beyond growth

Terugblik op de Beyond growth Conferentie – 15 tot 17 mei 2023

Paden naar duurzame voorspoed in de Europese Unie

Met zo’n 2.500 waren ze, de deelnemers aan de Beyond Growth Conferentie in het Europees Parlement, en tel daarbij nog eens bijna het dubbele aantal deelnemers online. Hiermee was de conferentie het grootste evenement ooit over ‘de groei voorbij’, en zelfs het grootste evenement ooit in het Europees Parlement. Het initiatief lag bij een groep van 20 parlementsleden uit 5 grote fracties, met  Philippe Lamberts (Ecolo) als stuwende kracht.

De Conferentie had ook heel wat te bieden. Europese en internationale beleidsmakers, academici, vertegenwoordigers van niet-gouvernementele organisaties en vooral vele enthousiaste jongeren dachten na over een duurzame toekomst voor Europa. In de herfst van 2018 vond een eerste gelijkaardige conferentie plaats, toen vooral met academici en beleidsmakers. Corona was spelbreker voor een sneller vervolg. 

Het huidige op groei gerichte systeem wordt meer en meer onhoudbaar. Europese landen hebben een ecologische voetafdruk die 4 -5 maal groter is dan wat de aarde duurzaam aankan. In 2023 zijn 6 van de 9 planetaire milieugrenzen overschreden, in 2012 waren er dat slechts 3. En de kans is groot dat we rond 2027 reeds jaren kennen van 1,5° temperatuurstijging, wat een kwart van de ‘tipping points’ dreigt te activeren, die de CO2-emissies zullen voortstuwen, en dan is het hek van de dam. We beleven meervoudige crisissen en het wordt tijd om te zoeken naar en werken aan grondige antwoorden. 

Onze productie en consumptie zijn niet duurzaam, en de ongelijkheid in de wereld is toegenomen. Hoe lang is het houdbaar dat de rijkste 1% van de wereldbevolking dubbel zoveel CO2 uitstoot dan de armste helft? En dit met het besef dat deze armste helft niet of amper aan zijn essentiële behoeften kan voldoen. Laten we het aan een kleine ‘elite-groep’ over om te beslissen hoe het verder moet met onze wereld? Willen we allen een ‘duurzame’ elektrische wagen van 2 ton onder ons zitvlak, met batterijen van 500 kg, als we weten dat de mijnbouw nu al ravages aanicht in het Zuiden?  Of kiezen we voor een ander mobiliteit, een ‘modal shift’? (zie kader onder). Het hele economische systeem wordt aangedreven door een merkwaardige obsessie voor groei en door de machtige motoren van winstmaximalisatie en socio-economische ongelijkheid. 

De Europese Green Deal biedt alvast enorme mogelijkheden om tot een klimaatneutraal en biodivers  Europa te komen, maar blijft wel gekluisterd aan het groeidenken, waardoor het moeilijk zal blijven om goede beslissingen te nemen en uit te voeren wanneer die tegen korte termijn belangen indruisen. De lobby-machines draaien op volle toeren.

Kunnen we ons een duurzame, gelukkige en rechtvaardige wereld voorstellen, en een weg (of een masterplan) daar naartoe? Dan zullen we toch boven het huidige model moeten uitstijgen en sleutelen aan de machtsverdeling, niet? Willen we dit? En kan dat? Wel, de Conferentie bood hier alvast heel wat inspiratie voor. Afstappen van de groei-obsessie en van de groei van het BBP als maat voor succes, is een bevrijding. Het creëert de ruimte om keuzes te maken die goed zijn voor de samenleving en voor de planeet, en om te ‘groeien’ in welzijn, in levenskwaliteit, en kwaliteit van het samenleven.

Het programma telde meer dan 180 sprekers en panelleden, en de 20 organizerende parlementairen werden geflankeerd door een indrukwekkende groep van organiserende en steunende partners. Bij de politici bevonden zich o.a. Ursula von der Leyen, Frans Timmermans en Roberta Metsola, de voorzitter van het Europese parlement. En verder tekenden zowat alle vedetten van de post-groei beweging present: Kate Raworth, Tim Jackson, Georgio Kallis, Jason Hickel en vele anderen. Onder de sprekers  ook tal van leidinggevende figuren van internationale organisaties, zoals de Wereldhan-delsorganisatie, de Verenigde Naties en de OESO. Maar evenzeer was er ruimte voor talrijke trekkers van de civiele samenleving.

Het evenement wekte heel wat enthousiasme. Een spreker merkte op dat dit het ‘Woodstock van de degrowth’ was. De slotsessie – na 3 lange en intensieve dagen – leek met momenten op een politieke happening, met talrijke jongeren die bordjes in lucht staken en luid applaudiseerden voor de ene straffe uitspraak na de andere. Zoals die van Anuna De Wever en Adelaïde Charlier, de Belgische pioniers van de klimaatjongeren. Philippe Lamberts zei dat hij de Parlementszaal nog nooit zo ‘vibrerend’ had gezien.

Voor het eerst sinds het eerste Rapport van de Club van Rome, kreeg het thema van de grenzen aan de groei zo’n grote aandacht bij academici, in politieke kringen, en in een vele media. Toch is dit maar een start, want er is gewoonweg geen oplossing voor de toenemende ecologische en sociale problemen in deze tijden zonder innovatieve paden te bewandelen die onze verbeeldingskracht triggeren. Dit geeft hoop. Het thema is terug, en gaat niet zomaar terug weg. Of dit tot voldoende draagkracht, daadkracht en hefbomen gaat leiden, is een belangrijke vraag. Een pak Europese jongeren (en hun grootouders, hé) springt er alvast voor in de bres! 

Hier kan je alvast alle sessies herbeleven:

https://www.beyond-growth-2023.eu/programme/?link_id=5&can_id=10d371c3f1ea93a106236d606f3b1fc8&source=email-beyond-growth-2023-conference-follow-up&email_referrer=email_1938337&email_subject=beyond-growth-2023-conference-follow-up

Wat moeten we ons voorstellen bij een Welzijnseconomie, een post-groei economie?

Hierna enkele elementen die op de Conferentie aan bod kwamen, in een notedop. 

Bij een welzijnseconomie stappen we af van de groei-obsessie, en kiezen we voor welzijn en respect voor het milieu, los van de vraag of dit economische groei oplevert of niet. Het doel om het BBP alsmaar te laten stijgen, wordt losgelaten, en in de plaats komen sociale en ecologische doelen voor een betere samenleving. Het donutmodel van Kate Raworth biedt een mooie visuele voorstelling van waar we naartoe willen.

We beschouwen energie en grondstoffen als schaarse goederen, waar alle aardbewoners evenveel recht op hebben, en beperken onze ecologische en materiële voetafdruk. ‘Material matters’. Voor rijke landen houdt dat een fase van ontgroei in. We zetten in op meer solidariteit en minder competitie.

In de economie gaat het erom grondstoffen en energie zo circulair en efficiënt mogelijk te gebruiken, maar ook over sufficiëntie: het matigen van het verbruik, zowel bij productie als consumptie. Goederen krijgen een lange levensduur en zijn zoveel mogelijk herbruikbaar, herstelbaar en recycleerbaar.

We maken een transitie door in alle sectoren. Sommige schadelijke sectoren worden afgebouwd (zoals de fossiele industrie en fast fashion), in andere wordt net sterk geinvesteerd. Meer en meer ondernemingen worden participatief beheerd, bvb  coöperaties, en we focussen op de lokale economie, wat ons veel autonomer maakt. Vele (lokale) duurzame en zinvolle jobs worden gecreëerd, en het werk wordt verdeeld, zodat er geen werkloosheid is.

De gemeenschaps- en deeleconomie worden gestimuleerd, evanals de zorg voor de medemens en voor de natuur. Steden en gemeenten vergroenen en wijken worden levendig en opgewaardeerd.

Het hele voedselsysteem wordt agro-ecologisch en zoveel mogelijk korte keten. Landbouwgronden worden zo een bron van biodiversiteit en een buffer tegen klimaatverandering. Het recht op voedsel, wereldwijd, wordt erkend, de macht van de voedsel multinationals slinkt, de ontbossing stopt, en de – vaak kleinschalige – familiale landbouw fleurt op, niet in het minst in het globale Zuiden.

Handel wordt eerlijk, en producten of voedsel waarbij mensen en/of natuur uitgebuit worden, komen de EU niet meer binnen. Minimumlonen, menselijke werkomstandigheden en vrijheid van vereniging worden de regel. De ravages aangericht door 500 jaar kolonisatie worden erkend, en er wordt gewerkt aan herstel en aan gelijkwaardige wereldverhoudingen.

De uit de hand gelopen ongelijkheid, binnen en tussen landen, wordt als een probleem beschouwd, de spanning tussen hoge en lage inkomens wordt kleiner, en rechtvaardige belastingen op alle inkomens en vermogens werken herverdelend. 

We genieten van universele basisdiensten (inclusief wonen) en een sterke sociale bescherming, wat stabiliserend werkt op de samenleving en op de economie. De herverdeling en de universele basisdiensten verminderen de ongelijkheid, en maken duurzame goederen en een basispakket energie toegankelijk voor iedereen.

Om systematisch aan dit project te werken, met veel opstaan en af en toe vallen, hebben we sterk en visionair leiderschap nodig, ondersteund van onderuit door burgerinitiatief en -participatie!

Een utopie of een boeiend concept dat onze verbeeldingskracht aanspreekt?

Bij vele steden en lokale besturen blaast een vernieuwende wind. Enkele landen en regio’s hebben alvast eerste stappen gezet en zich verenigd in ‘Welzijnsregeringen’: Nieuw-Zeeland, Schotland, Wales, Ijsland en Finland. Enkele andere toonaangevend landen zijn Costa Rica, Uruguay en … Bhutan, het land van het Bruto Nationaal Geluk, het enige klimaatpositieve land ter wereld.

Altijd maar méér is gewoonweg niet houdbaar (maar dit is wel de huidige trend)

We nemen als voorbeeld de auto en de mobiliteit.

Hebben elektrische auto’s een ‘zero-uitstoot’? Naast de vele tonnen CO2 bij de gewone productie van auto’s, vergt het produceren van een batterij ongeveer 4 ton extra CO2. De batterij weegt zo’n 500 kg, wat het energieverbruik van de wagen niet ten goede komt. De opwekking van de elektriciteit vergt ook heel wat CO2, zeker met de huidige mix van grijze energie. Globaal, over de hele levensduur, zou een elektrische wagen ongeveer 50 tot 60% klimaatvriendelijker zijn. Gezien het prijskaartje en de vele normen en eisen, produceert de EU nu vooral grote elektrische wagens in de dure prijsklasse.

Als we, conform ons groeimodel, alsmaar meer en grotere wagens produceren, die we meer gebruiken, en waarmee we meer in de file staan, wat blijft er nog over van onze ‘50% winst’? 

Gaan we onze oude wagens blijven exporteren naar armere landen (die zwak staan in de competitie voor de grondstoffen), waar die nog jaren dienst kunnen doen? Redden we daarmee het klimaat? Er circuleren nu ongeveer 1,4 miljard auto’s in de wereld. 3 miljard elektrische wagens van 2 ton op de baan hebben tegen 2050, is het dat wat we willen?

In de geopolitieke strijd voor de metalen en grondstoffen, nodig voor de batterijen en de groene energie, heeft China een sterke dominante positie. De grote machtsblokken, ook de EU, proberen zoveel mogelijk grondstoffen naar zich toe te trekken. Intussen richt de mijnbouw in het Zuiden nu reeds gigantische menselijke en ecologische ravages aan, onder meer door de te machtige multinationals. Alleen al voor de batterijen hebben we tegen 2035 meer dan 300 nieuwe mijnen nodig!

Europa vreest tegen 2035 niet voldoende elektrische wagens te kunnen produceren, en, om niet overspoeld te worden door Chinese modellen, zegt de automobielfederatie (en vele politici) ‘zullen we misschien toch nog na 2035 nog wagens moeten produceren op fossiele brandstoffen’.

Het alternatief? 

Uiteraard de modal shift, volgens het STOP-principe: Stappen, Trappen, Openbaar vervoer, Privé-vervoer. Het aantal fietsvarianten boomt, en sommige steden ontwikkelden al fantastische openbaar vervoer netwerken. En dus: veel minder en kleinere, elektrische, wagens, die we selectief gebruiken, en vaker delen. En met aandacht voor mensen met een verminderde mobiliteit. Gaat dat ons leven ‘harder’ maken, of net aangenamer, gezonder, veiliger en hoopvoller?

En wat met de grondstoffen die we toch gaan nodig hebben? Dat is een moeilijke vraag. Op de conferentie raadde een experte de EU aan om maximaal in te zetten op circulariteit, en op evenwichtige en correcte grondstoffendeals met gematigde landen.

De keuze voor een ‘modal shift’ zal investeringen in openbaar vervoer en fietsinfrastructuur meebrengen, en tevens een (forse) inkrimping van de auto-industrie. Een diepgaande transitie, die goed begeleid moet worden. Zal de economie daardoor groeien of krimpen? Is dat relevant?   

Het is duidelijk: welk voorbeeld we ook uitwerken, een systeem gebaseerd op eeuwige groei, bikkelharde competitie en winstmaximalisatie zal nooit leiden tot een duurzame wereld. Wanneer zullen we leiders, politici en partijen hebben die dit hardop durven te zeggen?

Reactie toevoegen

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met * .