De banale foto boven dit stukje heb ik net uit mijn raam genomen. Vandaag 26 maart 2020 om 14.11 uur. Toch is het een heel speciale foto. Je ziet iets wat je de laatste vijftig jaar hier niet meer zag: geen condensatiestrepen van vliegtuigen.
Daar schreef Pieter Boussemaere, auteur en eminente spreker over de aanpak van het klimaatprobleem, gisteren een opiniebijdrage over in De Standaard. We nemen zijn stuk integraal over.
De zon schijnt, en hoe!
Nu bijna alle vliegtuigen aan de grond blijven, schijnt de zon feller en is de lucht blauwer. Pieter Boussemaere hoopt dat we daar lessen uit trekken.

Pieter Boussemaere
Auteur en klimaatdocent Vives Hogeschool
Wie omhoog kijkt, heeft het ongetwijfeld al gemerkt. Er hangen bijna geen vliegtuigen meer boven ons hoofd. Daardoor zie je ook minder condensatiestrepen. U weet wel: die witte strepen in de lucht. Die waaieren vaak uit tot hoge bewolking (cirruswolken), waardoor zich op bepaalde plekken een extra deken rond de aarde ontrolt. Die artificiële fleece verduistert de zon door een deel van het inkomende zonlicht terug de ruimte in te kaatsen. Dat creëert afkoeling. Maar die fleece houdt ook een deel van de aardse warmtestraling tegen, waardoor de onderste luchtlagen van de atmosfeer opwarmen.
Overdag houden de afkoelende en de opwarmende effecten elkaar min of meer in evenwicht, met een lichte voorkeur voor afkoeling. Maar ’s nachts speelt alleen het opwarmende effect van het fleecedeken. Over een periode van 24 uur is er door die vliegsporen dus vooral extra opwarming. Met een relatief grote klimaatimpact tot gevolg. Kijk je bijvoorbeeld alleen naar de CO2-uitstoot door kerosineverbranding, dan staat de vliegvaartsector in voor zo’n 2,6 procent van de wereldwijde broeikasgasemissies. Reken je ook het opwarmende effect van de vliegsporen mee, dan bedraagt de totale klimaatimpact van de vliegtuigsector bijna 6 procent. Meer dan een verdubbeling dus.
Wat zal veranderen?
Vandaag hebben we daar dus weinig last van. We zien een zo goed als natuurlijk blauwe hemel, en een zon die op sommige plekken maar liefst 10 procent feller schijnt. Ook de sterren schitteren bijna zoals vanouds. Heerlijk toch?
Ik vraag me dan ook af hoe we over enkele maanden zullen terugkijken op deze bijzondere periode. Zullen we het geklooi met onze atmosfeer nog pikken, nu we het verschil gezien en gevoeld hebben? Of gaan we straks weer over tot de orde van de dag, zoals tien jaar geleden? Toen steeg de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen met maar liefst 5,1 procent. Dat veegde elke klimaatwinst die de financiële crisis van 2008-9 leverde, koudweg van tafel.
De keuzes die onze overheden straks zullen maken, zijn van groot belang voor onze toekomst. En je kunt er gif op innemen dat bepaalde (vervuilende) sectoren na de coronacrisis minder strenge uitstootnormen zullen vragen. Officieel om hun verliezen te helpen compenseren. Zo vroeg KLM meer dan een week geleden al om de geplande Nederlandse vliegtaks op te schorten. En de Tsjechische premier riep onlangs op om de Europese Green Deal te annuleren. Allemaal in naam van corona.
We moeten erover waken dat we onze economie straks op een milieu- en klimaatvriendelijke manier uit het slop trekken. Zo zouden overheden vooral moeten focussen op zaken die de uitstoot sterk reduceren: gebouwen renoveren, het elektriciteitsnet versneld versterken, koolstofarme alternatieven fiscaal stimuleren – zoals warmtepompen – en laadpalen nog sneller uitrollen.
E-fuels
Wat de luchtvaartsector betreft: we zouden elke vorm van compensatie moeten koppelen aan strengere uitstootnormen. Of beter nog, laat de luchtvaartsector, samen met andere, versneld investeren in de uitrol van de zogeheten e-fuels of synthetische brandstoffen. Dat zijn brandstoffen gebaseerd op groene waterstof. Vliegtuigen hoeven daarvoor niet omgebouwd te worden en je kunt ze makkelijk bijmengen in kerosine. We moeten dit momentum aangrijpen om vliegmaatschappijen te verplichten elk jaar een hoger percentage van die synthetische brandstoffen bij te mengen, zodat ze tegen 2050 ook effectief klimaatneutraal vliegen. Anders komen we op dat vlak gegarandeerd te laat.
De Nederlandse regering liet alvast weten die verplichting ernstig te overwegen. Vanaf 2023 zouden luchtvaartmaatschappijen op Nederlandse luchthavens dan alleen nog maar kerosine kunnen tanken waar synthetische (of biologische) brandstof aan is toegevoegd. Dergelijke voorwaarden opleggen in ruil voor overheidssteun, is zonder twijfel de enige mogelijkheid om de ontwikkeling van duurzame luchtvaartbrandstoffen in de juiste versnelling te duwen. En het is een voorbeeld van de vele eenvoudige maatregelen die liggen te wachten op een krachtdadige overheid en de juiste financiële impulsen.
De overstap naar synthetische brandstoffen zal daarenboven ook de condensatiestrepen in de lucht met 50 tot 90 procent verminderen, omdat die e-fuels veel minder stof- en roetdeeltjes bevatten die de vorming van ijskristallen, en dus vliegsporen, bevorderen. Dan kunnen we ons zelfs een lichte toename van het aantal vliegtuigen in het Europese luchtruim permitteren, zonder daarbij het klimaat te schaden. En dan hebben we geen nieuw coronavirus meer nodig om nog eens te genieten van natuurlijk zonlicht en een natuurlijk blauwe lucht. Dan hebben we dat allemaal, voor altijd.
Reactie toevoegen