Terwijl wij de coronateugels langzaam vieren, ondermijnt een tweede mega sprinkhanenplaag de voedselzekerheid van miljoenen mensen van Oost-Afrika over Iran, Pakistan tot India toe. Na grote zwermen woestijnsprinkhanen in februari verwacht vooral Oost-Afrika nu een tweede, nog veel ergere plaag. Door de coronacrisis zijn bestrijdingsmiddelen schaarser dan ooit. De leveringen lopen enorme vertragingen op. Voor de bevolking, die voor haar voedselzekerheid afhangt van die bestrijdingsmiddelen, is dit een ramp. De FAO, de Voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties, verwacht ernstige tekorten in Ethiopië, Kenia, Somalië, Zuid-Soedan, Uganda en Tanzania. Als de sprinkhanen neerstrijken, gaat het immers razendsnel.
“Gisteren stond mijn mais er nog prachtig bij, dankzij het overvloedige regenseizoen. Nu heb ik alleen nog kale stengels op mijn akker staan”, vertelt boerin Elisepha Kivuti (39) die op 150 kilometer van Nairobi woont. Al tienduizenden hectaren zijn kaalgevreten. Veel getroffen boeren schrijven de plaag toe aan klimaatverandering. “We weten al zo’n tien jaar niet meer wanneer te zaaien en te planten. Het weer is elk jaar anders. Na veel droogte krijgen we nu plotseling veel regen en dan komen opeens de sprinkhanen”, getuigt Kivuti.
Wetenschappers bevestigen dat er in de regio steeds meer cyclonen zijn. De vochtige grond is voor insecten ideaal om zich voort te planten. Als alles is kaalgevreten, gaan ze elders op zoek naar voedsel en zo ontstaan megazwermen. Soedanees klimaatexpert Abubakr Salih Babiker wijt de plaag aan de opwarming van de Indische oceaan, die hevige regenval uitlokt met uitstekende broedcondities voor de woestijnsprinkhanen. “Oost-Afrika heeft meestal niet te lijden onder cyclonen en als ze komen, zijn het er hoogstens één of twee per jaar.” Zegt hij. “Vorig jaar passeerden er maar liefst acht. Die veroorzaakten een veel langer en veel heviger regenseizoen. En dat na twintig jaar aanhoudende droogte.”
Een gemiddelde zwerm sprinkhanen telt zo’n 150 miljoen dieren per vierkante kilometer. Op één dag vreten die een hoeveelheid landbouwgewassen op waarmee 2500 mensen te voeden zijn. Zelfs het vee van nomadische stammen sterft bij gebrek aan gras. Het gaat, kortom, om een enorme klap voor de voedselsituatie in de regio.
Natuurlijk doen regeringen hun best om de invasie onder controle te krijgen. Kenia zette al vijf vliegtuigen in om verdelgingsmiddelen te sproeien. Die doden niet de sprinkhanen zelf maar wel hun eitjes. Maar sproeien is duur. De FAO schat dat Kenia, Ethiopië en Somalië samen al zo’n 70 miljoen euro nodig hebben om de plaag te bestrijden. Bovendien vertraagt Covid-19 de internationale leveringen van pesticiden en dat veroorzaakt tekorten. Maar zelfs met bestrijdingsmiddel is resultaat niet gegarandeerd. Sprinkhanen zijn enorm mobiel. Waar en wanneer nieuwe zwermen aankomen is soms moeilijk in te schatten. De eerste zwermen werden door de burgeroorlog in Jemen en de spanningen in de hoorn van Afrika trouwens niet tijdig gedetecteerd. Gevolg: De voedselzekerheid in de hele regio komt in het gedrang als niet meteen wordt ingegrepen. Hoeveel geld nodig zal zijn voor deze voedselhulp is nog niet berekend. De VN verwacht een voedseltekort voor 24 miljoen mensen. In Ethiopië alleen al zijn het er 8 miljoen. Pas als het een tijd droog is, keren de woestijnsprinkhanen weer terug naar hun normale levenswijze. Op zijn vroegst in juni kan de plaag onder controle raken. Zo lang kan de voedselhulp niet wachten.
Maar naast de directe bedreiging van ondervoeding valt er ook een grote socio-economische impact te verwachten, vooral voor kinderen uit arme dorpen. Bij eerdere plagen bleken ouders op het platteland kunnen hun kinderen niet meer naar school te kunnen sturen. Vooral meisjes zijn daarvan de dupe, maar ook jongens. Ook in arme stedelijke gezinnen ondermijnt ernstig voedseltekort steevast de gezondheid, groei en leercapaciteiten van kinderen. Dat is een bijzonder nefaste wissel op de toekomst.
“De combinatie van sprinkhanen, klimaatverandering, droogte, conflicten én het coronavirus is zonder twijfel een gevaarlijke cocktail voor heel Oost-Afrik”, zegt ook Cyril Ferrand van de FAO in een recent artikel van Hadjira Hussain Kahn in MO*. “Het komt er nu op aan alles op alles te zetten om zoveel mogelijk oogsten in juni te redden”.
De vrees is dat woestijnsprinkhanen niet de laatste plagen voor Afrika zullen zijn. In het boek New Frontiers in natural resource management in Africa stellen wetenschappers Elias Ayuk (Kameroen) en Ngozi Unuigbe (Nigeria) dat ‘de verspreiding, ontwikkeling en populatiedynamica van insectenpesten het directe gevolg zijn van klimaatverandering. Die helpt de verspreiding van inheemse en exotische soorten.’
Opmerkelijk. Op 5 mei was in het Radio1-programma ‘De wereld vandaag’ plaatsvervangend directeur van de Wereldbank Nathalie Francken te gast. Eerder had ze in de Kamercommissie Buitenlandse Betrekkingen al toelichting gegeven over de Covid-19-aanpak van de Wereldbank, met name de vraag om uitstel van schuldbetaling en het beheer van de fondsen van de Wereldbank. Over het herstel na de coronacrisis was ze optimistisch. “Ondanks een behoorlijke krimp zal de groei eind 2020 herstellen”. Maar “vooral Sub-Sahara-Afrika zal zwaar economisch getroffen worden”.Ze schatte dat de mix van corona, handelsbarrières en sprinkhanenplagen de ‘acute voedselonzekerheid’ en dus het aantal mensen dat aangewezen is op voedselhulp, zal doen verdubbelen. En passant verwees ze naar Groot-Brittannië na WO II, waar een gelijkere, inclusievere samenleving een voedselcrisis kon voorkomen en tegelijk de economische relance bevorderde.
Meer weten over de historische bijbelse sprinkhanenplagen, over de Indische dipool en over de 100% biologische bestrijding met Chinese eenden? Lees onderstaande bijdrage!
Auteur: Ilse De Vos
De sprinkhanenplaag die nu al sinds de zomer van 2019 in groeiende mate Afrika, het Midden en het Verre Oosten teistert, zal waarschijnlijk de geschiedenis ingaan als een plaag met Bijbelse proporties. Om die eer te behalen, worden de woestijnsprinkhanen geholpen door de klimaatverandering en sinds januari ook door die andere plaag: de covid19-pandemie.
Sprinkhanenplaag in Oost-Afrika
Volgens het Oude Testament stuurde God (Jahweh) tien rampen naar Egypte. Met die plagen wilde Hij de Egyptenaren en de farao onder druk zetten om de Israëlieten, hun slaven, vrij te laten. Pas na de tiende plaag liet de farao de joden vertrekken. De meest tot de verbeelding sprekende plaag was voor mij heel lang die sprinkhanenplaag: hoe kon zo’n klein insect zo’n grote bedreiging vormen voor een volk? Intussen hebben ook mijn ervaringen in de moestuin me geleerd wat een ravage de gezamenlijke actie van bv kleine slakken kan aanrichten. Wetenschappers hebben lang getwijfeld maar inmiddels vonden ze aanwijzingen dat de 10 plagen van Egypte inderdaad hebben plaatsvonden. De sprinkhanenplaag die op dit moment Afrika, het Midden en het Verre Oosten teistert zal waarschijnlijk eveneens de geschiedenis ingaan als een Bijbelse plaag.
10 plagen van Egypte
Omstreeks 1200 voor Chr., na de regeerperiode van Ramses II, veranderde het vochtige en warme klimaat van de regio in een droog klimaat. Klimatologen kwamen tot deze conclusie na onderzoek van stalagmieten in Egyptische grotten. Die klimaatverandering veroorzaakte een kettingreactie: eerst veranderde de Nijl die in een stromende modderrivier en vervolgens stierven het vee en de mensen door ziekten. Daarmee was de ellende nog niet voorbij: de aswolken van de uitbarsting van de nabijgelegen Thera-vulkaan veroorzaakten de overige plagen. Die maakten een einde aan de grote welvaart van Egypte, en deden in het exodusverhaal, de farao overstag gaan.
Over de achtste plaag rapporteert de Bijbel: “Er ontstond een wind die talloze sprinkhanen meevoerde. De sprinkhanen aten alle bomen, struiken, planten, … kaal en verwoestten de voedselvoorraden.“
De Woestijnsprinkhaan
Zwermen van woestijnsprinkhanen zijn al eeuwenlang een bedreiging voor de oogsten in Afrika, het Midden-Oosten en het zuiden van Azië. Dr. Philipp Lehmann, onderzoeker aan universiteit van Stockholm legt uit: “Woestijnsprinkhanen zijn bifasische dieren, dat wil zeggen dat ze twee totaal verschillende vormen kunnen aannemen. In hun solitaire vorm zijn ze bruin van kleur en relatief onschadelijk voor de gewassen. Maar wanneer de sprinkhanen met zeer velen in een bepaald gebied tezamen zijn, zorgen de voortdurende aanrakingen voor een gedragsverandering: Ze schakelen over naar kudde- of zwermgedrag en kleuren dan elektrisch-geel.
Woestijnsprinkhanen zijn 6 tot 9 cm groot en hebben een levensduur van zo’n 3 maanden. Ze kunnen in 24 uur tijd ruim 150 kilometer afleggen, daarbij vaak geholpen door de wind. Iedere dag eet het diertje ongeveer zijn eigen lichaamsgewicht (2-3 gr) en het is daarbij niet kieskeurig: elk onderdeel van vrijwel alle gewassen, zoals gierst, rijst, maïs, suikerriet en ook katoen wordt verorberd. Een zwerm sprinkhanen telt gemiddeld 40 tot 80 miljoen beestjes per vierkante kilometer en kan in één dag dezelfde hoeveelheid voedsel verorberen als 35000 mensen. Zich voortplanten doen ze het liefst bij een omgevingstemperatuur van 35°C. Hun metabolisme functioneert optimaal bij een lichaamstemperatuur van 40°C. Een wijfje legt in één worp meer dan 50 eitjes, die drie weken later uitkomen. De woestijnsprinkhaan komt permanent voor in de Sahel, de Sahara en het Midden-Oosten. Maar in geval van plagen verlaten de zwermen dat gebied. De richting wordt vaak bepaald door de wind.
Sprinkhanenplagen in de geschiedenis
Tijdens de twintigste eeuw waren er sprinkhanenplagen in 1912-19, 1926-34, 1940-48, 1949-63, 1967-69 en 1986-89. De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) richtte eind de jaren ’80 de Locust Watch op. Deze dienst moet helpen om grootschalige zwermen in een vroeg stadium te detecteren en zo landbouwrampen helpen voorkomen. Sindsdien zijn er belangrijke uitbraken geweest in 1994 en 2004. Op de statistiek zijn die uitbraken te zien. Ze hangen samen met de positieve fase van het weersysteem ‘de Indische dipool’. Opmerkelijk: door snelle reactie met massaal pesticidengebruik waren de laatste uitbraken snel onder controle en dus een stuk minder dramatisch dan voorheen. Maar de klimaatverandering versterkt vandaag het effect van de Indische dipool en de coronacrisis verhindert de tijdige levering van bestrijdingsmiddelen.
De grafiek toont het aantal landen dat de start van een plaag rapporteerde (zwart), de piek ervan (paars) en de terugval (roze) in de periode 1900-2019. Ook toont ze het aantal landen dat een lage sprinkhanenintensiteit rapporteert (geel). Bron FAO. Chart by Carbon Brief using Highcharts.
De Indische Dipool
De cyclonen en het ongewone en natte weer in Oost-Afrika zijn gelinkt aan een groter weersysteem genaamd de Indische Oceaan dipool (IOD). De watertemperatuur van de oostelijke Indische Oceaan is afwisselend hoger en lager dan het water van het westelijke deel. Dit temperatuurverschil wordt dipool genoemd. Deze dipool beïnvloedt het weer aan beide zijden van de Indische oceaan, van Oost-Afrika en het Arabische schiereiland tot Indonesië, Papua Nieuw Guinea en Australië. Het fenomeen beïnvloedt de sterkte van de moessonregens over het Indische subcontinent en de droogte of neerslaghoeveelheden van Oost-Afrika tot Australië. De IOD wordt ook wel eens de Indische Niño genoemd vanwege zijn gelijkenissen met El Niño in de Stille Oceaan.
De Indische Oceaandipool kent 3 fases: een positieve, een negatieve en een neutrale fase. In 2019 doorliep de dipool de positieve fase waarbij oostelijke winden warm water naar het Arabische schiereiland en de Hoorn van Afrika duwden en daar de regens en cyclonen voedden. Tegelijk trok deze positieve dipool regens weg uit Australië wat resulteerde in droogte en de ongeziene bosbranden van 2019-2020. Meer uitleg over de IOD
De huidige sprinkhanenplaag
De opmars van de huidige sprinkhanenplaag begon in mei 2018, toen een grote cycloon – Cyclone Mekunu – boven de Indische Oceaan zware regens naar de woestijn van Saoedi-Arabië bracht. De warme vochtigheid zorgde voor meertjes en veel plantengroei in een normaal dorre regio, en dat trok vele woestijn-sprinkhanen aan. In oktober volgde een tweede cycloon – Cyclone Luban – net op het moment dat de sprinkhanen zich sneller begonnen voort te planten. In enkele maanden tijd hebben ze zich daardoor vermenigvuldigd met een factor 8000. Na de ongewoon natte periode volgde nog een milde winter die grote aantallen sprinkhanen overleefden.
In de zomer van 2019 begonnen de zwermen te migreren, enerzijds via het nabije landbouwgebied in het oosten naar Iran, Bahrein, Koeweit en zo verder tot in Pakistan en India. Anderzijds vlogen zwermen sprinkhanen via het door oorlog geteisterde Jemen zuidwestwaarts naar de Hoorn van Afrika, van Djibouti via Somalië, naar Eritrea, Ethiopië en Kenia, en inmiddels ook naar Tanzania, Oeganda en Congo. In Kenia werd een zwerm opgemerkt die zich 60 km lang en 40 km breed uitstrekte (± de oppervlakte G.H. Luxemburg). Hij telde zo’n 20 miljard insecten. Pakistan en Somalië riepen al de noodtoestand uit. China bereidt zich ook voor op de komst van de zwermen. Zij doen dat door Pakistan en India pesticiden toe te zenden en … eenden!
Algemeen worden voor de bestrijding van de zwermen vliegtuigjes ingezet en wellicht straks ook drones. De FAO schat dat een bedrag van 76 miljoen dollar nodig is om de verspreiding onder controle te krijgen en te houden. Zo niet verwachten de Verenigde Naties dat er tegen juni nog 500 maal meer woestijnsprinkhanen zullen zijn.
Vooruitzichten: verwoeste oogsten en honger
Op 14 april 2020 verklaarde FAO Locust Watch dat “verwacht wordt dat de verspreide regens van einde maart de komende maanden zullen zorgen voor een dramatische stijging van het aantal sprinkhanen in Oost-Afrika, Oost-Jemen en Zuid-Iran”. Het tijdstip waarop deze nieuwe generatie sprinkhanen verschijnt is noodlottig: midden in het zaai- en plantseizoen. Wanneer zo’n zwerm jonge sprinkhanen neerstrijkt op een jong veld hebben ze letterlijk in 30 seconden alles kaalgevreten. In Ethiopië zijn zo al 200.000 ha akkerland verloren gegaan aan de sprinkhanen, en werden maar liefst 1 miljoen inwoners afhankelijk van voedselhulp.
Men spreekt nu al over de ergste plaag in decennia. Daarbovenop worden alle pogingen om het aantal sprinkhanen te verminderen nu gehinderd door de Corona-uitbraak. Die zorgt, o.a. in Kenia, voor vertraging op de levering van pesticiden vanuit het buitenland. Bijkomend kan de gebrekkige voedselvoorziening ten gevolge van coronamaatregelen vele duizenden hongerige mensen op zoek doen gaan naar voedsel en zo nieuwe vluchtelingenstromen doen ontstaan. En vergeet daarbij ook niet dat Oost-Afrika er al drie opeenvolgende jaren van droogte en overstromingen heeft opzitten en dat de bevolking van Zuid-Soedan nog steeds lijdt onder de gevolgen van een burgeroorlog.
Meer op:
Sprinkhanengedrag en klimaatverandering
Voor VN secretaris generaal António Guterres is de link duidelijk: “There is a link between climate change and the unprecedented locust crisis plaguing Ethiopia and East Africa. Warmer seas mean more cyclones generating the perfect breeding ground for locusts. This is getting worse by the day.”
Of Guterres het bij het rechte eind heeft, is nog niet volledig zeker. Vast staat dat er de afgelopen 10 jaar meer en meer cyclonen voorkwamen in de Indische Oceaan (2 in 2018 en zelfs 8 in 2019), iets wat vroeger hoogstens eens per jaar gebeurde. Die cyclonen worden veroorzaakt door een verhoging van de temperatuur van het zeewater in het Westen van de Indische oceaan en van de Arabische zee. Deze stijging is in ieder geval gedeeltelijk terug te voeren tot de opwarming van de aarde. Uit onderzoek van koralen menen wetenschappers te kunnen afleiden dat het fenomeen van de Indische Oceaan dipool sterker geworden is. En uiteraard kan je de Indische Oceaan dipool niet los zien van het mondiale klimaat en specifieker van zijn wisselwerking met de evolutie van het El Niño/La Niña fenomeen.
Voor sprinkhanen creëren die cyclonen alleszins gunstige voortplantings-omstandigheden. En ongetwijfeld maakte de combinatie van de cyclonen met de ongewone droogte en overstromingen van de afgelopen 3 jaren de omstandigheden in Oost-Afrika uitermate geschikt voor het ontstaan van sprinkhanenplagen.
Sprinkhanenplagen in Europa
En wat met Europa? Zouden woestijnsprinkhanen door de klimaatopwarming ook tot hier kunnen oprukken? Bioloog Rik Verdonck (KU Leuven) in Het Nieuwsblad: “Ik acht de kans klein, maar zeker niet onbestaande. Turkije, dat niet ver van het epicentrum ligt, kan worden getroffen. En ook Spanje en Italië, als de plaag uitbreidt naar Noord-Afrika en de Atlas en over de Middellandse Zee geraakt. De richting wordt vaak bepaald door de wind. De zwerm van 2004 ging tot op de Canarische Eilanden en er zijn zelfs waarnemingen geweest op de Caraïben. Het is dus erg moeilijk om te voorspellen waar de zwermen zullen terechtkomen.”
Wij hebben trouwens de Europese treksprinkhaan, die al eeuwenlang een stek heeft gevonden in Zuid-Europa. Deze soort behoort tot de kleine groep sprinkhanen die zwermen kunnen veroorzaken. In juni 2019, bijvoorbeeld, vrat deze treksprinkhaan op Sardinië zo’n 2000 ha aan landbouwgewassen kaal. De zwerm ontstond toen de temperaturen op het eiland stegen na maanden van koud weer.
Rik Verdonck acht de kans op sprinkhanenplagen in Europa sowieso groter nu de klimaatverandering zich doet voelen: “Zuid-Europa is serieus aan het opwarmen en verwoestijnen, de ideale biotoop om die zwermende soorten te huisvesten.”
Bronnen:
https://www.quora.com/What-are-the-10-plagues-of-Egypt-How-far-apart-were-each-of-the-plagues
https://historiek.net/bijbelse-plagen-wetenschappelijk-verklaard/7552/
https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20200219_04856083
https://www.weerplaza.nl/weerinhetnieuws/afrika:-sprinkhanen-bedreigen-voedsel/5900/
https://newsmonkey.be/drones-sprinkhanenplaag-verenigde-naties/
https://www.nrc.nl/nieuws/2020/02/11/tegen-deze-sprinkhanen-valt-niet-te-vechten-a3989962
https://www.bbc.com/news/world-europe-48580182
https://www.weerplaza.nl/weerinhetnieuws/tropische-cyclonen-explosie-in-de-indische-oceaan/5771/
Reactie toevoegen