnen leggen en zich op een ander tijdstip, in andere bomen, in een ander land gaan nestelen.

Naast veertig verschillende broedvogelsoorten inventariseerde Natuurpunt zevenenzestig soorten spinnen, vijf daarvan staan op de rode lijst. Er werden vijfhonderdeenenzeventig soorten paddenstoelen geteld waarvan twaalf bedreigd zijn.

Al die wezens krijgen nu de unieke kans om hun leven te offeren aan de heiligende doelen: infrastructuur en een vlotte verkeerscirculatie. Het natuurgebied verdwijnt, maar er komt een Oosterweelverbinding in de plaats zodat autootjes van de ene naar de andere kant kunnen rijden. (Hoeveel openbare ruimte kan één vervoersmiddel eigenlijk innemen?) Bomen zijn onze grootste zuurstofleveranciers en ademen is essentieel voor ons voortbestaan, maar uitpakken met een prestigieuze tunnel geeft bepaalde mensen blijkbaar ook een boost.

Men heeft wel het nobele plan opgevat om, wanneer de bouwwerken voltrokken zijn een nieuw bos aan te planten bovenop de tunnel.

Een bos aanplanten van eenzelfde grootte en rijkdom, gaat natuurlijk niet in één twee drie. Volgroeide bossen kan je niet vinden in Brico of Aveve, en Tom&Co verkoopt al helemaal geen bedreigde diersoorten. Als je één volwassen boom van veertig jaar meteen wil compenseren, volstaat het niet een twijgje te planten. Net zoals je, wanneer je collega ziek wordt, je niet aan zijn peuter kan vragen om het werk over te nemen. Maar bomen blijken nu altijd nèt op een plaats te groeien waar iemand bouwplannen voor één of andere parking in gedachte had. In Vlaanderen wordt dagelijks een voetbalveld aan bos gekapt worden.

Het is zelfbegoocheling om ervan uit te gaan dat we over tien jaar nog met eenzelfde gemak nieuwe natuurgebieden kunnen aanplanten. Het grondwaterpeil is historisch laag en ook bomen hebben water nodig om te groeien. Recent onderzoek toonde aan dat bossen wanneer ze te zwaar zijn aangetast zelfs broeikasgassen kunnen gaan uitstoten in plaats van opslaan. In de zomer van 2018 sloegen de bossen in België één derde minder aan C02 op door de aanhoudende droogte. En sterven er bomen af, dan brengen die op hun beurt weer opnieuw meer CO2 in de atmosfeer. Dat is het schrikbarende aan de klimaatverandering, ze versnelt exponentieel.

Nog geen dag eerder vulde onze woning zich met een vreemde rooklucht. De geur bleek van twintig kilometer verderop te komen. Defensie had per ongeluk zeshonderd hectare aan natuurdomein opgefikt.
Al klinkt de term ‘natuurdomein’ te zwak voor een gebied dat door kenners als ‘existentieel ecosysteem met internationaal belang’ wordt beschreven. Er leefden tal van zeldzame vogelsoorten: de nachtzwaluw, de boomleeuwerik en andere. Het was een belangrijke habitat voor adders en reptielen en er groeiden beschermde heideplanten zoals de paarse klokjesgentiaan. Tot die vrijdag dus. De brand laaide hevig, eveneens in vol broedseizoen. Zeshonderd hectare aan natuur in rook opgegaan, de nestjes verbrand, de beestjes zelf waarschijnlijk ook. De enkele vogels die ontsnapt zijn, zullen dit jaar niet eens opnieuw kunnen nestelen want het broedseizoen loopt ten einde.

Gelukkig kwam men aanzetten met een verontschuldiging waardoor de nachtzwaluwen weer uit hun eigen asse verrezen en de adders de wetten van de dood aan hun laarsjes lapten en terug aan het glijden gingen: ‘Wij betreuren de schade die de vlammen hebben aangericht, maar zijn opgelucht dat er geen slachtoffers zijn gevallen.’

Ja, dacht ik, toen ik die verontschuldiging las: Zo stom van die verdraaide vlammen dat ze per se die schade moesten aanrichten! Typisch vuur ook, het luistert nooit naar wat je vraagt.

Op het journaal herhaalde een afgevaardigde van defensie dat alle procedures gevolgd zijn geweest. In theorie is er geen fout gemaakt.

Hoe noemt men dan wat er in praktijk gebeurde: de bedoeling?

Al is het te makkelijk die schuld in de schoenen van het leger te schuiven.

Dat zo’n brand kon ontstaan, is bovenal het resultaat van hoe onze regering de afgelopen decennia heeft gereageerd op de klimaatcrisis: nauwelijks. Onze beleidsmakers hadden enkele decennia geleden de alarmerende klimaatrapporten ernstig kunnen nemen, de komende droogte erkennen, een actieplan bedenken, een schietterrein zonder ecologische waarde zoeken. In plaats daarvan hebben enkelen onder hen de wetenschap over de klimaatcrisis zo lang ontkend en ontkracht dat het geen wonder mag heten dat bepaalde procedures nu inadequaat blijken te zijn.

Die brand op één ongelukkig schot te steken is natuurlijk makkelijker dan te achterhalen waarom de heide zo ontvlambaar is geworden. Wie de brand als een eenmalige stommiteit afdoet, hoeft geen verantwoordelijkheid op te nemen of herhaling te voorkomen. De brand is niet zozeer een ongeluk als wel een logische consequentie van voorgaande politieke keuzes en onachtzaamheid: er werd door de jaren heen zoveel land gebetonneerd dat het regenwater amper nog kan doorsijpelen, moeraslandschappen werden systematisch drooggelegd om er bouwgrond van te maken en bij bouwwerven wordt er nog steeds oeverloos grondwater opgepompt om het meteen in de riolering af te voeren. Als je al die voorlopers buiten beschouwing laat, kan je inderdaad verbaasd zijn wanneer een heidegebied afbrandt. Dan zal je eveneens uit de lucht vallen, wanneer er deze zomer een drinkwatertekort heerst. Dan kan je doen alsof dit alles onverwachts en onvermijdelijk was. Alsof het zo moest zijn.

Die defaitistische houding stoort me het meest. Op deze aardbol is nog maar een armzalige twee procent aan ongerepte natuur te vinden, de rest werd bewerkt door de mens. De klimaatcrisis is veroorzaakt door de mens, maar wanneer er naar oplossingen wordt gezocht, maakt een vals minderwaardigheidscomplex zich van ons meester. Dan voelen we ons plots nietig en onbeduidend en niet tot actie in staat.

            Het zou de zaken snel vooruit helpen als onze beleidsmakers met een grootschalig, afdoend actieplan kwamen. Maar het lijkt erop alsof ze nog steeds in een verregaande staat van ontkenning zitten. Soms ga ik hen ervan verdenken dat ze een soort van diepgewortelde minachting voor de natuur koesteren. Misschien zijn ze ooit hun muggenmelk vergeten bij het kamperen?
             Ik vergeet zo weinig. Ik herinner me dat de grootste vervuilende bedrijven zoals BASF en ExxonMobil in 2019 nog zo’n 34,5 miljoen euro kregen van onze regering. Geld dat -wie bedenkt het- uit het Vlaams klimaatfonds werd gehaald. In 1980 zou onze regering nog een excuus hebben gehad, maar in 2019 bestond er toch al zo’n dertig jaar wetenschappelijke consensus over de klimaatcrisis. Vorig jaar werd het bedrag verdrievoudigd en kregen de bedrijven zo’n 93 miljoen toegestopt. Waarom? Ik citeer, onze minister van innovatie: ‘Onze industriële topbedrijven zijn van groot belang voor de samenleving’.

Als je zo’n uitspraak hoort, begrijp je dat die ‘innovatie’ op een losgeslagen verbeeldingskracht moet slaan. Hoe uit dat ‘belang voor de samenleving’ zich in de praktijk? Gaan we meer met de buren praten dankzij BASF? Werkt ExxonMobil eenzaamheid bij bejaarden weg? Of brengen langdurige ziektes families weer bij elkaar?

Verder vertelde de minister: ‘De bedrijven zorgen voor werkgelegenheid, productie, doen onze economie draaien en dragen bij tot welvaart.’ Werkgelegenheid, productie, economie en welvaart, dat waren inderdaad de enige zaligmakende deugden waar moeder Theresa over sprak. Dat de bedrijven de directe veroorzakers zijn van de klimaatcrisis en de klimaatcrisis onder meer droogte, massa-extinctie, waterschaarste en volksmigraties met zich meebrengt, wordt niet vermeld. De ‘bevorderding van de economie’ lijkt voor onze beleidmakers het enige allesoverheersende streefdoel te zijn. ‘Goed voor de economie’ komt in de praktijk vaak neer op: alles is gerechtvaardigd, zolang iemand er geld aan verdient. De oceanen mogen vol plastic worden gegooid, akkers mogen met insecticiden bespoten worden, schaliegas mag verbrand worden als er iemand profijt uithaalt. Dat de ecologische kosten groter zijn dan de financiële baten, zijn zorgen voor anderen.

Mij raakt het: die gedesoriënteerde vos, levend verbrande vogels en reptielen, de afstervende bomen, de foto’s van verkoolde kangoeroes, aangespoelde walvissen met magen vol plastic, het feit dat je ‘s zomers steeds minder zangvogels hoort en vlinders ziet, de filmpjes van uitgemergelde ijsberen en pinguïnkuikens die vastgekoekt zitten in de modder omdat er geen ijs meer is. Beelden van torenhoge bosbranden, extreme vloedgolven. Om nog maar te zwijgen over het menselijk leed: miljoenen personen die op de vlucht slaan door overstromingen, windstormen, aardbevingen of droogte.

Sinds ik besef hoe rampzalig de klimaatcatastrofe zal uitpakken, valt het me steeds moeilijker om de generositeit van onze regering ten opzichte van grote bedrijven te bewonderen. Wanneer ze zolang verzaakt heeft haar burgers te beschermen, voelen dergelijke verklaringen en planepool-spitsvondigheden bijzonder wranger aan. Er straalt een bepaalde trots op eigen onwetendheid vanaf. Aan dit soort wereldvreemdheid is niets schattigs aan. Ze is zelfgekozen.

Onlangs toonde onze regering enige vorm van interesse in het klimaatprobleem. Onze minister van Binnenlandse Zaken liet begin dit jaar in haar beleidsnota optekenen dat ze protestorganisaties grondig zou laten onderzoeken en in kaart zou laten brengen door de politie.

Het criminaliseren van protestorganisaties is een zorgwekkende, wereldwijde trend waar België ijverig aan mee doet.

Alsof het klimaatprobleem begint bij wie het aankaart. Alsof het intimideren van bezorgde burgers iets kan veranderen aan de komende hittegolven, het verzuren van de oceanen, de luchtvervuiling. Het is pijnlijk dat mensen die zich zorgen baren over een probleem nog eerder worden aangepakt, dan het probleem zelf. De grootste vervuilers mogen ongestoord verder gaan, maar wie met een spandoek op straat durft komen moet onmiddellijk doorgelicht worden.

Het kan nog flagranter: vorige week keurde het Vlaams Parlement een nieuw ontwerp van decreet goed waarmee ze milieuorganisaties en oprecht bezorgde burgers openlijk het zwijgen oplegt. Als je een boskap of betonnering wil tegenhouden, kan je niet langer bezwaar aantekenen uit algemeen belang. Je mag alleen nog maar naar de rechtbank stappen als je kan aantonen hoe zo’n project jou direct en persoonlijk benadeelt.

Voor milieuorganisaties was dat ‘algemeen belang’ zo goed als de enige juridische manier om de vernietiging van natuurgebieden te voorkomen. Probeer maar eens aan te tonen hoe een ontbossing jou persoonlijk schaadt.

Het ziet er naar uit dat die nachtzwaluwen, wielewalen, gekraagde roodstaarten, reptielen, adders, paarse klokjesgentiaan, bomen, spinnen en paddenstoelen zelf naar de rechtbank zullen moeten stappen. Ze zullen zelf hun bestaansrecht moeten aantonen. Wij zouden het officieel niet meer in hun plaats mogen doen. Heeft de regering weer slim gezien dat die wezens de juridische procedures waarschijnlijk nog niet zo goed onder de knietjes hebben.

Dat zo’n universeel goed als natuur alleen in eigenbelang kan verdedigd worden, is een pijnlijk kenschetsende uiting van hoe de regering onze natuur bekijkt: als braakliggende bouwgrond.

Het decreet werd in korte tijd door meer dan 21.850 burgers aangevochten via petitie en protest, maar daar trok onze regering zich niets van aan, ze legde het koeltjes naast zich neer. Wat had ik ook verwacht? Onze minister van justitie getrooste zich niet eens de moeite om de bevoegde adviesraden van de overheid te consulteren voor ze het decreet verzon.

Het feit dat zo’n decreet in deze tijd wordt bedacht én goedgekeurd, kunnen we alleen maar als een erg duidelijk teken opvatten: onze regering zal de klimaatcrisis eerder versterken, dan ze afwenden. Ze schopt ons de laatste riemen uit handen. Ze behartigt andere belangen dan die van haar burgers.

We hebben al lang genoeg met ijdele hoop en engelengeduld zitten wachten op een plan van aanpak. We kunnen ons geen traagheid meer veroorloven. Als de regering niet in actie schiet, dan wij wel. Als we de natuur niet via juridische wegen kunnen verdedigen, dan op andere manieren. Verandering moet en zal er komen, wat men er in het parlement er ook van vindt.

Sint-Annabos © Dirk Kerstens

Reactie toevoegen

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met * .