Afbeelding: Klimaatangst, door Erah Vermeer
“Wereldwijd beïnvloedt klimaatverandering het mentale welzijn. Vooral jongeren hebben last van klimaatangst, maar die angst is niet universeel.” Yara Van Heugten, studente journalistiek, contacteerde onlangs de Grootouders met de vraag of ze enkele leden van Grootouders voor het Klimaat kon interviewen in het kader van een essay dat ze schreef over klimaatangst. Dat essay bleek nadien een knap werkstuk te zijn geworden. Hoe zit dat met die klimaatangst bij onze jongeren? Lees Yara’s bijdrage.
Het kan je de afgelopen tijd moeilijk zijn ontgaan: jongeren hebben last van klimaatangst. De term is slecht gekozen. We zijn niet bang voor het klimaat, maar voor de vérandering ervan. Maar toch, eindelijk. We hebben het erover. Want al in 2014 legde de invloedrijke American Psychology Association de link tussen onze mentale gezondheid en de klimaatcrisis. ‘Eco anxiety’, ook wel ‘climate anxiety’, werd door de organisatie omschreven als de ‘chronische angst voor de ondergang van het milieu.’ Vijf jaar later neemt de Engelstalige term een vlucht. Dat blijkt onder andere uit het Google zoekgedrag naar ‘climate anxiety’. In het Nederlands taalgebruik is er in het zoekgedrag anno 2022 weinig vooruitgang op te merken. Toch is het publieke debat erover wel gaande.
Afgelopen najaar werden de resultaten van een groot internationaal onderzoek naar klimaatangst gepubliceerd in het gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift The Lancet. Ruim 10.000 jongeren tussen de 16 en 25 jaar uit tien landen deden mee. De conclusie? 60% van de jongeren is erg tot extreem bezorgd over klimaatverandering. De media pikten het op. RTL Nieuws schreef: ‘Jongeren vanwege klimaatcrisis angstig voor de toekomst.’ MO Magazine*: ‘Klimaatangst zet rem op ontwikkeling van jongeren.’ En een paar maanden later, naar aanleiding van een andere studie van de UCLouvain, De Standaard: ‘Je kunt bij klimaatangst niet zeggen dat alles wel goed komt, want dat weten we niet.’ Het gesprek over de invloed van de klimaatcrisis op onze mentale gezondheid is op gang. Goed nieuws voor jongeren die moeten strijden om erkenning.
Een van hen is de Nederlander Frank van der Aa (30). Een tijd had hij zo veel last van klimaatangst dat het zijn leven belemmerde. Het lezen van nieuws over klimaatverandering bracht hem een dag lang van zijn stuk. “Ik bleef maar malen, alsof ik mijn gedachten niet kon stoppen.” Zijn angstaanvallen bestonden uit hartkloppingen, zweten, willen vluchten. Maar waar naartoe? Gelukkig leerde hij mediteren om de negatieve gedachtenspiraal te stoppen. Dat hielp. “Nu ik de angst onder controle heb, voel ik vooral hopeloosheid. Als mensen mij hun dromen vertellen, denk ik: ‘Dat gaat toch niet gebeuren.’ In mijn hoofd is de wereld in 2050 helemaal fucked. Het leven zoals wij het kennen houdt op.”
Nogmaals. Goed dat we het daar over hebben. Eindelijk, zou je kunnen zeggen.
Maar er is ook kritiek. Sommigen vinden dat we het er überhaupt niet over moeten hebben. Want daardoor problematiseer je het bange individu, in plaats van de status quo in de maatschappij. Wie bang is, is gek. Terwijl onderzoek laat zien dat klimaatangst er toe leidt dat mensen hun leven aanpassen aan reële bedreigingen. Tja, wie is er nou gek? Of zoals gezondheidscorrespondent Nina Polak schrijft op De Correspondent: “Klimaatdepressie is nauwelijks een stoornis te noemen; het zou best eens de norm kunnen worden. Rationeel gedrag. Logischer zou het zijn voor het (psychische, red.) vakgebied om zich, naar goed gebruik, te richten op wat buiten die norm valt. De mensen zónder klimaatpijn. Wat mankeert deze gelukkige zielen eigenlijk? Hoe gaan we ze behandelen? En hoe zullen we de diagnose noemen?”
Daar zit wat in. Toch helpt de term ‘klimaatangst’ ons juist dat gesprek te voeren. Over de effecten van de klimaatcrisis op ons geestelijk welzijn. Over wie rationeel gedrag vertoont en wie niet. Over wat het met ons doet de wereld zo te zien veranderen. Het echte probleem met ‘klimaatangst’ is dit: de term doet dat nogal slecht. Het is een beschrijving van een algemene bezorgdheid, maar gaat daarmee totaal voorbij aan de discrepantie die bestaat in die ervaring. Tussen jongeren en ouderen, jongeren hier en jongeren ver weg.
“Mental health is a rich people’s problem. Mijn gemeenschap heeft eten nodig. Water. Basisbehoeften. Pas daarna kunnen we het ons veroorloven na te denken over geestelijke gezondheid.” Toch is Sohanur Rahman (26) er wel degelijk mee bezig. Sinds zijn dorp in 2007 – hij zat in de tweede van de middelbare school – werd verwoest door supercycloon Sidr heeft hij last van ‘klimaatangst’, vertelt hij me via Zoom. “Die nacht is een trauma voor me.” Inmiddels woont hij in de stad Barishal, waar het veiliger is. Hij is coördinator van het Bangladeshi Youth Network for Climate Justice, de grootste jongerenbeweging van het land en oprichter van de lokale afdeling van Fridays for Future. Zijn familie woont nog altijd in cycloongevoelig gebied. Over hen maakt hij zich zorgen. “Ik kan ze niet beschermen.”
Maar het meest voelt hij woede. Hij is boos op vervuilende landen en bedrijven, woedend over de lege beloftes en ‘zogenaamd inclusieve’ conferenties. Boos over hoe oneerlijk het is dat zijn land amper heeft bijgedragen aan klimaatverandering, maar dat het wel zo hard getroffen wordt. Boos over het kolonialisme dat Europese landen rijk heeft gemaakt en nog bozer dat zij desondanks durven te ‘onderhandelen over wat zijn toekomst waard is’. Soms is hij ook boos op zijn eigen overheid die niet genoeg doet om de gemarginaliseerde gemeenschappen te beschermen.
De Ugandees Pius Kizza Ddumba (27) voelt vooral frustratie, over de wegtikkende tijd. Als vrijwilliger bij Girls for Climate Action leert hij kinderen duurzamere keuzes maken. Een deel van hen stoomt hij klaar tot de volgende generatie klimaatactivisten. Dat heeft impact, ziet hij, maar het gaat hem lang niet snel genoeg. Continue loopt hij aan tegen grenzen in de vorm van kennis of geld. “All I am doing now, we needed to do yesterday. It stresses me out.” Maar wat gisteren had moeten gebeuren, is niet gedaan. Dat weet ook de Vlaamse Dirk van Esbroeck (68). Van Esbroeck voelt zich daar wel eens schuldig over. “Toen ik in ’72 ging studeren, kwam net het bekende rapport van de Club van Rome uit, ‘Grenzen aan de groei’. Toen al wisten we het, maar we hebben niets gedaan. Collectief treft mijn generatie schuld.”
Onderzoekers van de Lancet-studie naar klimaatangst erkennen dat klimaatangst vele emoties omvat. Zo schrijven de onderzoekers in de conclusie. “Een groot deel van de kinderen en jongeren over de hele wereld meldt [..] een breed scala aan pijnlijke, complexe emoties, zoals verdriet, angst, woede, machteloosheid, hulpeloosheid, schuldgevoel, schaamte, wanhoop, depressie.” Maar dat alles wordt, door de onderzoekers zelf, door mediaplatformen en door Westerse jongerenorganisaties samengebracht onder de noemer ‘klimaatangst’. Onterecht.
Woede over onrecht, het verdriet over verloren levens, schuldgevoelens over het vliegen of het eten van vlees en angst voor de toekomst zijn duidelijk niet gelijkwaardig.
Mij doet het denken aan mijn vriend, die grote moeite heeft zijn emoties te benoemen. Angst, boosheid, frustratie, verdriet: hij gooit ze op één hoop onder de noemer ‘ik voel me kut’. Het maakt de communicatie tussen ons soms ingewikkeld. Projectie en onbegrip liggen op de loer. Want een term die zoveel tegelijkertijd betekent, betekent in feite niets.
“Luister. Europese jongeren maken zich zorgen. Ze maken zich zorgen om de vernietiging van de planeet. Ze lazen het laatste IPCC-rapport en dat is eng. Ze zijn bang voor waar ze in hun leven mee te maken zullen krijgen. Maar jongeren in Bangladesh zijn bang om wat ze hébben meegemaakt. Over waar ze mee te maken hebben. Vandaag.” Sohanur Rahman spreekt de woorden niet onvriendelijk, maar wel dwingend uit. Het ongemak produceert een stekend gevoel in mijn maag en ik voel het bloed stijgen naar mijn hoofd. Is het hier warm? Even wens ik dat ik kan verdwijnen. Of op zijn minst een slechte verbinding kan faken. Dan realiseer ik me dat ik me schaam. Schaam voor de grote verschillen tussen zijn realiteit en de mijne. Tussen de dingen waar zijn vrienden zich zorgen om maken en die van mij. Klimaatschaamte. Ook daarover moeten we het hebben.
Reactie toevoegen