cover van Sofie Mulders: Waarom ik ... veganist werd

Waarom ik 40 jaar biefstuk en kaas at, en toen veganist werd (Sofie Mulders)

Je schudt spontaan: niet onmiddellijk een boek dat refereert naar de klimaatcrisis, niet? En dan nog met dat extreme woordje ‘veganist’ in de titel… Dus, je deinst terug (een beetje een spontane menselijke reactie). Ten onrechte, vind ik. Je moet het een beetje durven lezen. Mag ik het zo formuleren?

Ik nodig je uit om net als ik mee te stappen in dit verhaal, dat vlot leest, onderbouwd en gedocumenteerd is. Het is enkele uren lang niet wegkijken van wat gepaard gaat met het verorberen van die lap saignante biefstuk, die kop dampende melk en die kaas, die jou tot hiertoe zo verbaasd heeft.

Journaliste Sofie Mulders – die ook voor Knack en De Morgen schrijft – is een beetje jouw gids door de wereld van de veeteelt (veekweek zou een juistere term zijn). Van industrieel tot kleinschalig, van lokaal tot internatonaal. Zij gaat met de lezer op verkenning. Ik citeer (zonder achterklap) uit de achterflap ‘Feiten en wetenschappelijke inzichten zijn (…) haar leidraad. Ze spreekt met boeren, dierenartsen, slachthuismedewerkers, biologen en andere wetenschappers. Ze komt duistere zaken te weten, ontdekt hoe de waarheid niet altijd de beste vriend is van de vee-industrie, en hoe we als consument voortdurend om de tuin worden geleid.‘ Rechttoe, rechtaan.

Ze graaft diep in de industriële veehouderij maar bevraagt ook zichzelf, als veganiste, die méér dan door het bepalen van een keuze een niet eenvoudige beslissing heeft genomen. En hoe ze daarbij een nieuw fysiek, sociaal en mentaal evenwicht weet te vinden. En zich daar uiteindelijk goed bij voelt.

Ze formuleert titels als nagels met koppen, zoals ‘een dier is geen krop sla’, ‘mijn varkens zijn content‘, ‘maar wij kopen diervriendelijk en biologisch vlees, hoor!‘, ‘vlees zit toch in onze genen?‘ en gaat onbevangen op zoek naar antwoorden. En zoekt en vindt uiteindelijk een goede balans van lekkere, gemakkelijk te bereiden, gezonde en evenwichtige vegan maaltijden. En gaat dé vraag niet uit de weg dat: ‘een veganist wel een extremist moet zijn…’.

In hoofdstuk 8 heeft ze het uitgebreid over de positieve klimaat- en milieueffecten van een plantaardige voedselkeuze. Ze gaat daarbij ook dieper in op ‘lokaal’ (korte keten dus) en ‘biologisch gekweekt’ en toetst ze aan de wetenschap, die zich steeds meer expliciet en duidelijk uitspreekt. En door alles heen klinkt ook het respect voor het leven. Een dier mag niet gereduceerd worden tot louter product.

En ze spaart de klimaatactivist niet, die hier niet ernstig over nadenkt en zo niet consequent is – ze gebruikt een lelijker woord, dat je onderweg bij het lezen zal ontmoeten. Ik moest zelf even slikken, maar geef haar na die slikbeweging en enkele minuten verteren eigenlijk ‘stillekes’ gelijk. Ook om deze reden schrijf ik deze recensie.

Ik hou het hierbij, het boek spreekt voor zich. Durf het aan dit boek te lezen. Mij port het aan om na 37 jaar consequent vegetarisme een overstap te maken naar vegan.

Het boek zelf geef ik een plaatsje bovenaan het schap hier naast me en laat het aan de rechterzijde leunen tegen ‘Dieren eten’ van Jonathan Safran Foer. En ben aan koffie toe, met een scheutje ‘no milk’.

Pieter Lievens, februari 2023

Reactie toevoegen

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met * .