democracy-dictatorship

Over een urgent pleidooi voor moed in een tijd van verdeeldheid en een oproep tot echte democratie

SOS politiek!

De Stemming, een onderzoek in opdracht van De Standaard en de VRT, gepubliceerd op 11 mei is ronduit alarmerend. Het hoofdartikel in de krant, dat bevindingen van dit onderzoek weergeeft, krijgt terecht als titel ‘SOS politiek’. Drie zinnen uit het rapport zeggen genoeg. Een op de drie Vlaamse kiezers vindt België geen democratie. Zes op de tien bevraagde Vlamingen vinden een regering van technocraten een zeer goed idee. En ten slotte ziet een derde zelfs heil in een sterke leider die ons land bestuurt zonder zich druk te moeten maken om het parlement en de verkiezingen.

Twee auteurs schreven onlangs over de lamentabele toestand van ‘de politiek’ elke een raak essay. Elif Shafak, de meest gelezen auteur in Turkije analyseert in haar essay ‘Over een urgent pleidooi voor moed in een tijd van verdeeldheid’ van waar het onthutsend wantrouwen in de politiek komt. Eva Rovers, journaliste van de Correspondent, biedt in haar essay ‘Nu is het aan ons’ een antwoord op de huidige malaise: zij pleit voor meer directe democratie en biedt een concrete visie aan hoe de burger volwaardig participant kan worden in de samenleving.

Leven in een tijd van verdeeldheid

Tijdens de pandemie zag Elif Shafak in een Londons park een tekstboord met daarop de prangende vraag ‘Als dit allemaal voorbij is, hoe wil je dat de wereld er dan uitziet?’. Als antwoord had iemand in blokletters op dit bord geschreven: ‘IK WIL GEHOORD WORDEN’.  

Deze persoonlijke kreet, klonk voor Shafak als een indringende collectieve kreet. Want we leven immers in een tijd waarin vele mensen zich uitgesloten voelen. Mensen voelen zich niet beluisterd. Ze zijn hun vertrouwen kwijt in politici. Ze voelen zich uitgesloten. Alles wordt boven hun hoofden beslist. Hun stem wordt niet gehoord. En als ‘we onze stem verliezen, gaat er iets in ons dood’, schrijft deze auteur. Want een mens bestaat uit verhalen en ‘als mensen hun verhaal niet mogen vertellen, als ze moeten zwijgen en buitengesloten worden, worden ze ontmenselijkt’.

Willen gehoord worden, is een legitiem verlangen. En mag in een democratie niet beperkt blijven tot éénmaal om de ‘zoveel’ jaar een stem uitbrengen in het stemhokje. Maar gehoord willen worden is ‘slechts één kant van de medaille, de andere kant is bereid zijn om te luisteren’. Die twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Want, schrijft Elif Shafak, ‘als het gevoel inslijt dat je systematisch niet gehoord wordt, zal het langzaam maar zeker je oren afsluiten, en vervolgens je hart’.

Dit gevaar is meer dan reëel. Groepsdenken en sociale media versterken dit proces van selectieve doofheid. Enkel maar spreken met gelijkgestemden en boeken lezen of tv-programma’s volgen die inspelen op vooropgezette vooroordelen, lijden tot een vorm van claustrofobie en finaal tot een narcistisch bestaan, dat de andere, de vreemde uitsluit. ‘Groepsnarcisme draait om een overdreven geloof in de uitgesproken bijzonderheid en onbetwistbare grootsheid van ‘wij’ ten opzichte van ‘zij’’. En helaas stimuleert de complexiteit van onze tijd tot dergelijke eenzijdigheden.

Bovendien heerst alom ontgoocheling. Te lang was de klant koning. Heeft de kiezer zogenaamd. altijd gelijk. Maakten politici vele beloftes. Maar de facto werd de mens misleid. Te veel keren bleek dit alles niet waar en zijn mensen wantrouwend geworden. En ondanks alle nieuwe communicatietechnologieën krijgen de burgers het gevoel dat ‘alle beslissingen zonder hen en in weerwil van hen worden genomen. En bovendien is er veel verwarring omdat de cultuur van gisteren er niet meer is en tegelijk de cultuur van morgen nog op zich laat wachten. We leven manifest in een tussentijd.

Het collectief narcisme wordt nu en dan verhuld als nationalisme en wordt door sociale media vaak uitvergroot. Door het onophoudelijk gebruik van digitale technologieën en algoritmen die op sluikse wijze onze voorkeuren vatten, wordt dit collectief narcisme voortdurend bevestigd en gevoed. Het trieste is dat  door die ik-zij-beklemtoning het samenleven systematisch wordt ondermijnd. Dit antagonisme doet de spanningen stijgen. En altijd opnieuw duiken vragen op als ‘hoor jij bij ons of bij hen’ en ‘ben jij een insider of een outsider’. Terwijl ‘ergens bijbehoren, niet een toestand is die iemand voor eens en voor altijd heeft’. In deze tijden van veranderingen worden identiteiten vaak vloeibare identiteiten.  

In deze kanteltijd zijn mensen erg op zoek. Zij ervaren democratie als fragiel. Ze zoeken opnieuw naar waarden, als een kompas voor hun leven. Ze weten niet goed meer wat geluk brengt. Ze vragen zich af wie ze zijn: ‘ben ik één enkele identiteit, of ben ik ‘een wezen dat een mengeling is van meerdere plekken waar ik thuishoor, van meerder culturen waar ik bij hoor en van diverse erfenissen, achtergronden en trajecten?’ En bovendien is ‘het geloof dat het morgen beter zal zijn dan gisteren simpelweg verdwenen’.  

We leven in een tijd van ‘besmettelijke bezorgdheid’, schrijft Elif Shafak. Crisissen volgen elkaar op. De crisis van onze democratie, de vluchtelingencrisis, de ecologische crisis. De energiecrisis, de bankencrisis.  De crisis van onze westerse beschaving. Mensen en jongeren maken een existentiële crisis door. We worden overspoeld door donkere emoties. Bij vele mensen leeft, bewust of onbewust, veel (terechte) woede. Het protest van de ‘straat’ in Frankrijk, dekt meer dan het protest tegen de pensioenhervorming. Het succes van de BBB (Boeren en burgerbeweging) in Nederland overstijgt het verzet van de boeren tegen het stikstofdossier.

Hoe we moed kunnen houden

Hoe kunnen we deze verlammende bezorgdheid en deze individuele en collectieve woede omzetten in een positieve kracht? vraagt Shafak zich af?  Hoe kunnen we vermijden dat we wegzinken in de verderfelijkste van alle emoties, apathie en dus in de gevaarlijkste van alle emoties, onverschilligheid? Kortom, hoe houden we moed in deze tijden van tegenwind?

De activiste, Elik Shafak, biedt in haar essay enkele aanzetten tot antwoord. We leven in een tijdperk van te veel informatie, te weinig kennis en nog minder wijsheid. ‘Die verhouding moet drastisch worden omgekeerd’. Maar hoe?

‘Teveel informatie is een obstakel voor werkelijk kennis. Kennis krijg je door te lezen. Boeken. Diepgaande analyses. Onderzoeksjournalistiek’. Door op zoek te gaan naar verhalen die mensen opnieuw kunnen begeesteren. Verhalen die goedkoop optimisme, de illusie van eeuwige vooruitgang en de opvatting dat technologie alles kan oplossen, overstijgen. Meer dan overdadige informatie is wijsheid nodig die geest en hart tegelijk verbindt. Die emotionele intelligentie activeert en de kracht van empathie bevordert. Het komt erop aan allemaal meer geëngageerde, betrokkene burgers te worden. Burgers die creatief inzetten om tools te gebruiken om onze versplinterde samenleving terug opbouwen. Die nieuwe wegen durven opgaan. Ongelijkheden recht trekken. Een eind maken aan discriminatie, empathie verkiezen boven haart. Humanisme verkiezen boven het stamgevoel. En hier sluit het essay van Shafak naadloos aan bij een essay dat Eva Rovers ‘Nu is het aan ons’, schreef.

Oproep tot echte democratie

Het is hoog tijd dat de stem van de burger gehoord wordt. Dat hebben de initiatiefnemers van ‘We need to talk’ perfect begrepen. Google naar hun website met deze titel en het wordt duidelijk hoe zij deze uitdaging gedurende de maanden februari, maart, april 2023 concreet hebben gepland en aangepakt. 

Wie evenzeer van oordeel is dat politiek niet te veel en zeker niet enkel aan politici moet overgelaten worden, is Eva Rovers. Zij is o.m. medeoprichter van Bureau Burgerberaad en presenteert in haar essay ‘Nu is het aan ons’ pertinente, rake ideeën om de burger eindelijk de inspraak te geven die hij/zij verdient. Alleen al de meervoudige klimaatcrisis schreeuwt daarom. Maar vele andere redenen kunnen ingeroepen worden.  

Burgerberaden als noodzakelijke vernieuwing, hoe dit concreet en efficiënt aanpakken? Eva Rovers presenteert in haar essay een hele reeks zowel principiële, als praktische aanbevelingen. De lezer wordt dan ook aangeraden het hele, erg leesbare essay eens door te nemen. Hij/zij zal dan een schat ook nuttige tips ontdekken. Bij wijze van smaakgever volgt hierna de tien doordenkers voor een optimale aanpak van burgerberaden die zij aanbiedt in de bijlage achteraan ‘Doe het goed of doe het niet’.

  1. Start bij een rake vraag

Kies een vraag die erg leeft bij de mensen. Ga naar plaatsen waar mensen bijeenkomen en toets af wat burgers bezig houdt. Zorg dat de vraag open, specifiek en begrijpelijk is. ‘Een goede vraag geeft aan wat het probleem is, maar stuurt niet in de richting van een bepaalde oplossing’.

Formuleer de vraag in een simpele, maar rake taal. De vraag mag niet te groot, maar ook niet te klein zijn. Te omvangrijke vragen zijn vaak te complex. Te kleine vragen zijn te weinig om de vele tijd, geld en energie die burgerberaad kost, aan te besteden. De vraag dient vooral een weerspiegeling te zijn een ernstige kwestie die op het spel staat. Goed om weten, een burgerberaad is er niet om een draagvlak te creëren, maar precies andersom: om te laten zien dat er een ernstig probleem leeft bij de bevolking.

  1. Zorg voor een duidelijk mandaat

Pols vooraf ook bij de politiek welke opdracht zij voor een burgerberaad als relevant ziet.  Het is betekenisvol om een probleem te kiezen waar politici zelf mee worstelen en waarvoor zij hopen dat er een oplossing komt. Toets bovendien af op welke termijn een ‘uitkomst’ wordt verwacht, maar zorg tegelijk dat duidelijk is aan welke voorwaarden het beraad moet voldoen om bv. de steun te krijgen van minimaal 75 procent van de deelnemers/burgers of welk percentage van instemming verwacht wordt van de bevolking.  

Onderzoek niet enkel wat de politiek verwacht van de uitvoering van het mandaat, maar voorzie ook een monitorgroep van burgers die de politieke opvolging, van de aanbevelingen die aan de overheid werden gedaan, opvolgt.

  1. Werk met een gewogen loting

Bij de loting is het cruciaal ervoor te zorgen dat ‘iedereen evenveel kans heeft’ om als burger mee te mogen doen. Een ‘gewogen loting’ kan dit waarborgen.

Een gewogen loting verloopt daarom in twee fasen. De eerste ronde is een ‘willekeurige’ loting. Een ruime groep (bv. 10.000 mensen) krijgen een uitnodiging om deel te nemen aan een bepaald burgerberaad. Dit kan per brief, per telefoon, per sms of per huisbezoek. Maar omdat de kans groot is dat vooral hoogopgeleide mannen (van boven de 50, specifieert Rovers) positief zullen reageren, wordt een ‘corrigerende’ tweede ronde gelanceerd waarin een weging toegepast wordt op basis van leeftijd, geslacht, opleidingsniveau enz. Er kan ook gepeild worden naar de overtuiging van de deelnemers ten aanzien van het thema van het beraad. Dit om een meer evenwichtige samenstelling van deelnemers en een meer eerlijke afspiegeling van de samenleving ten aanzien van het thema van het beraad te bekomen.

  1. Neem barrières voor deelname weg

Voor een groep gelote burgers kan er een financiële drempel zijn om mee te doen. Daarom is het gewenst dat zij een reiskostenvergoeding en zelfs een dagvergoeding krijgen en indien nodig er voorzien wordt in kinderopvang. 

Als de samenleving meertalig is, zoals in België is het essentieel dat informatie in de verschillende landstalen wordt aangeboden en er tijdens het beraad tolken aanwezig zijn. En eventueel zelfs een gebarentolk indien mensen met gehoorbeperking meewerken.

  1. Zorg voor gebalanceerde informatie en zorg voor goede participatie van iedereen

Het is nodig dat iedere deelnemer over de nodige informatie kan beschikken, maar een overkill aan informatie dient vermeden te worden. Om dit te garanderen is een groep experts nodig die een informatiepakket aanbieden op maat van alle deelnemers en dat tegelijk de verschillende essentiële aspecten van ‘het dossier’ belicht. En ‘omdat iedereen op een andere manier informatie opneemt, is het belangrijk dat de deelnemers gebruik kunnen maken van verschillende soorten informatie’. 

Van kapitaal belang is uiteraard dat een competente voorzitter of gesprekleider ervoor zorgt dat iedereen tijdens het beraad voldoende aan bod komt, ook de zogenaamd stille zwijgers.  

De informatie die verstrekt wordt in niet enkel belangrijk voor de deelnemers aan het beraad, maar ook voor de niet-gelote burgers die interesse hebben in het burgerberaad. Ook zij moeten kunnen beschikken over de beslissende elementen van het beraad. Daarom is het wenselijk dat ook zij via livestream of via de website toegang krijgen tot de gebruikte basisinformatie, de vraag-en-antwoordsessies, de geraadpleegde bronnen, de eventuele presentaties van deskundigen en de getuigenissen van opgeroepen, ‘externe’ burgers.  

  1. Zet in op gelijkwaardig overleg

Terecht stelt Eva Rovers dat een burgerberaad in de eerste plaats een ‘deliberatief’ proces is. Een voorzitter heeft bijgevolg de taak ervoor te zorgen dat de deelnemers niet enkel hun visie en overtuiging geven op het probleem, maar ook worden gestimuleerd om te luisteren naar de anderen, door te bevorderen dat ze voor elkaar begrip krijgen, de onderlinge verschillen maar ook de onderlinge overeenkomsten leren zien en zij uitgenodigd worden om vooral samen tot oplossingen te komen.  Kortom, een deskundige gespreksleider zorgt voor een kritische, constructieve dialoog.

  1. Betrek de hele samenleving

Een burgerberaad heeft niets van doen met een geheim cenakel. Een goed burgerberaad is heel transparant en dus open naar de samenleving. Sterker nog ‘al ruim voor de aanvang zorgt een publieke campagne ervoor dat zo veel mogelijke mensen weten dat er een burgerberaad gaat plaatsvinden, welke vraag centraal staat, hoe het geheel gefinancierd wordt, hoe de selectie van de deelnemers en experts is verlopen, op welke informatie het beraad steunt, waar deze informatie te vinden is en wat er met de uitkomsten zal gebeuren’. Bij voorkeur wordt nog de gelegenheid gecreëerd voor inbreng van de ‘buitenstaanders’. Dit kan bv. door een meerkeuzereferendum aan te bieden.

Het spreekt dat een goede relatie met de pers en journalisten hierbij goed kan helpen. In ieder geval is het ook cruciaal dat na afloop ‘helder gecommuniceerd wordt over de uitkomsten én de politieke opvolging van het beraad’.

  1. Vertrouw de gelote burgers

Vertrouw op de bekwaamheid van de gelote burgers. Uit de praktijk blijkt dat zij complexe problemen aankunnen, ze hun eigenbelangen kunnen overstijgen en goede aanbevelingen kunnen formuleren. Uit ervaring blijkt ook dat de kwaliteit van het beraad en de uitkomst ervan stijgt in de mate dat de geselecteerde burgers insprak hebben over het verloop van het proces. Is de formulering van het gestelde probleem duidelijk? Op welke informatie wordt gerekend? Is de afgesproken timing haalbaar? Hoe de media inschakelen? Hoe praktisch tot een bevredigende aanbeveling komen.

  1. Neem de tijd

Een goed beraad vraagt tijd. Elke stap in het proces (een goede loting, informatiewinning, contacteren van experts, leren en delibereren, communiceren met de buitenwacht, opvolging van de politieke respons) verdient de nodige tijd.

  1. Doe het vaker

Eén burgerberaad creëert nog geen nieuwe democratie. Pas als burgerberaden worden erkend als nuttig en geregeld worden georganiseerd als ‘een vanzelfsprekend onderdeel van democratische besluitvorming’, groeit een nieuwe democratie.

Als burgerberaad structureel wordt verankerd, wordt een fameuze stap gezet. Zoals gebeurd is in bv. Duitstalig België in 2020-2021 o.l.v. David Van Reybrouck. De omvorming van de Senaat tot een geloot burgerparlement zou hiertoe een unieke kans bieden tot het versterken van onze democratie. Waarom hierover nog wordt geaarzeld blijft onduidelijk: een gebrek aan vertrouwen, een gelegenheid om partijgenoten met tanend belang te parkeren in de Tweede kamer verliezen, angst voor een zogenaamd devaluatie van de politiek? Of ‘reserve’ om zich te riskeren aan een dringende opwaardering van politieke participatie? Maar hoe dan ook, burgerberaad is in deze kanteltijd, sterker dan voorheen een vorm van directe democratie die ons politieke bestel uitdaagt.

Auteur: Luc Van Overloop

Reactie toevoegen

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met * .