Wat kun je doen op kantoor?

Professioneel in de bres voor het klimaat

Dringend en belangrijk

Jane Goodall is maar één van de velen die hun levensdoel hebben gemaakt van de strijd tegen onder meer klimaat­opwarming, afname van bio­diversi­teit, maar ook sociale onrecht­vaardig­heid en ongelijk­heid. Telkens en telkens weer klinkt in hun oproep dat de tijd dringt, dat we deze proble­matiek echt ernstig moeten nemen, dat weliswaar een grote rol is weggelegd voor politici en bedrijfs­wereld, maar dat élke stem en élke inzet van belang is.

Burger in actie 

Als burger kunnen we onze eigen “ecologische voetafdruk” verkleinen door ons gedrag aan te passen, vooral op vlak van wonen, mobiliteit, consumptie of voeding.   

Daarnaast kunnen we ook structureel impact hebben. Bij KlimaatContact noemen ze dat onze “ecologische handafdruk” – die kunnen we vergroten. Door te betogen, lid worden van een klimaat- of milieuorganisatie zoals Grootouders voor het klimaat, geld te doneren, petities te tekenen, van bank te veranderen, politici aan te spreken, op de juiste partij te stemmen, mee te doen aan concrete acties van milieubewegingen, artikels te schrijven, vorming te geven.  Velen van ons engageren zich al, en ons aantal groeit gelukkig dag aan dag. 

Activisme op de werkplek: ja, maar hoe? 

Wat minder in de aandacht komt is dat we ook professioneel – als werknemer of als ambtenaar – actie kunnen ondernemen, bijvoorbeeld rond het klimaat (en daar vaak ook al mee bezig zijn).  Voor alle duidelijkheid: we hebben het hier niet direct over werknemers van klimaat- of milieuorganisaties, maar over een veel breder spectrum. We kunnen ons voorstellen dat in die bredere groep heel wat mensen gemotiveerd zijn om zich ook op hun werkplek te engageren, maar niet goed weten hoe hieraan te beginnen, of hoe dit verder uit te bouwen. Op die vraag gaan we in deze bijdrage dieper in. 

Uitzoomen: de welzijnssamenleving 

Eerst even uitzoomen: wie actie onderneemt moet een doel hebben.  Als we nadenken over een “ideale samenleving”, goed voor mens en milieu, dan komen steeds weer drie belangrijke pijlers naar voor.  Jammer genoeg gaat het met géén van die drie pijlers goed…  

We hebben het hier over ecologische duurzaamheid via een circulaire economie die de mens centraal stelt in plaats van de winst en de planetaire grenzen respecteert. Van dat ideaal zijn we nog mijlenver verwijderd, en het is niet eens duidelijk of we wel in de goede richting bezig zijn. 

Het gaat ook over sociale gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en inclusie.  Ook in dit verband lijkt het erop, dat ongelijkheid en discriminatie nog toenemen. 

De derde pijler tenslotte is een sterke democratie. En ja, ook hier weer hetzelfde liedje: het wantrouwen in de politiek neemt toe, polarisatie leidt tot extremisme… steeds minder mensen voelen zich vertegenwoordigd in de “diplomademocratie”1 waarin vooral de belangen van de begoede klasse gediend lijken te worden. 

Deze drie pijlers zijn onderling sterk verbonden, en je hebt ze alle drie nodig om tot een ‘welzijnssamenleving’ te komen.  Je kan als activist werken aan alle drie tegelijk, maar als je aan één pijler werkt, werk je eigenlijk ook mee aan de andere.  

In deze bijdrage spreken we verder over duurzaamheid als overkoepelend begrip voor de drie pijlers,  dat naargelang de situatie concreet kan ingevuld worden.  

Maar wat bedoelen we, als we zeggen dat je niet alleen als burger, maar ook als professional aan de slag kunt?  Nic Balthazar gaf het al aan in een interview over de film “Duty of Care” waarin een advocaat rechtszaken aanspant tegen Shell en andere energiebedrijven: 

Duty of Care is belangrijk omdat je een advocaat ziet die denkt: ik moet iets doen, en met mijn expertise zou dat kunnen.  Diezelfde reflex kan ook journalisten, architecten, stadsplanners, politici en metselaars ertoe aanzetten de juiste keuzes te maken(Nic Balthazar, De Morgen-magazine, 12.11.22) 

Duurzaamheid ter sprake brengen 

De vraag die elk van ons, die (nog) beroepsactief is, zich kan stellen is: hoe kan ik mijn expertise (nog meer) inzetten ten bate van een duurzame toekomst? 

Theoretisch kan iedereen die collega’s heeft of met klanten of leveranciers werkt, dat: klimaatgesprekken voeren, het klimaat (of milieu, sociale ongelijkheid,…) spontaan of informeel ter sprake brengen.   

Niet dat zo’n gesprekken op zich makkelijk zijn, integendeel.  Je moet de inspanning doen om je over het thema min of meer grondig te informeren, je bent best zelf ‘model’ voor wat je als boodschap wil brengen, én het is een kunst op zich om geen weerstand op te roepen, want het is geen leuk thema.  Maar je kan het leren.  Onder meer KlimaatContact2 geeft er cursus over.  

Organisatieniveau 

Als het gaat over wat de organisatie of het bedrijf nog meer kan doen in functie van het klimaat, het milieu, de welzijnssamenleving,… dan zitten we op een ander niveau.  Veel diensten of bedrijven zitten al “ergens onderweg” in een transitie naar een meer ecologisch verantwoorde productie of dienstverlening, soms al ver gevorderd, soms nog maar net opgestart. Er is een groen aankoopbeleid bijvoorbeeld. Of groene criteria bij de gunning van werken of andere opdrachten. 

Een goede zaak, al komen sommige praktijken helaas eerder neer op greenwashing dan om echte vooruitgang.   

Als werknemer kan je dat top-down proces ondersteunen of zelfs versnellen, door mee te denken hoe het nog beter kan, zowel op vlak van voetafdruk als handafdruk.  

Eigen ruimte benutten 

Als  jouw visie op de urgentie en belangrijkheid van een duurzame toekomst echter niet gesteund wordt door de leiding, als duurzaamheid niet in de missie staat of alleen maar voor de schijn, dan moet je bottom-up aan de slag. Dat is een ander verhaal. 

Werk je in een bank, dan heb je allicht duidelijke richtlijnen omtrent welke beleggingsproducten je de klant moet aanraden.  Hoeveel ruimte heb je dan om “ongemerkt” toch duurzame beleggingen naar voor te schuiven? Ik kan me voorstellen dat er in veel situaties toch een marge is, waarbinnen je “ongestraft” zelf duurzame accenten kan leggen.   

Werk je als ambtenaar, dan heb je mogelijk rechtstreekse contacten met politici, en kan je nadenken hoe je (desnoods ongevraagd…)  je duurzaamheidsboodschap best kan brengen in rapporten of adviezen. Ambtenaren waren al te lang de hoeders van de status quo, schrijft Rotmans, het wordt tijd dat ze aanjagers van verandering worden3.  

In de professionele sfeer is er natuurlijk een ongelooflijke diversiteit aan situaties, je zal in elke situatie opnieuw moeten evalueren wat “hier en nu” mogelijk is, hoe je impact kan hebben of die kan vergroten, welke risico’s je wil nemen, welke strategie daarbij op langere termijn wenselijk is, enz. 

In alle situaties waar er toch spanning zit tussen de officiële missie van je organisatie of bedrijf en een resoluut streven naar duurzaamheid, is het van belang de strijd niet alleen aan te gaan, maar samen met anderen.  Zorg voor een ondersteunend netwerk.  

Ondersteunend netwerk 

Hier ligt trouwens een belangrijke rol voor allerlei belangenverenigingen, koepels, vakbonden, beroepsverenigingen.   

Daar zou belangrijk denkwerk kunnen gebeuren, zodat niet elke individuele werknemer, of het nu gaat om een leerkracht of een bankbediende, een consulent van een interimkantoor of een inspecteur van woonzorgcentra, een bouwvakker, een opvoeder of een zorgkundige, zelf het “warm water” moet uitvinden… 

Vanuit de Federatie van Vlaamse OCMW-maatschappelijk werkers vzw zijn we al een jaar met een beperkte groep aan het werk rond hoé je als sociaal werker (nog meer) kan bijdragen aan die welzijnssamenleving door in te zetten op versterking van de democratie, sociale inclusie en een duurzame economie.  We passen de methode toe die ook Jan Rotmans aanbeveelt in zijn boek “Omarm de chaos4 : begin met een kleine groep, experimenteer, probeer dingen uit, kijk wat werkt, stuur bij, en ga pas nadien een stap verder, breid je groep geleidelijk uit als een olievlek.  Het is een boeiende zoektocht waarbij we elkaar inspireren en steunen. 

Waar wordt al nagedacht over hoe een bepaald beroep, bedrijf, organisatie,… kan verduurzamen? Kan die knowhow gedeeld worden?  

Een stap verder 

Je kan die lijn inzake eigen ruimte  ook overschrijden (of minstens de grens ervan opzoeken): dan zit je in de situatie van een soort geweldloze “duurzaamheidsguerrilla” in de organisatie: je overtreedt de regels met het oog op een hoger belang, en je doet dat vanzelfsprekend zonder dat je daar zelf voordeel bij hebt. Het gaat hier om een soort burgerlijke ongehoorzaamheid in het verborgene. Hier geldt zeker de regel dat je dit best niet alleen kan doen. 

Je kan nog verder gaan, je bezwaren tegen de bedrijfsvisie openlijk formuleren, en ontslag nemen. (Soms is dat de enige mogelijkheid om met jezelf in het reine te komen, maar de prijs kan dus hoog zijn. Al kan het evengoed bevrijdend werken5 .) 

Duizend bloemen 

In deze bijdrage vroegen we aandacht voor de uitdaging die Nic Balthazar formuleert: kijken waar wij ook beroepshalve wat meer activistisch zouden kunnen zijn.  Omdat het moet, nù.  Omdat we elke gelegenheid moeten aangrijpen. 

Uit het voorgaande blijkt dat er veel meer mogelijk is, dan we misschien denken. Het zou goed zijn mochten we de ervaringen kunnen delen van wie daar al mee bezig is. 

“Laat duizend bloemen bloeien”, laten we vooral (verder doen met) experimenteren.  Kijken hoe we elkaar kunnen inspireren. Hoe we ook dankbaarheid kunnen delen om kleine successen of wat wel goed gaat, humor, actieve hoop, waardering en erkenning voor elkaars inzet, mildheid voor onszelf én voor anderen waar het niet lukt…  

Het kan trouwens best ook gewoon leuk zijn, als opstart met twee of drie, tijdelijk zo wat heimelijk ondergronds aan de slag te gaan, iets voor te bereiden, iets uit te proberen… Om dan de collega’s te verrassen met een voorstel en te kijken of je er hen ook warm kunt voor maken. Elke kleine stap kan het begin zijn van een boeiende reis naar iets groters…  

Doen! 


1. Eva ROVERS, “Nu is het aan ons – oproep tot echte democratie” uitgeverij Journalistiek platform de Correspondent, 2022, pagina 40 en volgende   
2. Het boek “Morgen begint nu. Klimaatvriendelijke keuzes, het nieuwe normaal” is een uitgave van Stichting KlimaatGesprekken, vertaald uit het Engels.  Hoofdstuk 6 handelt over klimaatpsychologie en het voeren van klimaatgesprekken, wat in de bijhorende workshops geoefend wordt. Zie: https://klimaatcontact.be/
3. Jan Rotmans, “Omarm de chaos” (De Geus, 2021) pagina 71 en volgende
4. Jan Rotmans, “Omarm de Chaos” pagina 120 en volgende
5. Jan Rotmans, pagina 267 en verder

Reactie toevoegen

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met * .