Begin juni 1972 en tijdens de afgelopen week was er in Stockholm een VN Earth Summit. De eerste leidde tot een reeks van Earth Summits, de oprichting van het United Nations Environmental Program (UNEP) en een reeks van andere initiatieven, zoals het IPCC. In 1972 maakte men zich grote zorgen over het milieu en de schade die wij veroorzaken. Dat doen we nu, vijftig jaar later nog. We hebben gefaald. De kans op een duurzame en rechtvaardige wereld neemt af, maar die kans bestaat wel degelijk; als we willen. En wie zou dat niet willen?
In de zomer van 1972 deed ik als geologie- en paleontologiestudent aan de Universiteit Leiden weer mijn veldwerk in het Cantabrische Gebergte in Noord-Spanje. Dat was in de tijd dat het bewind van de Spaanse dictator, generaal Franco, op zijn laatste benen liep. Drie jaar later overleed de man en ging er een zucht van opluchting door grote delen van het land.
Als student in de bergen had je daar niet zoveel last van. Je moest gewoon uitkijken voor de Guardia Civil, die niet zo’n goede reputatie had. Ik bracht mijn dagen door met een nauwkeurig onderzoek van een aantal gesteentelagen in een bergwand, met prachtige, fossiele, koralen kolonies, bij Colle. Tegelijkertijd was ik de vierde inwoner van een verlaten mijndorp in de buurt, waar ik een huis gekraakt had en waar een oude mijnwerker me ‘Spaans’ leerde. Maar dat waren niet de woorden waarmee je in een goed hotel een kamer kon boeken.
Ik moet eerlijk erkennen dat de bijeenkomst die de VN van 5 tot 16 juni in Stockholm in Zweden, organiseerde, de eerste internationale conferentie over het milieu, mij helemaal niet bezighield. Ik werkte aan het realiseren van een droom en mijn toekomst. Dat was voor mij belangrijk; niet zo’n conferentie. Maar die conferentie staat nu bekend als de Stockholm Conferentie. Het was een eenzaam baken in het beging van een nu al vijftig jaar durende strijd voor een duurzame wereld. Een wereld waarin wij als mens onze plaats in de natuur kennen en er niet met respect mee omgaan.
Het was de eerste in een reeks van tienjarige bijeenkomsten, de Earth Summits. Alle lidstaten van de Verenigde Naties zijn uitgenodigd om aanwezig te zijn. Ter voorbereiding ervan, was een groot aantal rapporten opgesteld om aan de deelnemers een stand van zaken overzicht te geven en om ze te informeren over de relatie tussen onze ontwikkeling en de omgeving waarin die plaats vindt en waarin we leven, de natuur dus.
Een bekend rapport uit die tijd is dat van de Frans-Amerikaanse bioloog René Dubos en de Britse econoom Barbara Ward: We have only one Earth. Het werd in hetzelfde jaar ook als een boek gepubliceerd: Only OneEarth, The Care And Maintenance of a Small Planet. Bijna vijftig jaar later zien we deze pakkende boodschap, terug op vele spandoeken en borden die de bezorgde en protesterende jeugd en anderen met zich meedragen als ze weer eens demonstreren tegen het gebrek aan actie door onze leiders. Dan heet het: Er is geen planeet B.
De tekst van de slotverklaring van de Stockholm 1972 conferentie, blijkt ook nu nog bijzonder actueel te zijn. Dat is heel teleurstellend. De conferentie heeft ook geleid tot de oprichting van het United Nations Environmental Program (UNEP), de VN-organisatie die het milieubeleid op mondiaal en regionaal niveau coördineert. UNEP houdt, bij wijze van spreken, de vinger aan de milieu-pols.
Om de tien jaar wordt de situatie besproken. Een bekend voorbeeld was de Earth Summit in Rio de Janeiro in 1992 in Brazilië. De United Nations Conference on Environment andDevelopment, UNCED, leverde Agenda 21 op. Dat was een niet-bindende actie agenda voor duurzame ontwikkeling. Hierin stond onder andere centraal: de bestrijding van armoede, verandering in consumptiepatronen, de bescherming van de atmosfeer en oceaan, de strijd tegen ontbossing, biodiversiteitsverlies en vervuilingen, kennisoverdracht. Allemaal onderwerpen die nog steeds niet zijn opgelost en nog steeds op de politieke agenda staan.
Je bent verantwoordelijk voor wat je doet, maar ook voor wat je niet doet.
Lao Zi, Chinese filosoof, 6e eeuw v.Chr.
Geen excuus meer
De Guardian van 2 juni 2022 kopt hierover: For 50 years, governments have failed to act on climate change. No more excuses. Het bijzondere aan deze opinie over de VN is dat het is geschreven door drie mensen die een belangrijke rol hebben gespeeld binnen het klimaatverdrag. Christiana Figueres
was er bij toen het Akkoord van Parijs werd bereikt, Yvo de Boer was uitvoerend secretaris van UNFCC-bureau van 2006 tot 2010 en Michael Zammit Cutajar was dat van 1991 tot 2002. Alledrie zijn ze bezorgd over het gebrek aan actie.
In hun reactie verwijzen ze naar de drie rapporten van de zesde IPCC-synthese die sinds augustus 2021 zijn verschenen. Ik heb hieraan in andere blogs al aandacht gegeven. De drie ingewijden benadrukken nog eens, in twee citaten, de kern van de onheilspellende boodschap vanuit het wetenschap. Een boodschap die in de samenvattende rapporten (Summary for Policy makers) woord voor woord, letter voor letter en komma voor komma, door alle VN-leden is goedgekeurd. Het is daarmee hun mening, stellen de auteurs terecht.
De eerste kernboodschap is: “Het cumulatieve wetenschappelijke bewijs is ondubbelzinnig: klimaatverandering is een bedreiging voor het menselijk welzijn en de gezondheid van de planeet”. De tweede luidt: “Elke verdere vertraging in gecoördineerde anticiperende wereldwijde actie op het gebied van aanpassing en mitigatie leidt er toe dat we een korte en snel verdwijnende kans missen, om een leefbare en duurzame toekomst voor iedereen veilig te stellen.”
De auteurs concluderen dan ook dat men mag verwachten dat politieke leiders nog maar één topprioriteit meer hebben: “zorgen voor een leefbare en duurzame toekomst”. Dat is toch wat wij allemaal, in elk land van de wereld, nodig hebben en willen voor onszelf en voor de toekomstige generaties? Hetzelfde geldt toch voor vrede, wat nu een zeer actueel onderwerp is door Poetin zijn wrede oorlog in de Oekraïne. Het is juist dat er steeds maar weer dezelfde problemen terugkomen, zoals armoede en honger, de stijgende kosten van het levensonderhoud, inflatie, de oude economie, de energietransitie, het stikstofprobleem, de coronapandemie, enz.
MAAR door onze vervuiling wordt ons eigen voortbestaan steeds sneller bedreigd. De gevolgen van de klimaatverandering, het biodiversiteitverlies en de steeds maar toenemende (chemische) vervuiling door onze traditionele economische activiteiten, vormen een muur waarop onze kapitalistische wereld met het groeikeurslijf, zal stuk slaan. De tijd die ons rest om hieraan iets te doen is er nog steeds. Maar ondanks stappen in de goede richting van een meer duurzame en rechtvaardige maatschappij, ontbreekt op bijna elk niveau, het politieke gevoel van urgentie en de politiek wil om op te treden.
Als we willen weten wat ons te wachten staat hoeven slechts het beroemde boek van Barbara Tuchman De waanzinnige veertiende eeuw, tevoorschijn te halen. In die tijd vond er een natuurlijke, afkoelende klimaatverandering van circa 1oC plaats. Toen speelden een reeks van natuurlijke processen de hoofdrol. Veranderingen in de hoeveelheid zonnestraling (astronomische invloed), vertraging van de mondiale circulatie in de oceaan (de motor van het klimaat), maar vooral die van wat we populair de Golfstroom noemen, toename van de albedo van het Noordpoolgebied omdat de hoeveelheid zee-ijs groeide, enz.
Maar toen had men geen idee van de naderende klimaatcrisis. Nu wel. En nu kunnen we er nog steeds veel aan doen om te voorkomen dat we die in Parijs afgesproken grens van 1,5°C passeren.
Die klimaatverandering leidde toen tot hongersnoden door mislukte graanoogsten, runderpest en schapenziekten door het slechte weer, overstromingen, lange oorlogen door koningen die hun verstand leken te hebben verloren en zeker niet bezorgd waren over het lot van hun burgers en, als kers op de gruwelijke taart: de pest. Dat was de tijd waarin de heersende religie in Europa sprak over de vier ruiters van de Apocalyps. De hellelandschappen van Pieter Bruegel de Oude en Jeroen Bosch met gemartelde lichamen, achtergrondrook en explosies, en hoog opgestapelde lichamen te midden van een wirwar van puin, geven de ellende van die veertiende eeuw treffend weer.
Maar toen had men geen idee van de naderende klimaatcrisis. Nu wel. En nu kunnen we er nog steeds veel aan doen om te voorkomen dat we die in Parijs afgesproken grens van 1,5oC passeren.
Stockholm+50: Unlocking a Better Future
Wie wil dat niet: een betere toekomst ontsluiten? Dat wilden de organisatoren van de Stockholm conferentie, geconfronteerd met allerlei milieuproblemen zoals luchtvervuiling het gebruik van landbouwvergiften en een snel toenemende wereldbevolking en Westerse welvaart, ook al. Ook nu verschenen er weer een reeks van rapporten ter voorbereiding van de Stockholm+50 conferentie., die zich op een geïntegreerde manier richt op de zogenaamde drievoudige planetaire crisis: klimaat, biodiversiteit vervuiling.
Red ons van onze ecologische ‘puinhoop’ en beëindig onze zinloze, zelfmoordoorlog tegen de natuur, is de dringende oproep van de, Secretaris-generaal van de Verenigde Naties, António Guterres tijdens Stockholm+50.
Zo publiceerde UNEP in Februari 2021, het rapport Making Peace With Nature: A scientific blueprint to tackle the climate, biodiversity and pollution emergencies. Het is de eerste synthese over de manier waarop klimaatverandering, het verlies aan biodiversiteit en de steeds maar doorgaande (chemische) vervuiling, die men noodtoestanden in plaats van crisissen noemt, gezamenlijk kunnen worden aangepakt binnen de VN Duurzame ontwikkelingsdoelen voor 2030 In het rapport worden de wetenschappelijke inzichten vertaald naar betrouwbare informatie. En dat moet de basis vormen voor een breed gedragen en gericht internationaal en nationaal beleid.
In mei 2022, publiceerden het Stockholm Environment Institute en de Indiase denktank de Council On Energy, Environment and Water het rapport Stockholm+50: unlocking a better future. Het is de wetenschappelijk basis voor deze Earth Summit bijeenkomst, die op 2 en 3 juni 2022 plaatsvond. Het schetst de uitdagingen voor de zo noodzakelijke transitie naar een duurzame en een rechtvaardige toekomst waarbij de mens en zijn wereld nu worden geconfronteerd. Voor de slotverklaring en resultaten ervan verwijs ik naar het wetenschappelijk rapport op de conferentie-site.
Secretaris-generaal van de Verenigde Naties, António Guterres, noemt de drievoudige planetaire crisis “onze grootste existentiële bedreiging” die “een dringende, totale inspanning nodig heeft om de zaken te veranderen”. Bij die bedreiging vallen de coronapandemie en de oorlog in de Oekraïne elders in het niet. Ze helpen echter wel mee de herhaling van de situatie die de 14de eeuw kenmerkt in de 21ste eeuw te realiseren. Zo gek kunnen onze leiders en CEOs toch niet zijn, zou je zeggen?
De wereld wordt nu geconfronteerd met een diepe veiligheidscrisis, met toenemende internationale spanningen, met de waanzin van de dag. Die waanzin wordt zelfs als ‘excuus‘ gebruikt om veel te weinig te doen aan de grootste dreiging in het bestaan van ons, van Homo sapiens, de verstandige mens.
Als we nu geen actie voeren en besluiten nemen zal onze jeugd een gebroken wereld, een misbruikte planeet en een verkrachte toekomst erven
De coronapandemie heeft, door terug te vallen op oude gewoonten om een crisis te bestrijden, binnen twee jaar, de vooruitgang op het gebied van de duurzame ontwikkeling ongedaan gemaakt. Het vele geld dat nog steeds wordt besteed, wordt vooral gebruikt om de traditionele, op groei gerichte, economie te stimuleren in plaats van de overgang naar een duurzame en rechtvaardige samenleving te versterken.
De oorlog in de Oekraïne kan, hoe bizar dat ook is, een katalysator zijn naar zo’n duurzame samenleving. Een voorwaarde is dat we oog blijven hebben voor de dringend noodzakelijke mondiale transitie er naartoe. Dat we lessen trekken uit bijvoorbeeld de 14de eeuw. We zullen moeten samenwerken om te overleven, om die andere wereld een kans te geven. Oorlogen om water, om voedsel, om grondstoffen, enz., lossen het probleem niet op. Integendeel, ze vergroten de chaos uit.
Maar dan moeten we er wel opletten dat opportunistische olie-en gasbedrijven er geen slaatje uit slaan. Het zijn onder andere deze bedrijven die nu gigantische winsten maken, evenals overigens de oorlogsindustrie, enz. Het leveren van al die wapens kost uiteraard geld, evenals het leveren van gas en olie en van voedsel. We staan er met zijn allen voor. Dan moet iedereen bijdragen; ook de steeds maar rijker wordende elite van miljardairs.
Dat betekent dat die superwinsten moeten worden afgeroomd, door de overheid. Dat we betekent dat de overheidssubsidies die de duurzaamheidtransitie tegenwerken, eindelijk stoppen. Dat betekent dat politici en CEOs ophouden met hun banale spelletjes, het bewust de waarheid niet zeggen, voor hun eigen banale doelen, zoals het open houden van kerncentrales en zonder rekening te houden met de gigantische kosten ervan.
Om met de woorden van VN-baas António Guterres te spreken: er moet een einde komen aan die litanie van menselijk lijden. De schouders moeten eronder om gezamenlijk de puinhoop die we in de afgelopen zeventig jaar hebben veroorzaakt, op een op te ruimen voor een rechtvaardige en duurzame wereld, waarin de mens zijn plaats in de natuur weer accepteert en er naar handelt.
Jan Stel, 6 juni 2022
Illustratie bovenaan: © UN Photo/Evan Schneider
Illustratie Dulle Griet: publiek domein
Stevig artikel, Jan!