Dirk is een van de vele actieve GvK-vrijwilligers. Hij zet zich in voor de GvK-afdeling Vlaams-Brabant en maakt al jaren dat er wekelijks (nu tweewekelijks) een interessant gestoffeerde nieuwsbrief vertrekt. De beweging kan altijd een beroep doen op zijn belezenheid, ervaring en kennis, en al zeker als het de Noord-Zuidproblematiek betreft.
Toch wil ik blijven hopen in een goede afloop
Ik ben Dirk Van Esbroeck, 70 jaar, vader van vijf kinderen en grootvader van 12 kleinkinderen. Aan mijn middelbare school heb ik een grote belangstelling voor het wereldgebeuren en maatschappelijke kwesties, en een sterk rechtvaardigheidsgevoel overgehouden. Dat heb ik doorgetrokken aan de universiteit waar ik inspirerende proffen heb ontmoet, al dreven die me eerder in de richting van maatschappelijk engagement dan mijn studies.
In die periode is het fundament gelegd voor mijn professionele loopbaan die geheel in het teken heeft gestaan van ‘solidariteit met de landen in het Zuiden’, die we indertijd nogal neerbuigend als ‘De Derde Wereld’ omschreven. Samen met mijn partner was ik na mijn studies zes jaar aan de slag in Indonesië als ontwikkelingswerker, een verrijkende en diepgaande levenservaring. Tot vandaag zijn er vele draadjes die ons met Indonesië blijven verbinden.
Na onze terugkeer heb ik met enkele gelijkgestemden een vereniging opgericht die advies en ondersteuning aanbood aan ontwikkelingsorganisaties in Zuid en Noord. Hoewel we van de inkomsten van onze adviesverlening moesten leven, stonden ethische principes en waarden voorop en hebben we nooit willen evolueren naar een grotere commercieel georiënteerde adviesorganisatie. Het werk was zwaar en veeleisend, maar tegelijk enorm boeiend – in die mate dat ik nooit ernstig heb overwogen om van job te veranderen. Zo heb ik in een periode van meer dan dertig jaar in ongeveer evenveel landen korte missies uitgevoerd, veel boeiende mensen leren kennen en een schat aan ervaringen én wijsheid opgedaan. Ik heb mijn beroepsleven altijd als een vorm van maatschappelijk engagement ervaren en voel me daarvoor tot vandaag erg dankbaar. Ik ben door het leven verwend, ook al omdat ik tot nu toe van zware persoonlijke tegenslagen gespaard ben gebleven.
Op mijn 65e ben ik dan op pensioen gegaan, met het voornemen om andere horizonten te verkennen en het rustiger aan te doen. Van dat laatste is weinig in huis gekomen hoewel ik de dingen op me af heb laten komen eerder dan dat ik actief naar engagement op zoek ben gegaan. Momenteel werk ik mee aan een sociaal project voor de behuizing en begeleiding van volwassenen met een beperking en engageer ik ook binnen Apache, een van de weinige advertentievrije en onafhankelijke media in Vlaanderen. Dat engagement heeft me het belang doen inzien van onze democratische verworvenheden die onder toenemende druk staan, wat we ook als klimaatactivisten ervaren.
Waarom zet ik me in voor de Grootouders voor het Klimaat? Als ik er dieper over nadenk, ligt in het verlangen om een leefbare en duurzame wereld te waarborgen voor onze (klein)kinderen mijn voornaamste stimulans. De wetenschap maar ook de toenemende klimaat- en milieuproblemen tonen overduidelijk aan dat we afstevenen op een wereld die in toenemende mate onleefbaar wordt. Niettemin blijven er sterke politieke en economische krachten spelen om van die realiteit weg te kijken en het status quo te handhaven.
Binnen GvK vind ik een mooi klankbord voor deze verzuchtingen en ook voor het belang van klimaatrechtvaardigheid die tussen generaties speelt maar ook tussen landen en continenten. De landen in het Zuiden die me na aan het hart liggen, zijn in het algemeen kwetsbaarder voor de klimaatverandering, terwijl zij het minst voor de klimaatcrisis verantwoordelijk zijn.
Ik zie de toekomst niet rooskleurig in en dat houdt me sterk bezig. Toch wil ik blijven hopen in een goede afloop. Hoop is het centrale gegeven in mijn leven geworden. We zijn het aan onszelf verplicht om hoop te blijven koesteren: zelfs als we erin slagen om de temperatuurstijging met een tiende graad te verminderen, zal dat voelbare effecten hebben. En als ik tijdens een straatactie mensen doe nadenken over de samenleving en hun eigen leven, is ook dat voor mij een teken van hoop. En verder helpt het klimaat ons door zichzelf elke dag nadrukkelijker op de agenda te zetten. Het kan niet anders dan dat dit leidt tot de nodige veranderingen, in het beleid, industrie, in elke huiskamer, in onze geesten.
Maar hoe hoopvol en belangrijk dit ook is, ik laat de hoop die ik koester niet afhangen van wat er in de wereld gebeurt. Het gaat mij om de wil om me in te zetten voor iets omdat het goed en zinvol is, niet omdat het bewaarheid zal worden.
Dirk
Illustratie en video © GvK & Koen Fossey
Bedankt dat we op iemand als Dirk mogen rekenen. Hoop uitstralen is niet altijd gemakkelijk. Met een eerste kleinkind in de armen op mijn 66ste voel ik voor t eerst ook de verplichting daartoe. Maar toch stel ik het ’teveel kinderen hebben’
verder in vraag in het kader van de klimaatcatastrofe die hen te wachten staat.
Waar blijft de begeleiding ervan; vooral in de arme landen?