Luc Vankrunkelsven, drijvende kracht achter Wervel, de vzw die opkomt voor wereldwijde Rechtvaardige en Verantwoorde Landbouw, Norbertijn, Braziliëkenner én enthousiaste ambassadeur van de Grootouders voor het Klimaat, weet als geen ander hoe de grootschalige “petroleumlandbouw” boerengemeenschappen en klimaat ontwricht. Hij publiceerde daarover verscheidene boeken en artikels. Speciaal voor de Grootouders voor het Klimaat schetst hij in een eerste van twee bijdragen waar de schoen wringt bij het huidige wereldlandbouwbeleid. Regenwoud en savanne (de Cerrado) verdwijnen in Brazilië razendsnel voor het veevoeder van onze kippen en koeien. In een tweede bijdrage legt Van Krunkelsven uit hoe landbouw zowel mens- als klimaatvriendelijk kan en moet zijn.
Auteur: Luc Vankrunkelsven
Landbouw, deel van het klimaatprobleem (Deel 1)
Landbouw en voedsel horen lokaal te zijn, maar werden de laatste decennia meer dan ooit geglobaliseerd. De havens, ingericht met diepvriessystemen, maken het mogelijk dat rundvlees via de oceaan van Argentinië naar Saudi-Arabië geëxporteerd wordt, Europese kippenpoten naar China en -billen naar Senegal. Sojaschepen zorgen dat er jaarlijks 34 miljoen ton overzeese soja in Europese voedertroggen terecht komt. ‘Dankzij’ de onzichtbaar gehouden kaalslag in Argentinië, Paraguay, Bolivia en vooral in de Cerrado van Brazilië kunnen wij niet alleen bovenmatig veel dierlijke eiwitten consumeren, maar kan Vlaanderen/België veel vlees exporteren. Met het recente handelsakkoord (eind juni 2019; zie: https://www.mo.be/wereldblog/eu-mercosur-een-vergiftigde-deal?fbclid=IwAR18GhebNmvD22e_dq1BDlzfvhFW2tCA8-3o-8lMpFEZl18ZIjL5bxLhEyk) tussen de Europese Unie en Mercosur (Brazilië, Argentinië, Paraguay, Uruguay) zal deze internationale trafiek over de Atlantische Oceaan nog toenemen.
1962: een schot voor de boeg van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EG/EU
Door een deal tussen de Verenigde Staten en de toenmalige Europese Gemeenschap in 1962 (Dillon-ronde van de GATT; nu WTO: World Trade Organisation) kon Europa een landbouwbeleid opzetten met een gesofistikeerd prijs- en marktbeleid. In de deal zat echter dat de VS zonder quotum en zonder heffingen in de Europese havens ‘oliehoudende gewassen’ zouden mogen invoeren. Lees: soja. Gevolg? De veehouderij (vooral varkens en kippen) explodeerde en concentreerde zich in de buurt van de havens. Soja-monoculturen overzee brachten in spiegelbeeld maïs-monoculturen in ons landschap mee. Het werd het begin van een agrarische revolutie met soja als eiwitcomponent via de havens en maïs in onze regio als energiecomponent in het voer voor de dieren. Beide teelten zijn gemakkelijk met veel gif en met grote machines te telen.
Door deze ene politieke deal die tot op vandaag doorloopt, viel ons Europees landschap uiteen in veeteeltgebieden aan de kust (bv. in Bretagne huizen de helft van alle Franse kippen en varkens) en akkerbouwgebieden dieper in het continent. Terwijl o.a. in Brazilië de fragiele gronden uitgeput geraken, zitten wij in Vlaanderen, Bretagne en andere Europese regio’s met enorme mestoverschotten en problemen van watervervuiling.
Bolsonaro, soja en mensenrechten
In hetzelfde Brazilië van de extreem-rechtse president Jair Messias Bolsonaro werden sinds zijn aantreden in januari 2019 tweehonderd nieuwe pesticiden aanvaard. Heel wat van deze vergiften zijn extreem gevaarlijk en zijn in Europa verboden, maar via de export komen ze toch op ons bord terecht. De immense sojavelden worden vanuit vliegtuigjes bespoten. Bij de minste wind komt het gif in bewoonde kernen en scholen terecht. Zo worden hele bevolkingsgroepen langzaam vergiftigd. Eén van de extreme voorbeelden is de Xingu. Het is het grootste gebied van 17 inheemse volkeren in het Amazonegebied en de Cerrado-savanne. De Xingu is helemaal omsingeld door immense sojavelden. In die sojawoestijnen ontspringen de rivieren die naar de Xingu lopen. Voor die mensen is het water van de rivieren heel belangrijk om te vissen, te drinken, zich te wassen. In ons bord worden zodoende onzichtbaar gehouden mensenrechten geschonden.
Petroleumlandbouw
Het dominerende landbouwmodel is fundamenteel een petroleummodel. Aan elk aspect van dit model kleeft veel petroleum: chemische meststoffen (voor één ton chemische stikstof is minstens één ton petroleum nodig), pesticiden allerlei, zware machines die de bodem dichtrijden, vliegtuigen die gif sproeien, boten die soja en vlees wereldwijd transporteren, mestverwerking in onze regio’s en export van mestkorrels, …
Ondertussen vermindert wereldwijd de humuslaag op de akkers. Erosie slaat toe. Miljoenen hectaren in Mercosur zijn met deze exportlandbouw in overgang naar woestijn. Veengronden in Maleisië en Indonesië worden ontgonnen voor palmboomplantages. Zo ontsnapt extra methaan in de atmosfeer, naast de CO2 voor het platbranden van wouden.
Dierlijke eiwitten in opmars
De petroleumlandbouw staat vooral ‘in dienst van’ de groeiende consumptie van dierlijke eiwitten: rundvlees, kippen- en varkensvlees, eieren, zuivel. En ja, ook in dienst van de stijgende visconsumptie. Daar de wereldzeeën overbevist zijn, explodeerde de laatste twintig jaar de aquacultuur. Bijvoorbeeld: zalmkweek in de Noorse fjorden met veel antibiotica en … met soja, deels ter vervanging van vismeel, want zalm is eigenlijk een roofvis, die andere vis wil eten. De gekweekte zalm kan je dan ook de (goedkope) ‘plofkip van de aquacultuur’ noemen.
Als een volk meer economische macht krijgt, dan gaat het doorgaans (de middenklasse voorop) meer dierlijke eiwitten eten. Zo situeert zich nu al de helft van de wereldwijde varkensvleesconsumptie in China. Zelfs de Indische middenklasse begint het paradijs van Mc Donalds binnen te treden… en binnen 10 jaar zijn er meer Indiërs dan Chinezen. Omwille van hun religie waren Indiërs duizenden jaren vegetariër. Zulke veranderingen hebben planetaire gevolgen. En waarom zouden Chinezen en Indiërs niet mogen, als wij het ‘mogen’? Uiteindelijk kopiëren ze onze westerse levensstijl. In het geval van China: het land herbergt 20 % van de wereldbevolking, maar beschikt maar over 6 % van het landbouwareaal en 6 % van het zoete water in de wereld. Brazilianen en Chinezen ontmoeten daarom elkaar al in elf Afrikaanse landen… soja inzaaiend voor Eurazië. China werkt momenteel op de wereldmarkt als een stofzuiger die soja vanuit beide Amerika’s en Afrika naar zich toezuigt.
Is er nog hoop op verandering? Een aanzet vind je in het tweede artikel.
Luc Vankrunkelsven, luc@wervel.be; www.wervel.be/en
De auteur schreef diverse boeken over het thema. De laatste werken zijn: ‘Voeding verknipt’ (2014), ‘Vergetenen, wees mijn gemeenschap’ (2016), ‘Oases. Grond-kracht voor een nieuwe lente’ (2016), ‘De kikker die zich niet laat koken. Klimaat in beweging.’ (2018)
Landbouw: deel van de oplossing voor het klimaatprobleem? (Deel 2)
In tijden van extreme globalisering ontstaan wereldwijd initiatieven van ‘herlokisering’ van de landbouw. In Japan bestaat al lang – sinds de Minematacrisis van kwikvergiftiging in zee- de ‘seikatsuclub’. Het fenomeen inspireerde anno 1996 het Vlaamse Voedselteams als eerste initiatief om de band tussen boer(in) en consument (de ‘eter’) te herstellen. Nadien ontstonden allerlei modellen van voedselmanden, hoeveverkoop, de Buurderij, CSA (Community Supported Agriculture), etc. In Brazilië kennen we het inspirerende ‘Rede Ecovida’ (1). Natuurlijke kringlopen op het bedrijf (of tussen samenwerkende bedrijven in de buurt) worden hersteld. Mineralen en nutriënten komen minder of niet meer van overzee. Eigen eiwitteelten (gras-klaver, luzerne, erwten en bonen, lupinen, hennep, soja, …) worden in het teeltplan geïntegreerd; voedselkilometers gereduceerd. De petroleumlandbouw wordt aan banden gelegd door minder of geen chemie meer in te zetten. Er wordt (door een minderheid weliswaar) nagedacht om de bodem niet langer dicht te rijden met te grote landbouwmachines. De no-tillage-beweging (niet meer ploegen) groeit.
Ondertussen wordt één derde van wat wereldwijd aan voedsel geteeld wordt, verspild. Gelukkig groeide de laatste vijf jaar het bewustzijn dat we dit kunnen doen dalen en zo de klimaatbelasting alvast verminderen. Op Vlaams niveau wordt liever over ‘voedselverlies’ (2) gesproken. Voedselverspilling klinkt wat te confronterend voor ons op verspilling gestoeld systeem…
Boer en boerin aan zet
Een verstandige landbouw, die dan ook meer kennis van de boer(in) vraagt, kan potentieel heel wat koolstof opslaan. Permanent grasland is hiervoor primordiaal. Bacteriën in een goed onderhouden weiland kunnen zelfs de methaanuitstoot van de koeien neutraliseren en benutten voor de plantengroei. Het Vlaamse landbouwbeleid zou dan ook best de zoogkoeienpremie omzetten in een premie voor boeren met minder runderen per hectare, maar met meer oog voor opslag van CO2. Laat ‘minder en beter vlees’ het devies worden.
In Vlaanderen neemt de humuslaag angstwekkend af door het overvloedig gebruik van kunstmest. Nochtans is naast grasland de zorg voor een gezonde humuslaag een belangrijk ‘instrument’ om koolstof in de landbouwbodems op te slaan. In plaats van klimaatverstorend kan zo de landbouw mee helpen om de klimaatopwarming te milderen.
Wervel (3) begon vanaf 2001 in Vlaanderen agroforestry terug op de kaart te zetten. Eigenlijk gaat ‘bomenlandbouw’ om een wijsheid die we sinds 2000 jaar van de Romeinen erfden. Na de Tweede Wereldoorlog werd het met de ‘conservatieve modernisering’ (=Braziliaanse uitdrukking) van de landbouw vergeten. Bomen en struiken stonden in de weg voor de mechanisering. De laatste jaren werd de praktijk door de Vlaamse overheid (4) overgenomen en op Europees vlak werd een netwerk van initiatieven (5) opgericht. Begin juni 2019 was er in Montpellier een agroforestry-wereldcongres. Lees de opgemerkte eindverklaring (6).
De vleeseter aan zet.
Onze landbouw is eenzijdig gefocust op ‘vleesproductie’. Het woord ‘productie’ zegt meteen al iets over onze verhouding t.o.v. ‘nutsdieren’: dieren 100 % in functie van de mens. De hoge vleesconsumptie en vleesexportbelangen leggen beslag op veel grond (en water), zowel zichtbaar rond de boerderijen, als onzichtbaar voor soja overzee. Bij de berekening van de CO2-uitstoot van de heersende landbouw wordt dan ook steevast de uitstoot elders voor ons systeem vergeten.
De wereldbevolking verdubbelde in vijftig jaar, maar in dezelfde periode vervijfvoudigde de consumptie van dierlijke proteïnen. Volgens toekomstprojecties van de Rabobank zal de vleesconsumptie de volgende 15 jaar nog met 40 % stijgen, waarvan 70 % voor rekening van Azië.
De tendens is dat de wereldwijde consumptie van (vooral) varken en kip zal toenemen. De consumptie van rundvlees neemt lichtjes af, maar laat nu net het veevoeder voor kippen, kalkoenen en varkens vooral uit soja en maïs bestaan. Azië met 54 % van de wereldbevolking begint meer dierlijke eiwitten te eten. Dat heeft planetaire gevolgen. Afrika en het Amerikaanse continent zorgen voor de veevoedertoevoer. Heel wat landen van de Europese Unie staan te trappelen om varkensvlees naar China uit te voeren. Zo is de varkensprijs, na een diep dal, de laatste maanden gestegen door de Afrikaanse varkenspest in China. Tientallen miljoenen varkens werden er vernietigd. Uiteraard gaat het in China telkens om grotere aantallen dan wat wij hier in Vlaanderen met de varkenspest anno 1990 meemaakten. Welke ‘grootouder voor het klimaat’ herinnert zich niet de immense barbecues met duizenden varkens die toen verbrand werden? De wereldwijde handelslogica die vaccinatie tegen varkenspest verbiedt, baart een destructielandbouw.
Eiwitten: uitdaging voor de 21ste eeuw
Eén van de grote uitdagingen voor de 21ste eeuw luidt dan ook: “Hoe gaan we ons verhouden tot eiwitten? Gaan we ons vooral voeden via het nutsdier of gaan we meer rechtstreeks plantaardige eiwitten tot ons nemen?”
Azië en gaandeweg Afrika zullen in hun vleesconsumptie blijven stijgen. Dat belet niet dat wij, Europeanen, ons huiswerk kunnen maken: minder en beter vlees eten!
In Vlaanderen sloegen enkele jaren geleden zevenentwintig NGO’s de handen in elkaar voor een ànder Landbouw- en voedselsysteem, gebaseerd op agro-ecologie: ‘Voedsel-Anders’ (7). Ondanks alle vernietiging is er hoop! Al gaande wordt de weg gebaand.
Auteur: Luc Vankrunkelsven
In het boek ‘Dageraad over de akkers’ (Dabar-Wervel, 2007) heeft Vankrunkelsven het over alternatieven in Brazilië en Europa. Nog enkele exemplaren zijn bij de auteur te bekomen: luc@wervel.be
(1) In het Wervelboek ‘Lokaal verweven landbouw’. Uitdaging voor samenleving en beleid in Noord en Zuid’ (2003) vind je een getuigenis over dit ‘Netwerk Ecovida’.
(2) http://www.voedselverlies.be/
(4) www.agroforestryvlaanderen.be
(7) http://www.voedsel-anders.be/ en lees de vijf principes voor een ander Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in de Europese Unie en in Vlaanderen: http://www.voedsel-anders.be/portretten/190-glb-eisen
[…] In dit verhaal is er veel aandacht voor vermindering soja in het veevoer, eiwittransitie, agroforestry en verzorgen van de bodem als mogelijke bezinkingsplaats van CO2. ‘Herstel de bodem, red de landbouw en het klimaat’ was een opgemerkte opinie van Jeroen Watté in De Standaard. Inderdaad, landbouw is een deel van het probleem, maar kan ook deel van de oplossing zijn: agroforestry of bomenlandbouw, maar ook weiland. Met een doordacht omweidingssysteem kan weiland veel koolstof opslagen. Zie elders op deze website: https://www.grootoudersvoorhetklimaat.be/sojaverslaafde-landbouw-bedreigt-klimaat/ […]
[…] In dit verhaal is er veel aandacht voor vermindering soja in het veevoer, eiwittransitie, agroforestry en verzorgen van de bodem als mogelijke bezinkingsplaats van CO2. ‘Herstel de bodem, red de landbouw en het klimaat’ was een opgemerkte opinie van Jeroen Watté in De Standaard. Inderdaad, landbouw is een deel van het probleem, maar kan ook deel van de oplossing zijn: agroforestry of bomenlandbouw, maar ook weiland. Met een doordacht omweidingssysteem kan weiland veel koolstof opslagen. Zie elders op deze website: https://www.grootoudersvoorhetklimaat.be/sojaverslaafde-landbouw-bedreigt-klimaat/ […]