gewasbescherming 3 BBCC

Waarom de halvering van het pesticidengebruik een must is 

Grootouders voor het klimaat in de bres voor de gezondheid van hun kinderen en kleinkinderen  

Dit artikel is het werk van de GvK werkgroep landbouw.

Halvering pesticidengebruik zomaar van tafel geveegd 

In juli 2022 stelde de Europese Commissie een nieuwe verordening voor om het gebruik van pesticiden in Europa te halveren tegen 2030. Dit voorstel kaderde in de Green Deal. Het werd massaal gesteund door wetenschappers en gewone burgers in verschillende Europese landen. 

De gewasbeschermingsindustrie voelde zich echter geviseerd en hun lobbyisten kwamen in actie. Mede onder druk van de boerenprotesten, die sterk waren georkestreerd door de grote ‘klassieke’ boerenorganisaties, trok de Europese Commissie haar voorstel voor 50% pesticidenreductie eind februari weer in. (1). Conservatieve politici als onze eerste minister Alexander De Croo ontpopten zich daarbij als woordvoerder voor de industriële landbouwlobby. Hoe dat zomaar kan? 

Chemiebedrijven en pesticidenfabrikanten als Bayer, BASF en Syngenta, hebben grote kantoren in Brussel, op loopafstand van het Parlement, van waaruit ze parlementairen benaderen. Ook ngo’s als Greenpeace proberen hun argumenten over te brengen op politici, maar de balans lijkt zoek. De industrie heeft veel meer kapitaal en toegang tot politici dan ngo’s, en daarmee meer invloed. Van 2020 tot en met 2023 rapporteren pro-pesticiden-bedrijven en belangenorganisaties 70,8 miljoen euro aan lobbyactiviteiten, een bedrag dat zeer waarschijnlijk hoger ligt dan opgegeven. Bedrijven blijken hun contracten met lobbykantoren (van soms miljoenen euro’s) niet altijd te rapporteren (2).  

Het is duidelijk dat deze beslissing de Green Deal en daarmee de transitie naar agro-ecologische bedrijfsvoering op de lange baan schuift. De druk valt immers weg om werk te maken van alternatieve teeltsystemen en van bedrijfsvoering met minder pesticiden. Alles blijft dus bij het oude, terwijl we al lang weten dat we onze afhankelijkheid van pesticiden moeten afbouwen. 

Maar het uithollen van de “Green Deal” zal de boeren echt niet helpen. Wel integendeel. De problemen waarmee ze te maken hebben – droogte, wateroverlast, verlies van biodiversiteit, achteruitgang van de bodemgezondheid, … – zullen alleen maar verergeren. Bovendien is de afbouw van het pesticidengebruik nodig voor onze gezondheid, die van onze kinderen en niet in het minst die van de gebruikers, de boeren zelf.   

Wake up call van Rachel Carson in 1962 

In de twintigste eeuw raakten boeren en burgers verslaafd aan pesticiden. Reeds in 1962 waarschuwde Rachel Carson met haar ophefmakende boek Silent Spring” voor de gevaren daarvan. Ze legde verbanden met verschillende tot dan toe onbekende ziekten, met de achteruitgang van de biodiversiteit, met waterverontreiniging en de ontwikkeling van pesticidenresistentie bij verschillende plaaginsecten. Doses van de middelen werden intussen verhoogd of er werden nog giftigere bestrijdingsmiddelen ontwikkeld. De problemen werden hierdoor alleen maar erger. 

Het is pas in de jaren negentig en in het begin van de eenentwintigste eeuw dat haar Wake Up Call ernstiger werd genomen en de giftigste en meest persistente middelen werden verboden. Ze werden vervangen door nieuwe generaties van bestrijdingsmiddelen die minder schadelijk zouden zijn voor mens en dier, maar die nu even goed een catastrofe blijken te zijn voor ons milieu, onze gezondheid, onze landbouw en watervoorziening. Erg cynisch en misdadig is bovendien dat de productie van verboden pesticiden tot op de dag van vandaag ook in Europa nog steeds doorgaat. Vanuit verschillende Europese landen worden ze geëxporteerd naar derdewereldlanden, waar ze vaak zonder bescherming door arme boeren of landarbeiders worden gebruikt. Hebben we dan echt niets geleerd uit ons koloniaal verleden?! Gelukkig heeft België in 2023 deze wanpraktijk erkend en is het verboden om vanuit België bestrijdingsmiddelen die in Europa verboden zijn nog langer uit te voeren. Het zou mooi zijn mocht België tijdens zijn EU voorzitterschap dit probleem op Europees niveau tillen en dit soort wanpraktijken voor alle EU landen laten verbieden.

We worden zonder het te beseffen aan pesticiden blootgesteld.

België is binnen Europa een grootverbruiker van pesticiden (zie grafiek hieronder). Samen met Nederland en Malta zijn we ook koplopers in de verkoop van pesticiden (gegevens van 2021, 3). Onze intensieve, exportgerichte land- en tuinbouw is de grootste verbruiker.  Het gevolg is dat onze blootstelling aan pesticiden en de milieueffecten ervan op water, bodem en biodiversiteit zeer hoog zijn. Een reden te meer om ons in België serieus zorgen te maken en initiatieven van Europa om het pesticidengebruik af te bouwen zouden moeten toejuichen in plaats van af te breken.      

Mensen worden voornamelijk blootgesteld aan pesticiden via hun voeding en hun drinkwater-consumptie.   

Mensen komen ook in contact met bestrijdingsmiddelen wanneer zij in de buurt van landbouwbedrijven wonen waar pesticiden worden toegepast. Bij de bespuitingen komt een deel via drift in de omgeving terecht. Een driftwolk kan zich vooral bij veel wind over honderden meters verspreiden, waardoor buurtbewoners zonder het te beseffen met het product in aanraking komen..  

Uiteraard zijn ook de gebruikers zelf, de boeren dus, sterk blootgesteld aan de bestrijdingsmiddelen die ze toepassen. Ze lopen meer risico dan andere burgers. In Frankrijk worden ziektes als Parkinson, Leukemie en Prostaatkanker nu erkend als beroepsziekte (2)

Uit een grootschalig onderzoek inzake menselijke biomonitoring dat tussen 2014 en 2021 in vijf Europese landen is uitgevoerd, bleek dat in het lichaam van 84 % van de deelnemers ten minste twee pesticiden konden worden aangetroffen (4). 

Het pesticidengehalte lag consequent hoger bij kinderen dan bij volwassenen. Kinderen zijn bijzonder gevoelig voor de negatieve gezondheidseffecten van chemische stoffen.  

Speciale aandacht gaat ook naar de drinkwaterproductie. Die wordt sterk bemoeilijkt door de aanwezigheid van pesticiden in het oppervlaktewater dat gebruikt wordt voor drinkwater. De kosten om dit water te zuiveren lopen zo hoog op dat het soms niet meer rendeert. Onze drinkwatervoorziening  kan zo in het gedrang komen.   

De effecten op de biodiversiteit zijn desastreus.

Vervuiling door pesticiden is een van de grootste boosdoeners wanneer het gaat om biodiversiteitsverlies. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen heeft met name geleid tot aanzienlijk gekrompen insectenpopulaties (bijen, vlinders, zweefvliegen …)  waardoor de essentiële rol die deze insecten spelen bij de voedselproductie – in het bijzonder dankzij de bestuiving van de meeste groenten- en fruitgewassen en de natuurlijke regulering van plagen – in het gedrang komt.  Pesticiden komen ook in het water en op de bodem terecht.  Het negatief effect op waterorganismen, maar ook op het bodemleven zijn desastreus : In 2020 werden op 22 % van alle meetlocaties in rivieren en meren in heel Europa een of meer pesticiden boven de zorgwekkende drempels aangetroffen. 83% van de landbouwgronden die in een onderzoek uit 2019 werden getest, bevatte residuen van bestrijdingsmiddelen (4)

Pesticiden leiden bij niet-doelorganismen niet alleen tot directe sterfte, maar kunnen ook essentiële functies aantasten, zoals het oriëntatievermogen van vleermuizen en bijen of de voortplanting bij vissen. Pesticiden slaan gaten in het voedselweb, waardoor sommige taxa hun voedselbronnen mislopen. Een voorbeeld is de impact van insecticiden op insectenpopulaties en vervolgens ook op insectenetende vogelsoorten. Pesticiden tasten de samenhang binnen ecosystemen aan. Zo hebben fungiciden impact op bodemschimmels, wat vervolgens doorwerkt op de planten waarmee ze symbiotische relaties hebben en op bodemprocessen, zoals strooiselafbraak. Bij dit alles zijn zeldzame specialistische soorten veel kwetsbaarder dan generalistische soorten. Wanneer bestuivers achteruitgaan, gaan planten die van specifieke bestuivers afhankelijk zijn mee achteruit en omgekeerd, wanneer waardplanten achteruitgaan, zal er ook impact zijn op de daarvan afhankelijke dieren (5)

De effecten op onze gezondheid en die van onze kinderen en kleinkinderen zijn zorgwekkend.

Onderzoeken naar de schadelijke effecten van pesticiden op onze gezondheid stapelen zich ondertussen op. Veel onafhankelijk onderzoek wijst op verbanden tussen de blootstelling aan pesticiden en een verhoogd risico op verschillende chronische ziekten, verschillende soorten kanker, ontwikkelingsachterstand bij kinderen, ademhalingsproblemen, cognitieve stoornissen, neurologische aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson en de ziekte van Alzheimer, hart- en vaatziekten en vruchtbaarheidsproblemen zowel bij mannen als bij vrouwen. (4) (5) 

De wetenschappelijke inzichten nemen alsmaar toe. Waar men er vroeger van uitging dat er veilige toegelaten residuwaarden waren, heeft men inmiddels aangetoond dat meerdere pesticiden bij de minste blootstelling al onomkeerbare schade veroorzaken, m.a.w. dat van een veilige dosis geen sprake meer is. Bovendien stelde men vast dat de verschillende residu’s waaraan we worden blootgesteld elkaar kunnen versterken, het zogenaamde cocktaileffect. Dit is zo voor pesticiden met hormoonverstorende eigenschappen. Ze worden in verband gebracht met heel wat ziekten en aandoeningen die de laatste decennia wereldwijd in opmars zijn (zie kader). 

Het probleem van de hormoonverstoorders (HV’s) staat in Europa sinds 1999 onder de aandacht. Pas in 2016 kwam er een Europees voorstel van methodiek om gewasbeschermingsmiddelen met hormoonverstorende eigenschappen te identificeren. Veel pesticiden die al langer op de markt zijn, werden m.a.w. tot nu toe nog niet gescreend volgens deze methode. Van verschillende producten zijn er nochtans sterke vermoedens dat ze hormoonverstorend werken. Maar wat nog erger is, is dat verschillende bestrijdingsmiddelen gewoon in de handel blijven, ondanks wetenschappelijke bewijzen van hormoonverstoring. Roundup (met actieve stof glyfosaat), het meest gebruikte herbicide in de wereld, is hiervan een triest voorbeeld. Blijkbaar is het lobbywerk dat de agro-industrie op gang kan brengen zo invloedrijk dat onze politici niet durven te kiezen voor het algemene belang van de wereldbevolking. Er is wat dit betreft veel gelijkenis met de jarenlange strijd die burgers en medici hebben gevoerd voor o.m. het verbod op tabak, asbest, PFOS en het (illegale) hormonengebruik in de veeteelt: via lobbywerk en het zaaien van twijfel en vrees voor economische achteruitgang (o.m. via ingehuurde en bevooroordeelde onderzoekers) werden daadkrachtige beslissingen in het algemeen belang uitgesteld of afgevoerd. Dit gebeurt nog steeds. Leren we dan nooit van onze fouten uit het verleden?   

Hormoonverstoorders (HV’s) en verschillende wereldwijde gezondheids-problemen (8) (9).  – HV’s interfereren met onze lichaamseigen hormonen waardoor ze de normale ontwikkeling van ons lichaam totaal ontregelen. Vooral zwangere vrouwen (en hun zich ontwikkelende, maar kwetsbare foetus), kinderen en jongeren lopen risico op blijvende schade.   – HV’s vindt men in kunststoffen (plastics, verpakkingsmaterialen), diverse consumptie-producten (cosmetica, huishoudelijke producten, kleding) en gewasbeschermingsmiddelen. Ook de persistente PFAS chemicaliën (Per- en polyfluoralkylstoffen, die zich wijd in het milieu hebben verspreid) hebben hormoonverstorende eigenschappen. De residu’s die we via voeding opnemen, blijven een belangrijke bron van HV’s.     – Veel ziekten en aandoeningen die de laatste jaren toenemen in onze samenleving, worden gelinkt aan hormoonverstoring. Het gaat om voortplantingsstoornissen (genitale misvormingen, cryptorchisme bij pasgeborenen, puberteitsstoornissen, slechte kwaliteit van het sperma, laag androgenen gehalte, teelbal of prostaatkanker, baarmoederfibromen, endometriose, goedaardige borstproblemen (cysten), borst- of baarmoederhalskanker, vruchtbaarheidsproblemen), gevoeligheid voor ontstekingen, immuunziekten, verschillende kankers, hypertensie, beroerte, astma, verminderd Intelligentiequotiënt (IQ), cognitieve problemen, autisme, Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD), mentale aandoeningen, ziekte van Alzheimer, ziekte van Parkinson, obesitas, diabetes type 2 en schildklierafwijkingen.  – Ook is aangetoond dat HV’s kunnen leiden tot blijvende veranderingen in genexpressie en fenotype en zelfs tot transgenerationele overdracht van bepaalde afwijkingen, m.a.w. dat de blootstelling aan HV’s die we tijdens ons leven hebben ondergaan, kan leiden tot afwijkingen bij onze kinderen en kleinkinderen.   – Wetenschappers hebben het effect van HV’s op de volksgezondheid in Europa beoordeeld: de geschatte kost ligt tussen 150 en 200 miljard euro per jaar, maar een meer nauwkeurige raming is vereist. Deze kosten zijn niettemin reëel en moeten op dezelfde wijze in aanmerking worden genomen als de indicatoren die het Bruto Binnenlands Product aanvullen. Het merendeel van de gezondheidskosten is naar schatting het gevolg van blootstelling aan pesticiden. In België, wordt de schade geraamd op 4,4 miljard euro per jaar. De belangrijkste pathologieën die door blootstelling aan HV’s worden veroorzaakt, zijn problemen met de ontwikkeling van de hersenen, autisme, obesitas, diabetes en kanker.  

Het verhaal van Chloormequat 

Chloormequat is een stof die al sedert de jaren zestig van de vorige eeuw in Europa op de markt is. Het heeft een erkenning als groeiregulator. Bij peren werd het tussen 1979 en  1999 gebruikt als groeiremmer om de bomen kleiner en productiever te maken. In mei 1999 werd de erkenning voor peren plots en met onmiddellijke ingang ingetrokken. Bij graangewassen wordt chloormequat nog steeds gebruikt en dient het om de stengels korter en steviger te houden. 

De maximaal toegelaten residu-waarde bij peren was tot 1999 3 mg per kg peren. In het najaar 1998 en in het voorjaar 1999 werden er echter tot ieders verbazing Belgische en Nederlandse peren in het Verenigd Koninkrijk geblokkeerd en vernietigd omwille van te hoge chloormequat waarden. Er gebeurden tot dan toe geen systematische residu analyses en zeker niet op chloormequat. Als gevolg van deze blokkering in Engeland werden alle peren die nog in koelcellen waren in België en Nederland gecontroleerd. De resultaten waren verbijsterend: meer dan de helft van de monsters hadden te hoge waarden, met zelfs uitschieters van 20 mg per kg en meer. Veel partijen peren moesten worden vernietigd. Het werd snel duidelijk dat vooral de oudste bomen – die dus meerdere jaren met chloormequat waren behandeld – de hoogste residuwaarden gaven: chloormequat stapelde zich op in de bomen en leidde tot accumulatie in de vruchten.  Als gevolg hiervan werd het gebruik van chloormequat onmiddellijk verboden voor gebruik in de perenteelt. Fruittelers en voorlichters dachten dat dit het einde was van de professionele perenteelt. Maar niets was minder waar: dank zij nieuwe teelt- en snoeitechnieken kon een chloormequat-vrije perenteelt zich ten volle ontwikkelen.  

Ondertussen nemen de publicaties over de risico’s van chloormequat blootstelling voor onze gezondheid wereldwijd alsmaar toe. Chloormequat wordt in verschillende recente dierenproeven (o.m. met varkens)  al bij zeer lage blootstelling in verband gebracht met vruchtbaarheidsproblemen en een afwijkende groei van de foetus tijdens en na de dracht. Wanneer de resultaten van deze proeven ook van toepassing zijn op mensen -wat we kunnen veronderstellen – kunnen we concluderen dat veel peren, geteeld in de negentiger jaren en mogelijk nog eerder, zwaar vergiftigd waren en bijgevolg niet geschikt waren voor consumptie. Met de huidige kennis zouden ze nu door ons Voedselagentschap (FAVV) onmiddellijk uit de handel en rekken worden genomen. Maar niemand wist op dat ogenblik beter. Van een voorzorgsprincipe was er geen sprake. Chloormequat kon in de handel komen zonder enige kennis van het persistent gedrag van dit product en met onvoldoende kennis van de gezondheidsrisico’s.     

Momenteel wordt chloormequat wereldwijd nog steeds gebruikt in de graanteelt (tarwe , haver, gerst). Ook in België is deze actieve stof nog erkend voor gebruik.  

Een recent Amerikaans onderzoek (6)  (gepubliceerd in februari 2024) analyseerde urinestalen van proefpersonen in de periode 2017 tot 2024. De resultaten van 2024 waren alarmerend omdat er een toename van de aanwezigheid van chloormequat in alle urinestalen werd vastgesteld. Dit wordt in verband gebracht met het versoepelen in 2018 van de chloormequatnormen in Amerika waardoor de  import van gecontamineerd graan (o.m. haver voor ontbijtgranen) mogelijk werd.  Ook Zweeds en Engels onderzoek toonde de aanwezigheid van chloormequat aan in bijna alle onderzochte urinestalen. Hoe de toestand in België is,  is ons onbekend, maar gezien onze sowieso langdurige blootstelling aan chloormequat kunnen we niet anders dan ons zorgen maken.  

Een product waarvan dierenproeven doen vermoeden dat er ernstige nadelige effecten zijn op onze gezondheid en waarvan men nog onvoldoende weet hoe dit product zich verspreidt en cumuleert in het menselijk lichaam moet worden verboden vanuit het voorzorgsprincipe. Hebben we dit niet met scha en schande geleerd uit de perencrisis?  

Vroeg of laat steekt resistentie tegen pesticiden de kop op (7)

De successen van pesticiden zijn meestal maar van korte duur. Resistentie tegen pesticiden is het gevolg van een natuurlijke selectie onder druk van het bestrijdingsmiddel. Plaaginsecten, onkruiden of schimmels die vatbaar zijn voor het middel sterven aanvankelijk snel, maar de sterkere, minder vatbare individuen in de populatie blijven over en vermenigvuldigen zich opnieuw. De ganse populatie wordt hierdoor minder vatbaar. Resistente exemplaren kunnen ook ontstaan door natuurlijke mutaties of natuurlijke plotse genetische modificatie.  

Deze  resistentievorming tegen pesticiden treedt gegarandeerd vroeg of laat op. Vooral bij plaaginsecten of mijten met meerdere generaties per jaar  (b.v. luizen, spint, roestmijt, perenbladvlo)  maar ook bij schimmelziekten (b.v. schurft bij appel en peer) met een continue reproductie kan resistentie of een mindere werking al na enkele jaren optreden. Bij onkruiden duurt het langer vooraleer er resistentie is, maar het gebruik van herbiciden kan wel leiden tot het uitselecteren van bepaalde minder gevoelige en (aanvankelijk) onschuldige onkruiden waardoor deze kunnen uitgroeien tot echte probleemonkruiden. Het gevolg is dat er dan nieuwe middelen moeten worden ontwikkeld of dat de dosis en bestrijdingsstrategie moet worden aangepast. Het blijft een straatje zonder einde.  

Het kan echt anders. Biologische en agro-ecologische bedrijven tonen ons nu al de weg (4). 

De pesticidenlobby suggereert graag dat overstappen op minder chemische pesticiden op korte en middellange termijn een negatief effect zal hebben op de landbouwproductie. De voedselvoorziening zou in gevaar komen.  Daarbij houden ze echter geen rekening met de positieve effecten op middellange termijn die zullen voortvloeien uit ander beleid in het kader van de Europese Green Deal (zoals vermindering van voedselverspilling, verschuiving naar plantaardige voeding, maatregelen om de efficiëntie van de agro-ecologische bio-landbouw te verbeteren en de biodiversiteit in landbouwgebieden te vergroten).   

Bovendien zal het innoverend onderzoek naar alternatieven voor synthetische pesticiden en de veredeling naar robuuste rassen sterk kunnen uitbreiden. De mogelijkheden zijn er maar ze bleven tot nu toe onder de radar als gevolg van de overheersende pesticidenlogica. Vooruitstrevende bio-landbouwers en onderzoeksinstellingen (ILVO- Living Lab Agro-ecologie en Biologische landbouw, Proefcentrum voor de Fruitteelt (PCFruit), Coördinatiecentrum Praktijkgericht Onderzoek en Voorlichting Biologische teelt (CCBT), Proefcentrum Pamel, Proefplatform Agro-ecologie Hansbeke ….), werken nu reeds met enthousiasme aan de transitie. Met resultaat : ze tonen aan dat we met een degelijk stappenplan een andere weg met succes kunnen inslaan. Het is daarom des te bedroevender dat onze politici nu op de noodrem gaan staan. Onverantwoord en onbegrijpelijk voor boeren, voorlichters en onderzoekers  die klaar zijn om de transitie vorm te geven.,  

De voedselvoorziening is in de EU op dit moment echt niet in gevaar. De EU is grotendeels zelfvoorzienend voor belangrijke landbouwproducten. Ze is daarnaast een belangrijke exporteur van tarwe en gerst en ze is grotendeels in staat om haar consumptie van basisgewassen zoals maïs en suiker te dekken.  

Maar als het gebruik van pesticiden niet voldoende wordt beteugeld, zullen pesticiden de natuurlijke ongediertebestrijding blijven verminderen, zullen ze bestuiverspopulaties blijven beïnvloeden en schade toebrengen aan micro-organismen die de plantengroei ondersteunen. Dit betekent dat overmatig gebruik van pesticiden op middellange en lange termijn waarschijnlijk een negatieve invloed zal hebben op de voedselzekerheid. 

De grote afhankelijkheid van de industriële landbouw van chemische bestrijdingsmiddelen is een keuze, die steeds meer wordt uitgedaagd door alternatieve landbouwmodellen. We kunnen onze afhankelijkheid van pesticiden om de gewasopbrengsten op peil te houden verminderen door over te schakelen op agro-ecologische technieken (zie kader). Naast de voordelen voor de biodiversiteit en de bodemkwaliteit, is in toenemende mate aangetoond dat agro-ecologische praktijken de productiviteit van gewassen en de winstgevendheid van boerderijen behouden. Samen met een ambitieus beleid dat de andere componenten van het voedselsysteem aanpakt, kunnen ze ons helpen om een landbouw zonder chemische pesticiden in Europa te bereiken. 

Agro-ecologische technieken om ziekten en plagen te voorkomen

Agro-ecologische technieken proberen ziekten en plagen te voorkomen, door op een andere manier zorg te dragen voor het landbouwecosysteem. Via een doordachte gewasrotatie, eventueel ook met mengteelten, voldoende variatie aan gewassen en het gebruik van lokale variëteiten wordt de veerkracht tegenover ziekten en plagen vergroot. Via al dan niet stikstof fixerende groenbemesters, groencompost en niet-kerende bodembewerking, wordt zorg gedragen voor het bodemleven, wat bijdraagt tot de bescherming tegen ziekten. Door zorg te dragen voor natuur in het landbouwlandschap, onder meer via bredere perceelsranden, hagen en houtkanten, wordt de aanwezigheid van natuurlijke plaagbestrijders gestimuleerd. Via valse zaaibedden kan onkruid worden voorkomen en vervolgens kan met aangepaste machines het later opkomende onkruid mechanisch worden verwijderd. Verschillende biologische bedrijven tonen nu reeds in gans Europa dat deze nieuwe manier om aan landbouw te doen geen utopie is (5).

Bronnen

  1. BBL, Halvering pesticiden van tafel: natuur, boer en burger verliezers
  2. Pointer, Hoe rechtse partijen en lobbyisten de wet om bestrijdingsmiddelen te halveren torpedeerden
  3. Eurostat, Statistics / Eurostat Pesticidenverkoop
  4. European Environment Agency, How pesticides impact human health and ecosystems in Europe
  5. Instituut Natuur en Bosonderzoek, Debruyne e.a., 2023: Kennisintegratiestudie Naar minder impact van pesticiden op natuur en mens
  6. Journal of Exposure Science & Environmental Epidemiology, A pilot study of chlormequat in food and urine from adults in the United States from 2017 to 2023
  7. Bio Based Press,  Resistentie tegen pesticiden, een groeiend probleem
  8. Nationaal Actieplan voor Hormoonverstoorders (NAPED) 2022 – 2026 
  9. Endocrine Disrupting chemicals : threats to human Health (februari 2024)

Reactie toevoegen

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met * .