De grote olie- en gasbedrijven, zoals de Amerikaanse giganten ExxonMobil, het grootste beursgenoteerde internationale olie- en gasbedrijf ter wereld en Chevron en hun Europese tegenhangers BP en Shell, hebben in de afgelopen zestig jaar, moedwillig, aanzienlijk bijgedragen aan de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen.
Gezamenlijk zijn ze, sinds 1965, verantwoordelijk voor ongeveer tien procent van de uitstoot. Ze wisten dat hierdoor de aarde opwarmt. Met het gevolg dat we nu middenin een ongekende klimaatverandering zitten. Ze speelden met de knoppen van het systeem aarde en helpen daarmee onze wereld naar de knoppen. Ik ben geen jurist, maar ‘schuldig verzuim’ uit winstbejag, is toch wel het minste wat je kunt concluderen. Persoonlijk noem ik het al jaren misdadig.
Hierbij hebben ze zich laten assisteren door PR- en reclamebureaus, die er geen enkele moeite mee hadden en hebben, om halve waarheden te vertellen. Je kan ook gewoon zeggen dat ze bewust de burger misleiden. Ze zijn daarmee rijk geworden, hebben veel invloed gekregen en gaan gewoon door met onzin te verkopen. Daarbij behandelen ze de gemiddelde burger alsof hij of zij opnieuw aan de kleuterklas moet beginnen. Bovendien vind ik veel van hun producten smakeloos en vrouwonvriendelijk.
Context
De afspraken van het Parijs-akkoord uit 2015, staan centraal in onze ‘strijd’ tegen de klimaatopwarming: niet meer dan 2oC en het liefst onder de 1,5oC blijven. Dat is nodig om onze wereld leefbaar te houden. Hier begint direct het probleem.
Er is een wereld van verschil tussen de verschillende percepties van ‘onze wereld’. In het rijke westen kent luxe, vaak ten koste van anderen, geen grenzen. In Centraal-Afrika is schoon drinkwater vaak al een luxe. En op de Malediven gaat het er om of men er over enige tientallen jaren nog kan wonen, vanwege de stijging van de zeespiegel. Drie wereldbeelden die totaal verschillen en reëel zijn.
Het klimaatprobleem dat we zelf hebben veroorzaakt, is urgent. Het is in principe een gevolg van de manier waarop de inwoners van rijke landen leven, met hun economische dogma van eeuwige groei en het gebrek aan mondiale solidariteit. Dat laatste is nog eens duidelijk gemaakt door de coronacrisis van de afgelopen twee jaar. Veel mooie woorden, maar weinig daden.
Veel winst voor de farmaceutische industrie; weinig gevoel voor de mensen die hun exorbitante prijzen niet kunnen betalen. Wat dat betreft doen deze bedrijven helemaal niet onder voor de oliegiganten en andere winstmachines, zoals de oppermachtige technologiebedrijven van deze tijd. Techgiganten als Facebook, Apple, Google en Microsoft, ‘kopen’ hun invloed of leggen die gewoon op, terwijl de democratie het nakijken lijkt te hebben. Dat vind ik onacceptabel.
Wat de klimaatcrisis betreft wordt jaarlijks bijgehouden hoeveel vervuilende broeikasgassen er nog kunnen worden uitgestoten tot we die twee magische grenzen passeren. Dat uitstoten doen wij: u, ik, onze Vlaamse en Belgische politici, het Europa van de Green Deal, meneer Poetin en meneer Xi Jinping, enz. Ook hier veel woorden en weinig daden. De soap van de Belgische kernuitstap en de Vlaamse obstructie van bijvoorbeeld meneer De Wever, in deze kernuitstap en in de klimaatcrisis, spreekt boekdelen, wat kortzichtigheid en onwil betreft.
Een gewaarschuwd mens telt voor twee en andere gezegden
Deze tegeltjes wijsheid wijzen erop dat wanneer je weet dat er iets gaat gebeuren je dubbel zo goed moet oppassen. Een andere ‘hit’ op het internet leert: “iemand die vooraf voor iets gewaarschuwd is, weet precies waar de gevaren en de problemen zich kunnen voordoen, zodat hij zich daarop kan voorbereiden.” Op een korte en krachtige manier geven beide een collectieve ervaring weer.
Wat de klimaatcrisis betreft zou je kunnen verwachten dat overheden en bedrijven inspelen op de veranderingen die er ontegenzeggelijk zullen komen. Een gewaarschuwd mens, dus zelfs een politicus, telt toch voor twee? Wat opvalt is dat dit niet zo is.
Politici laten zich vooral leiden door de waan van de dag. Er zijn immers problemen genoeg, zoals de kernuitstap, de pensioenen, het zitje na de verkiezingen, enz. Dus waarom zou je nu al kostbare tijd en schaarse middelen inzetten voor problemen die nog moeten komen? Het blijft daarom vaak bij mooie woorden en weinig of te weinig daden.
Dat er wel degelijk ‘grenzen aan de groei’ zijn toonde het bekende rapport van de Club van Rome vijftig jaar geleden al aan. De boodschap was duidelijk. De mensheid put de planeet uit en roept daardoor onvoorstelbare problemen over zich af. De enige manier waarop we het tij kunnen keren is grenzen aan die tomeloze groei stellen. In feite ging het rapport over de verstoorde relatie tussen de mens en de natuur, waarvan die mens slechts een nietig onderdeel is. Het rapport sloeg in als en bom.
Het Nederlandse weekblad de Groene Amsterdammer heeft er het langste artikel dat ooit in het blad is verschenen aan gewijd. De redacteur Jaap Tielbeke, bekend van Een beter milieu begint niet bij jezelf, gaat hier In zijn artikel Over de grenzen aan de groei, op in. Zijn conclusie is: “vijftig jaar na het verschijnen van het Grenzen aan de groei-rapport, worstelen politici nog altijd met dit Grote Probleem, dat allang niet meer nieuw mag heten”.
Betekenisvol vind ik zijn afsluitende opmerking. “Soms is het ook goed om te bedenken welke vooruitgang er wél is geboekt. Niet in termen van materiële welvaart, maar in termen van ecologisch bewustzijn. Dat er überhaupt stikstofnormen en klimaatdoelen bestaan, is te danken aan de slechtnieuwsboodschappers. Dat er ideeën rondzingen die kunnen dienen als bouwblokken voor een duurzamere economie, is de verdienste van denkers die niet bang zijn om uitgemaakt te worden voor ‘radicaal’. Dat hun denkbeelden langzaamaan doorsijpelen in de politieke arena, komt doordat bezorgde burgers op allerlei manieren druk uitoefenen. “
Met zijn laatste zin ben ik het deels niet eens. Die zin luidt: ‘De toestand van de mensheid is er sinds 1972 niet minder hachelijk op geworden, maar we weten wat we moeten doen om hem te verbeteren.’ De toestand is er wel degelijk hachelijker op geworden. We balanceren zo langzamerhand op de rand van de put die we zelf hebben gegraven. Laten we die put niet dempen als het kalf verdronken is. Er rest maar één ding: het roer moet om en gaat om!
Oliegiganten bla, bla, bla
Op 16 februari publiceerde het tijdschrift POLS ONE de resultaten van een Japans onderzoek over de claims van BP, Chevron, Exxon Mobile en Shell over groene energie en de geconstateerde wanverhouding tussen hun verklaringen, hun acties en hun investeringen. Eenvoudig gezegd: doen die bedrijven wat ze beweren? Het antwoord is: nee.
Om hun conclusie en waarschuwing te onderbouwen onderzochten prof. Gregory Trencher van de Tokyo Universiteit en Mei Li en Jusen Asuka van Tohoku Universiteit in Japan de beweerde transities naar groene energie en het beperken van de CO2-uitstoot, van deze vier grote oliemaatschappijen.
Oliemaatschappijen staan immers onder toenemende druk van investeerders, vaak onder invloed van de burgerprotestbewegingen, om hun koers te verleggen en te vergroenen. Het onderzoek betrof de periode van 2009 tot ruim 2020.
De onderzoekers bestudeerden hiervoor de jaarverslagen als signaal voor de verklaringen van de oliemaatschappijen, de toezeggingen en acties in de strategische plannen en de investeringen in de schone energie en in de traditionele exploratie en productieactiviteiten van fossiele brandstoffen.
Uit het onderzoek blijkt dat er in de jaarverslagen een sterke toename is te zien in het gebruik van woorden die op de groene transitie wijzen. Vooral bij de Europese olie- en gasreuzen BP en Shell valt de toename van het gebruik van woorden als ‘klimaat’, ‘koolstofarme’ en ’transitie’, op. Bij de Amerikaanse bedrijven is dit woordgebruik minder.
In tegenstelling tot de Amerikaanse bedrijven, zijn de Europese wel betrokken bij de discussie over de manier waarop hun sector op de klimaatverandering moet reageren, hanteren ze interne CO2-prijsafspraken en doen ze uitgaven en toezeggingen om meer in groene energie te investeren en hebben ze onlangs plannen gepresenteerd om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Maar hier zijn, volgens Milieudefensie, die een rechtszaak tegen Shell heeft gewonnen, de nodige kanttekeningen bij te maken. Hun Amerikaanse collega’s lopen wat achter. Zij zitten nog steeds veel meer in de verdediging en willen hun productie nog steeds laten toenemen.
Uit het onderzoek blijkt dat geen van de vier bedrijven de productie van fossiele brandstoffen in de onderzochte periode heeft verlaagd. Bovendien is men niet bereid gegevens te verstrekken over hun investeringen in schone energie. Met enige moeite heeft men achterhaald dat die variëren van 0,2% bij Exxon Mobile tot 2,3% bij BP. De International Energy Agency schat dat dit in 2020 ongeveer 1% van de investeringsuitgaven is. De conclusie van de Japans onderzoekers is dat er sprake is van greenwashing omdat de woorden en daden niet overeenstemmen.
Greenwashing
Het zijn weer dezelfde PR- en reclamebureaus die voor de oliemaatschappijen hun campagnes opzetten waarin ze zich vaak duurzamer voordoen dan ze zijn. Greenwashing is een marketingtruc. Door rookgordijnen op te hangen verdoezelen en beschermen ze hun winsten. Dat is blijkbaar belangrijker dan te doen wat je belooft.
Op 26 mei 2021 won de Nederlandse milieuorganisatie Milieudefensie, de Klimaatzaak tegen de toen nog Koninklijke Shell. Hierdoor is het duidelijk geworden dat vervuilende bedrijven wel degelijk het risico lopen om voor de rechter te belanden. Maar het wordt ook tijd dat de grote PR- en reclamebedrijven evenals de sector als geheel, worden aangepakt. Zo moet de Britse WPP-groep, het grootste PR en reclamebedrijf ter wereld, verantwoordelijk worden gesteld voor zijn misleidende dienstverlening. Dit soort bedrijven heeft decennialang vette winsten gemaakt, door sluwe en geraffineerde ontkenning van de klimaatcrisis, enz.
Bij ons staat, voor de Nederlands gasten, een exemplaar van het Belgische Moppenboek van Mark Claus, op het toilet. De plek is geen beoordeling van de kwaliteit van het boek. Integendeel, ik vind het een leuk boek. Het heeft me geholpen bij mijn inburgering als Groninger in het Vlaamse land. Een citaat dat ik wel passend vind is:
“Een Belgische marktkramer heeft vandaag kammetjes in de aanbieding. Hij doet dan ook zijn best om zijn waar aan te prijzen. ‘Onbreekbaar, onbreekbaar!’ roept hij. Als er plots eentje breekt, is hij flexibel genoeg om zich uit de slag te redden. Hij roept: “Zo zien ze er vanbinnen uit”.
De bevindingen van de Japanse onderzoekers laten ons de binnenkant van de mooie, groene woorden van de oliegiganten zien. Het succes van Milieudefensie toonde in 2021 aan, dat ook grote organisaties niet aan hun verantwoordelijkheid ontkomen. De Koninklijke Shell heeft zijn hoofdkwartier verplaatst van Den Haag in Nederland, naar Londen. Het heeft daarmee vanaf 1 januari 2022, zijn koninklijke glans verloren. Maar dat is niet alles….
Jan Stel, 21-02-2022
Wist je
dat Greenpeace in het najaar al een Europese campagne startte om de reclame voor fossiele brandstoffen aan banden te leggen? Bekijk hier het actiefilmpje.
Reactie toevoegen