‘Ben ik het nog als ik er ben
zonder vrieskou, als de kans op
een snoek bevroren in de sloot
roodgoud in winters polderlicht,
met schaatsen op je stuitje vallen
of huilen om je steenkoude vingertoppen
nihil geworden is, wordt wie ik
ben dan niet onmededeelbaar’
(…)
Heel even hebben we deze winter nog mogen proeven van het bevroren roodgoud, alleen maar om te beseffen hoe uitzonderlijk het geworden is. Bovenstaand gedichtbegin is van de hand van Jan-Willem Anker en is een van de honderd gedichten uit de vorig jaar verschenen bundel Zwemlessen voor later. Klimaatpoëzie. Een bont gezelschap Vlaamse en Nederlandse dichters van alle leeftijden werd bijeengebracht door samenstellers Annelie David, Moya De Feyter en Saskia Stehouwer, die elk onlangs eigen opmerkelijke bundels publiceerden. Opmerkelijk, omdat ze door de vorm van die bundels alleen al een statement maken, het opvallendste bij Stehouwer, wier Bindweefsel gemaakt is van gecomposteerd materiaal en dus biologisch afgebroken wordt.
Onder de klimaatdichters bevinden zich “natuurlyrici, dystopische dichters, milieuactivisten, permacultuurtuiniers, bosdichters, bezorgde grootouders, groene oproerkraaiers, klimaatspijbelaars, zenboeddhisten, biologen, vogelspotters, klimaatliteratuurwetenschappers, plattelandsdichters, natuurvoedingverkopers, ecofeministen, jeugddichters, dichters die voor jongeren dichten, voor een doelpubliek van eender welke leeftijd”, … allerlei soorten dichters die aan de meest uiteenlopende projecten kunnen bijdragen en die je als organisator ook kunt boeken.
Naar het voorbeeld van Poets for the Planet strijden ze met poëzie in al haar verschijningsvormen voor een klimaatvriendelijke wereld.
Een greep uit de heel verschillende soorten activiteiten:
Thema-avonden rond bedreigde dieren en planten
Elke avond brengt een bedreigd dier en een bedreigde plant samen rond een gemeenschappelijk klimaatgerelateerd probleem (strooilichtvervuiling, intensieve landbouw, watervervuiling…). Met telkens een expert terzake, twee dichters, een kunstenaar van een andere discipline en een illustrator.
De eerste avond wordt getoond via een Livecast in Nederland in april, maar de bedoeling is om vanaf de late zomer of herfst fysieke avonden te verkopen aan cultuurhuizen.
Zwemlesperformances (zes duo’s van telkens een dichter en een kunstenaar van een andere discipline) en voorlezers worden gecapteerd (in audio, video of tekst) en via links en codes in fysieke geocaches (verstopt in parken, op straat) verspreid. In maart verstoppen ze poëtische paaseieren om de mensen in online tijden naar buiten te lokken. Hou hun sociale media in de gaten, want vanaf 20 maart posten ze hints voor wie mee zoeken wil. Alvast een teaser: de paaseieren bevatten zwemlessen voor later, maar deze keer niet in papieren vorm.
Podcast ‘Redden wat je raakt’
Podcastserie waarbij nieuwe banden tussen poëzie en wetenschap worden gesmeed. In iedere podcast maakt de luisteraar op een frisse manier kennis met het universum van een dichter en een wetenschapper, die rondom een klimaatthema samen worden gebracht. De bedoeling is om op een speelse maar diepgaande manier te onderzoeken waar ze elkaar kunnen inspireren, raken en vooruithelpen. Op welke manier kunnen de lyrische woorden van een dichter het onderzoek van een wetenschapper versterken? En welke plaats heeft de wetenschap in de poëzie?
De serie bestaat uit acht afleveringen met ieder een eigen invalshoek (spiritueel aspect, vanuit de architectuur, over voedsel, duurzame economie…).
De klimaatdichters zullen op 14 maart op verschillende plaatsen in Vlaanderen en Nederland deelnemen aan Klimaatalarm (NL) en Klimaatzaak (B).
Meer info vind je op hun website: https://www.klimaatdichters.org/
Zwemlessen voor later. Klimaatpoëzie, Vrijdag, 192 blz., 20 euro (e-boek 9,99 euro); de opbrengst komt ten goede aan One World Tree Planting.
Hazelwormpad
Het waait er warm, het splintert er hout.
Het dovenetelt er wit, het barst er uit knoppen.
Ik sta stil, maar het is niet te stoppen.
Het is april, het wil al mei.
Ik struikel over een kuil in het pad
en ik weet niet wat eerst
naar buiten zal komen. Het fluit
er met alle kruid, met alle meidoorn
kracht die mijn kracht
te boven gaat, ik streel
het mos tussen de schorsbarsten
van de wilg, er kruipt een mier
naar binnen in de stam, en ik
blijf hier, buiten
gesloten, april en mei zoemen,
ik weet niet hoe ik ze moet noemen.
Voor de vorm
zoek ik een hazelworm.
Met dank aan onze GvK-ambassadeur Hilde Keteleer
Reactie toevoegen