Bent u het gejeuzel van onze regeringen met N-VA minister Zuhal Demir op kop, over het klimaat ook zo beu? Komen de steeds maar weer veranderende en soms hoogst onlogische corona-maatregelen, het dan weer wel en dan weer niet aanpakken van de gigantische vervuiling door onze chemische industrie in Antwerpen, het gebrek aan leiderschap van onze politici en de oh zo verstorende ‘macht’ van de niet democratisch verkozen partijvoorzitters, en de vergunning, door de provincie Antwerpen verleend aan de INEOS ethaankraker – het symbool van een oud, achterhaald en zeer vervuilend economisch model – u ook de strot uit?
Lees dan het nieuwe boek van Jan Rotmans en Mischa Verheijden, Omarm de Chaos. Zo beleeft u dan toch nog een rustige kerst, waarin de elementen van een ongeziene maatschappelijke veranderingspuzzel, die we de duurzaamheidstransitie noemen, in elkaar vallen. Na 289 bladzijden boordevol informatie en aansprekende ideeën, kijkt u gegarandeerd anders naar het Vlaamse en Belgische kippenhok, waar lef, leiding en visie ontbreekt. Dat voelt goed! En dat leg ik u in deze uitgebreide boekbespreking graag uit.
Het kader
Precies 22 jaar geleden begon ik mijn werk over het duurzame gebruik van de Exclusieve Economische Zone in de oceaan, aan het International Centre for Integrative Studies (ICIS). Dat was december 1999. Iedereen maakte zich grote zorgen over het komende Nieuwjaar. Dan begonnen we niet alleen aan een nieuwe eeuw, maar ook aan een nieuw millennium. De millenniumbug vierde hoogtij. Achteraf gezien viel het allemaal erg mee.
ICIS was een denktank op het gebied van duurzame ontwikkeling aan de Universiteit van Maastricht. Het transitieonderzoek stond toen nog in zijn kinderschoenen. Jan Rotmans was er de bezielende directeur van. Jan was een koploper, wat ik zelf ook was op het gebied van de oceanische ruimte en de menselijke activiteiten. Als één van de weinige Nederlanders begreep hij het belang van het raakvlak oceaan-mens-oceaan. Op ICIS gebeurde altijd wel wat. De sfeer was er fantastisch, met al die innovatieve en gedreven jonge onderzoekers.
Dat was een opkikker na een ambtelijke carrière bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), waar ik, als koploper, visie miste en stuk liep op de verstikkende bureaucratie. Bovendien was ik er net voor de helft ontslagen. Tja, dat was toch echt wel heel bijzonder, omdat ik me nu eenmaal niet in twee delen kon splitsen. Mijn laatste klus voor NWO was het bezoek van de huidige koning en koningin aan Antarctica in 2009. Het was een volstrekt onmogelijke opdracht, die een gat in mijn gezondheid heeft geslagen dat ik nooit te boven ben gekomen. Het bezoek was een succes en heeft NWO tot op de dag van vandaag miljoenen opgeleverd.
Rotmans zijn eerste Nederlandstalig boek Transitiemanagement, sleutel voor een duurzame samenleving gaat over de grootste uitdagingen van deze eeuw: duurzame ontwikkeling. Dat schrijft hij in het voorwoord. De ontwikkeling daarnaartoe ziet hij als een zoek- en leerproces, waarin innovatie een belangrijke rol speelt. Transitiemanagement wordt hierin gedefinieerd als een vernieuwend concept dat uiting geeft aan de groeiende onderstroom van mensen die zien dat het anders moet en kan. Maar hiervoor is lef en een lange adem nodig. Dit was en is er niet of nauwelijks.
Die boodschap is ook één van de kernen van Omarm de Chaos, een fascinerende reis door de vele aspecten van de grote duurzaamheidstransitie, waar we nu middenin zitten. En het klopt, als we om ons heen kijken zien we chaos. Maar Rotmans merkt terecht op dat chaos ook orde is: wanorde. En dat is een orde die we nog niet kennen, een duurzame wereld met een nieuwe circulaire economie.
We leven dan in een wereld waarin we onze relatie met de natuur hebben hervonden. Een wereld waarin we weten dat we er slechts een miniem onderdeel van zijn. Een wereld waarin we de oude orde ‘lozers’ vinden, zoals we nu kijken naar mensen die ondanks alle gevolgen van het roken, nog steeds een zwaar belast ‘rokertje’ opsteken. En dat is een hoopvolle boodschap in deze toch door het politiek geklungel in de bestrijding van de coronapandemie, donkergekleurde kerstdagen.
Wat is een transitie?
Bij transities gaat het om veranderingen in complexe maatschappelijke problemen zoals energie, landbouw, zorg, onderwijs, grondstoffen, economie en ruimtelijke ordening. Je moet anders leren kijken. Een andere bril opzetten, waarbij je rekening houdt met zowel de lange, middellange als korte termijn. Hierbij spelen ook de onderling gekoppelde tijd- en ruimteschalen een belangrijke rol.
De korte termijn zijn alledaagse gebeurtenissen, zoals verkiezingen of weer eens in de file staan of de radio uitzetten als Jan Jambon over het klimaat begint. Op de middellange termijn gaat het over langzame ontwikkelingen, zoals privatisering. Op de lange termijn kijk je naar fundamentele veranderingen in de maatschappij die tientallen jaren duren. Deze vormen de onderstroom, die je vaak niet ziet. Het zijn sluipende veranderingen die door een transitie naar boven kunnen komen.
In het ideaalbeeld ziet een transitie er uit als een S-curve. Op basis van de tijd kunnen we drie fasen onderscheiden: de voorontwikkeling, de tussentijd met een cruciaal kantelpunt, en de doorontwikkeling, waarin we in een nieuwe stabiele fase komen. Hierbij is het essentieel dat je begrijpt wat er in de onderstroom gebeurt, om de gebeurtenissen op de andere tijdschalen goed te begrijpen. Als je zo denkt verbaas je je niet dat we nu middenin een coronapandemie zitten. Wetenschappers waarschuwden er al jaren voor, want onze interacties met de natuur nemen steeds maar toe door onze ongebreidelde zucht naar welvaart.
De dieperliggende oorzaak ervan, in de onderstroom, is onze manier van leven en onze houding ten opzichte van de natuur en daarmee de planten- en dierenwereld. Wij leven al honderden jaren in onbalans met de natuur. Hierbij heeft de middeleeuwse superioriteitsperceptie dat wij boven de natuur staan, absurde en uiterst verwoestende vormen aangenomen. Dat gaat zelfs zo ver dat we ook nu nog oproepen om de aarde te redden in plaats van onze wereld. En wees niet bang: de aarde redt zich wel. Ook dat onderstreept Rotmans in zijn boeiende boek.
In de voorontwikkelingsfase realiseert een klein groepje koplopers zich dat het zo niet langer kan. Zo kraakt bijvoorbeeld het neo-liberale kapitalistische systeem in zijn voegen door het jobs, jobs, jobs mantra en de eeuwige groeiverslaving. Hetzelfde zien we in tal van andere sectoren in onze maatschappij. In de tussentijd of kantelperiode zien we de chaos voortdurend toenemen. Er is veel weerstand van de oude orde, de oude economie, het oude beleid, de traditionele politiek, die vernieuwingen in de weg staan. Die oude orde klampt zich krampachtig vast aan het bekende uit angst voor het onbekende, uit angst voor de chaos. Cruciaal is dat je maar de steun van 25% van de bevolking nodig hebt voor het bereiken van een kantelpunt in een transitie. Daarna sluiten de volgers zich aan en gaat het snel naar een nieuwe stabilisatiefase.
Het gebrek aan visie, lef en leiderschap zien we, zoals Rotmans aantoont, ook in de reactie op de coronacrisis. Er worden op wereldschaal 1000den miljarden uitgegeven om de oude situatie te herstellen. Slechts een fractie van de middelen wordt ingezet om de duurzaamheidstransitie, waarvoor een reeks van transities nodig zijn, te stimuleren. Hetzelfde zien we in de EU en in Vlaanderen, waar met Europees geld fietspaden worden aangelegd als groene investeringen.
Schrijnend is dat de fossiele industrie nog steeds met honderden miljoenen wordt bedeeld, zoals in het geval van INEOS. Het meeste geld gaat, schrijft de auteur, onder invloed van een krachtige en machtige industriële lobby, nog steeds naar het redden van de oude economie, naar ‘business as usual’. En dat is nu precies wat ons niet vooruit zal helpen. Integendeel, het vertraagt alleen maar.
De coronacrisis legt ook genadeloos de weeffouten in onze maatschappelijke systemen bloot. Zo zijn er in de Nederlandse gezondheidszorg in de afgelopen tien jaar maar liefst 10.000, ja u leest het goed, tienduizend, bedden verdwenen. Met dank aan de regeringen van meneer Rutte en zijn marktwerking. Dat het Nederlandse volk niet in opstand komt is mij, als Nederlander, een volstrekt raadsel. Ook is gebleken dat de voedsel- en grondstoffenvoorziening in onze sterk geglobaliseerde wereld, uiterst kwetsbaar is. Rotmans legt het op indringende wijze allemaal uit. Als lezer leg je het boek soms even weg ….. om na te denken. En dat is precies de bedoeling van zijn boek met de provocerende titel Omarm de Chaos. Maar uiteindelijk komt de transitie in een rustiger vaarwater en ontstaat er een nieuw balans.
In het tweede hoofdstuk gaat de auteur dieper in op de kansen die door een systeemcrisis worden gecreëerd en de redenen waarom je die chaos moet omarmen als teken van hoop. Het is een boeiend verhaal over schaalniveaus (lokaal tot mondiaal), complexiteit en complexe systemen, zoals onze samenleving, onze economie en wijzelf. Rotmans spreekt van een systeemcrisis als het om een crisis gaat die diepgeworteld is in onze vitale systemen als energie, zorg, handel, onderwijs, mobiliteit en democratie.
Die vitale systemen lopen op hun eind. Ze voldoen niet meer. Als meer dan 70% van de bevolking niet meer in de politiek gelooft, dan is er wel degelijk iets aan de hand. Ik pleit er dan voor dat we de incompetente heren en dames politici op staande voet moeten kunnen ontslaan. Zover gaat Rotmans niet. Hij noemt zo’n crisis juist een kans om het systeem, dat wij overigens zelf zijn, te veranderen. Het is in zijn ogen vooral een morele crisis, waarin wij slaaf zijn geworden van het systeem dat we zelf hebben gemaakt. Dat is een hele interessante en verstrekkende gedachte.
Ambtenaren en bedrijven
In tijden van verandering of chaos wordt er van de overheid lef en leiderschap verwacht. Er is een wendbare overheid met op zijn minst een visie nodig. Als die ontbreken, ontstaan er overal burgerinitiatieven. En dat is precies wat er nu gebeurt. Energiecoöperaties, zorgcoöperaties, G1000, enz. schieten als paddenstoelen uit de grond. In het hoofdstuk Ambtenaren kunnen het verschil maken gaat hij hier uitvoerig op in. Het gaat dan over digitalisering, ruimtelijke integratie en een wendbare overheid.
“Niet de regering zal het klimaat redden, wel de industrie en de kennisinstellingen.” Jan Jambon, minister-president van Vlaanderen, 3 maart 2021
Daarna komt het bedrijfsleven aan de orde. Ook zij zijn meestal geen toonbeelden van vooruitziendheid. Het tegendeel is eerder waar. Door hun machtige lobby’s zijn ze dikwijls een blok aan het been. Dan moet er, net zoals dat bij onze overheden vaak het geval is, een rechter aan te pas komen. Rotmans verwijst in dit verband naar de geruchtmakende en trendsettende Urgendazaak en de Shellzaak. Terloops vertelt hij dat hij als medeoprichter de naam URGENDA in bad heeft bedacht. Het is een combinatie van urgente agenda. In ons land is de Klimaatzaak een schoolvoorbeeld van de fantasieloze en behoudende reacties van gevestigde politieke partijen zoals het CD&V en de Open VLD.
De auteur geeft een paar boeiende voorbeelden van de nieuwe economie. Uber en Airbnb, koppelen via digitale platformen vraag en aanbod. Ze zijn ondertussen het grootste taxibedrijf zonder taxi’s en het grootste vastgoedbedrijf zonder vastgoed ter wereld. Wel is Rotmans erg kritisch over hun onfatsoenlijk verdienmodel. Dat past niet in de transitie naar een nieuwe economie. Zij zullen evenals het grootste deel van de op fossiele energie gebaseerde, vervuilende chemische industrie, verdwijnen. Dat de Provincie Antwerpen toch een omgevingsvergunning verleent voor de INEOS-ethyleenkraker, geeft stof tot nadenken, tot teleurstelling, woede en vooral acties. Een tegenkracht is broodnodig.
Rotmans noemt ook een aantal voorbeelden van bedrijven die wel degelijk bezig zijn met de transitie naar een duurzame en circulaire economie. Er beweegt wel degelijk wat in het bedrijfsleven. De kernen van verandering beginnen zich af te tekenen. Neem IKEA, de meubelgigant, het icoon van de wegwerpcultuur, bekend van zijn ingewikkelde meubelpakketten, waar regelmatig net één piepklein onderdeel ontbreekt. Net dat Ikea en ook vele andere bedrijven zijn er druk mee bezig. De auteur vertelt voluit over zijn ervaringen.
Wat IKEA betreft is er bijvoorbeeld een heel interessante en trendsettende omslag aan de gang. Over tien jaar wil IKEA, wat de grondstoffen hout, papier en plastiek betreft, volledig circulair zijn en veranderen van een verkoopbedrijf naar een leasebedrijf. Dan worden meubelen gehuurd. Waarom zou je een lamp kopen als je ze kunt huren? Bezit wordt een ballast, vanwege het onderhoud. IKEA zal vanwege de grondstoffen in de nabije toekomst zijn verhuurde producten terugnemen om te recycleren. Ze zullen via inleveringspunten worden ingezameld. En dan leg je het boek alweer even weg om hierover na te denken!
De toekomst verkend
In een palet van tien samenhangende transities schetst Rotmans op indringende wijze de nieuwe economie, waarin de chaos van nu uitmondt. Kenmerkend voor die nieuwe economie is een nieuw elan, een nieuwe toekomst in balans met de natuur. Het is een fascinerend en soms aangrijpend verhaal. Hierdoor ga je heel anders naar deze tijd met zijn onweerlegbare chaos kijken. Aan de ene kant word je mild en hoopvol. Aan de andere kant kan je met stijgende verbazing en ergernis reageren. Hoe is het toch mogelijk dat politici, maar ook vakbonden, belangenorganisaties, traditionele partijen met hun soms vreselijke voorzitters en noem maar op, zo halsstarrig reageren? Of moet ik zeggen: angstig? Zijn het wel leiders?
In de huidige vorm zullen ze allemaal verdwijnen en dat wordt tijd. Het is een schokkende, maar tegelijk juist heel hoopvolle boodschap. We gaan immers weg van oude 19de eeuwse concepten. We vervangen ze door nieuwe en veel socialere percepties en aanpakken. Die overgang is, volgens Rotmans, tot op zekere hoogte uiterst delicaat en kan inderdaad beangstigend overkomen, al is dat maar schijn. In zijn tien transities schetst hij een boeiende en intrigerende samenhang tussen de stappen naar een duurzame toekomst. Dat is geen armageddon zoals doemdenkers in plaats doendenkers u misschien willen doen geloven. Dit is een unieke kans in een unieke tijd van chaos en verandering die naar een duurzame en meer rechtvaardige samenleving kan leiden.
Hoofdstuk 5 is de kern van Rotmans zijn magnum opus. Wellicht vindt u mij bevooroordeeld omdat ik Jan in mijn beginjaren bij ICIS heb gekend. Hij vertrok naar Rotterdam voor een nieuw en uitdagend project. Dat hij een ongeluk heeft gehad wist ik van horen zeggen. Ik ging sowieso niet mee, omdat het mij in Limburg goed beviel. De Nederlandse Randstad trok me helemaal niet aan. Ik was blij dat ik daar weg was. Ook het werk voor NWO was ik meer dan beu. Niet lang daarna ontmoette ik mijn Vlaamse vrouw en verhuisde naar Puurs, waar ik nu al 16 jaar woon. Volgens mijn broers ben ik vervlaamst; volgens mijn Vlaamse familie ben ik een Groninger, met ‘vreemde’ Nederlandse trekjes.
In hoofdstuk 5 schetst Rotmans door een korte bespreking van tien verschillende transities, waaronder de energie-, grondstoffen-, zorg-, onderwijs- en democratische transitie, een totaal andere duurzame en rechtvaardige wereld. Deze tien transities vormen de kern van de grote allesomvattende duurzaamheidstransitie die in de komende decennia zal plaatsvinden.
De energietransitie is het verst gevorderd en nadert het kantelpunt van 25%. In de zorg zal het vooral gaan om het voorkomen van ziekten in plaats van het behandelen ervan. Zorg is geen markt; het is een publiek goed. Het onderwijs gaat in overleg met alle belanghebbenden op de schop en zal langs belangrijke thema’s worden georganiseerd. Grondstoffen worden teruggewonnen in een circulaire economie. In deze discussie mis ik de rol van de diepzeemijnbouw, wat een actueel onderwerp is. Over het algemeen ontbreekt de oceaan in de discussie. Dat lijkt Rotmans zijn blinde vlek te zijn.
De discussie over de democratische transitie die hij de ‘moeder aller transities’ noemt – waar ik het overigens niet mee eens ben want voor mij is dat de duurzaamheidstransitie – is fascinerend. Hij wijst erop dat in Europa 2/3 van de bevolking de democratische instellingen en de politiek, de partijen, de regeringen, de parlementen en de media, wantrouwt. Wat de politiek betreft is het vertrouwen in Nederland en België nog veel lager. De burger zit nu klem tussen de kilte van de markt en de bureaucratie van de verticaal georganiseerde overheid. Door de onzekerheid en chaos is de kloof tussen politiek en burgers erg groot. De burger is zijn grip op zijn of haar leven kwijt. De politiek is de grip op de samenleving kwijt.
Daarom zal de democratie zich opnieuw uitvinden en ontdoen van de 19de eeuwse instellingen, brancheverenigingen, vakbonden, woningbouwverenigingen en de traditionele media. Hij onderscheidt drie lagen: lokaal met burgerraden, die horizontaal zijn georganiseerd in netwerken, enz. De regio’s, gebieden van 50 x 50 km, zijn de draaischijf van de toekomstige economie en infrastructuur met regiocoöperaties enz. En op het Europees niveau worden de belangrijke thema’s als vrede, veiligheid, energie, grondstoffen en klimaat en migratie behandeld en afgestemd met andere blokken zoals China, en Afrika. De traditionele negentiende eeuwse natiestaat en daarmee wellicht het nationalisme, hebben afgedaan.
Badkuipen land
Als je die vijf hoofdstukken hebt gelezen, hoofdstukken met veel stof tot nadenken en weinig illustraties, dan word je overweldigd door het zesde hoofdstuk: Nederland in 2121: een land met een plan. Mijn eerst reactie was: Rutten met een geloofwaardig plan en een regering die dat uitvoert? Dat kan niet! Maar daar gaat het gelukkig niet over.
In dit hoofdstuk schetst Rotmans samen met het ontwerp- en architectenbureau Kuiper Compagnons, een toekomstvisie voor Nederland. Ze doen dit op basis van de tien sterk op het land georiënteerde transities, die eerder zijn besproken. Dat is logisch, want als landdieren leven we nu eenmaal niet in de zee. Toch mis ik in deze visies de oceaan, die de motor van het klimaat en een leverancier van grondstoffen en voedsel is. Dat geldt ook voor de boeiende toekomstvisies, waarin Nederland op de schop gaat. Ik mis de invloed van oceanografen, geologen en ecologen.
Terecht merkt Rotmans op dat we nu tegen de grenzen van de groei aanlopen waarvoor de Club van Rome in 1972 waarschuwde. In dit hoofdstuk ligt de focus op Nederland, maar de redenering gaat ook op voor de lage landen langs de zuidrand van de Noordzee, van Noord-Frankrijk tot en met Denemarken. Volgens hem kan Nederland, met zijn hoge bevolkingsdichtheid, infrastructuur en een multiculturele samenleving, een ontwikkelingslaboratorium worden. Het huidige overlegmodel (polderen) leidt evenals de eeuwige compromissen binnen de complexe Belgische staatsstructuur tot pseudo of nepoplossingen. Ze vormen daarmee al snel een onderdeel van het persistente probleem. Dat moet dus anders.
Het zal niet haalbaar zijn om de Nederlandse Randstad, de motor van de huidige economie, te blijven beschermen als de zeespiegel stijgt en de bodem daalt. Delen ervan zullen op den duur 8-10 meter onder het NAP komen te liggen. Daarom zal dit badkuipengebied aan de zee worden teruggegeven. De Randstad wordt een lagune. In deze inspirerende toekomstverkenning, nadrukkelijk geen voorspelling, onderscheidt Rotmans drie gebieden. Een lagunestad waar eens de Randstad was en de Kantstad op de hogere gronden. Dit alles wordt vervolgens beschermd door de versterkte Hollandse kustboog met Duinsteden. Er is niet veel fantasie voor nodig wat er in deze visie met een al dan niet verzelfstandigd Vlaanderen, de natte droom van de N-VA, zal gebeuren.
De reis naar binnen
De kernboodschap van het laatste, meer persoonlijke maar wel intrigerende hoofdstuk is dat de onrust in de wereld zich weerspiegelt in de onrust in onszelf. We voelen immers de steeds maar toenemende chaos. Het lijkt wel of we de controle op ons leven kwijt zijn. Dat is deels zo omdat we midden in één van de boeiendste perioden in de recente geschiedenis zitten. We leven niet in een tijdperk van verandering maar we leven in een verandering van tijdperk. Dat hebben we sinds de Britse industriële revolutie, ruim 200 jaar geleden, niet meer meegemaakt.
Nog steeds lees ik met veel plezier de boeken van de Franse schrijver Jules Verne. Zijn klassieke sciencefiction roman Twintigduizend mijlen onder zee, blijft mij boeien. Zijn boeken bieden een fascinerend venster op zijn tijd. Een tijd waarin verwondering over de nieuwe technologie overheerst. Een tijd waarin de vele ontdekkingen en ontdekkingsreizen, een hoofdrol spelen.
Ook nu leven we in zo’n tijd. We verkennen de ruimte met wagentjes op Mars en landingen op kometen. Wetenschappelijk onderzoek maakt de vervuilende keerzijde van onze menselijke activiteiten heel duidelijk. Die vervuiling tast onze wereld aan, vernietigt de biodiversiteit, verandert de oceaan en dreigt uiteindelijk onszelf, de enige overgebleven mensensoort, te vernietigen. En dat hebben we allemaal zelf in de hand.
Jan Rotmans zijn boek doet me hieraan denken. Hij neemt je, net als Jules Verne, mee op reis naar het onbekende, naar de toekomst, naar een aantrekkelijke, andere, duurzame wereld. Een wereld waarin we onze plaats in de natuur weer herkennen en erkennen. Door samen te werken met Mischa Verheijden is het een zeer toegankelijk boek geworden. In zeven hoofdstukken en 289 pagina’s bereidt hij je voor op je eigen reis naar binnen, je eigen bijdrage aan jezelf en de noodzakelijke transities voor een duurzame wereld.
Omarm de Chaos is een verkenning van de wereld van nu en morgen. En, wat heel bijzonder is, van jezelf. Als je het boek gelezen hebt kijk je anders aan tegen de chaos van nu. Je ziet het als een hoopvol signaal van verandering, waarin jij een rol speelt. Wat houdt je tegen om daarin actief te zijn?
Jan Stel
Puurs, 22 december 2021.
Foto boven de tekst: De petrochemische industriegebieden worden parken. Esso-raffinaderij Antwerpen. © Wikipedia
Mooi stuk. Dank.